Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Anke Verschueren (1994) neemt haar grote liefde, de taal, overal mee naartoe. Van papier naar podium naar podcast. Ze heeft een masterdiploma Nederlands en studeert nu Woordkunst aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Ze werd derde in de txt-on-stagewedstrijd Naft voor Woord 2017 en ging op Das Mag Zomerkamp. In haar vrije tijd bewerkt ze Middelnederlandse literatuur tot luisterverhalen, doet ze stemmenwerk voor reclamespotjes en zingt ze.
Als opdrachttekst bij de aanmelding voor de residentie brengt Anke een ode aan Charles Mingus via een audioverhaal. In Parijs werkte ze aan een zesdelige radiodocumentaire. Ze schreef daarnaast Toen wapens woorden werden, waarin zij het Verdrag van Münster laat spreken.
Aya Sabi (1995) woont in Vlaanderen en studeert Biomedische Wetenschappen in Maastricht. Ze blogt tweewekelijks voor deredactie.be, is columnist voor NTGent Magazine en geniet al een stevige live-reputatie. Ze debuteerde in 2017 met de verhalenbundel Verkruimeld Land (Atlas Contact). In 2018 tekende ze bij Das Magazin voor haar debuutroman.
Als opdrachttekst bij de aanmelding voor de residentie verhoudt Aya zich tot de jaren 60 in een poetisch-kritische reflectie op migratiestromen. In Parijs bevraagt zij in een essay haar schrijverschap. Een eeuwenoud glasraam inspireerde haar tot de tekst Bij elkaar geraapte chaos.
Dewi de Nijs Bik (1990) houdt sinds 2012 diepte-interviews voor Moesson, hét Indisch maandblad. Tijdens haar masters Nederlands en Comparative Literature onderzocht ze politiek engagement en de rol van affect in moderne literatuur. Momenteel studeert ze af aan Schrijversvakschool Amsterdam met een roman. Haar verhalen en gedichten werden onder meer gepubliceerd in Extaze, Op Ruwe Planken, op Hard//hoofd en in de bundel van de Turing Gedichtenwedstrijd 2017. Ze droeg onder meer voor tijdens Oerol en Dichters in de Prinsentuin.
Als opdrachttekst bij de aanmelding voor de residentie schreef Dewi twee gedichten waarin zij zich verhoudt tot de jaren 60. In Parijs schreef zij het gedicht Mijn tragiek bij een VOC-kanon. Het verblijf in de grootstad resulteerde in nog meer poëzie met Heldentocht door Parijs en ander gedichten. Daarvan werden Whatsappberichten en 13 november 2015 gepubliceerd in Kluger Hans #35 (oktober 2018) en Wit bloemetje verscheen in DW B 2019-2.
Gena Kagermanov (1990) is fotograaf en schrijver. In zijn werk gaat hij vooral op zoek naar de relatie tussen woord en beeld. Zijn laatste project was te zien op de groepstentoonstelling 'ROOTS' in CC Mechelen. Met het bijbehorend essay De Wandelaars van Calais won hij de Emile Zola-prijs 2018 en werd gepubliceerd in SamPol. Momenteel werkt hij samen met met Pieter-Jan De Pue aan zijn volgende filmproject.
In Parijs werkte Gena aan een kortverhaal en in de tekst De tweede blik geeft hij een stem aan een tekening uit 1569: 'De vluchteling leeft dankzij jou en mij voort met eeuwige schaamte.'
Imane Kostet (1989) is als doctoraal onderzoeker verbonden aan het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en de Universiteit Antwerpen. Ze is gepassioneerd door cultuursociologie en schrijft over identiteit, sociale ongelijkheid, gender, ballingschap en ontheemding.
Als opdrachttekst bij de aanmelding voor de residentie schreef Imane een brief aan Gabrielle Defrenne. In Parijs schreef ze een essay en ook een korte tekst geïnspireerd door het schilderij De zielenvisserij: Vissen naar identiteit in de ander.
Joost Oomen (1990) is schrijver, dichter, performer en drummer. Hij trad op van Vlieland tot Pisa en van de kerk tot het kippenhok. Hij publiceerde de poëziebundels Vliegenierswonden (2011) en De Stort (2012), maakte de vinylsingle Joost Oomen en schreef het chapbook De zon als hij valt (2016). Hij werd geselecteerd voor het Europese talentontwikkelingstraject CELA. In zijn vrije tijd is hij dj bij literair dj-collectief Team KTW. Zijn debuutroman zal verschijnen bij Querido.
Als opdrachttekst bij de aanmelding voor de residentie kijkt Joost naar de maan. In Parijs schreef hij een langer verhaal over dit hemellichaam en over heimwee, maar dan vanuit het oogpunt van een astronaut: En van saffraan is Janneke maan werd gepubliceerd in DW B (juni 2019). Joost liet zich ook inspireren door de hoed waarin graaf Ernst Casimir I sneuvelde in 1632 en dat lees je in Het gat in de hoed.
Kaya Erdinç (1994) is beoefenaar van cinesthetica en filmdenker. Beweegt zich tussen Wenen (waar hij Kunst und Medien studeert), Maastricht en Istanboel, waar hij constant emancipatoire posities probeert uit te beitelen ten opzichte van de filmgeschiedenis. Hij schept cinema vanop het witte doek tot ver daarbuiten.
Kaya onderzocht in Parijs de grens tussen tekst en scenario. Daarnaast laat hij twee stukjes been aan het woord in de tekst die hij schreef in het kader van de tentoonstelling over de Tachtigjarige oorlog. Lees en beluister hier Stukjes been: gemurmel in de vitrine.
Linda van der Pol (1992) schrijft fictie en non-fictie. Ze is neerlandicus en cultuurhistoricus, is even bezeten door Flevoland als door oost-Europa en haar werk werd onder andere gepubliceerd in De Groene Amsterdammer en bij Hard//Hoofd. In Parijs buigt ze zich over de aloude dichotomie beschaving en barbarij.
Als opdrachttekst bij de aanmelding voor de residentie stelt Linda in een audiodocu de vraag: wie was Joke Smit? In Parijs verdiepte zij zich in kannibalisme in West-Europa. Daarnaast liet zij zich inspireren door De teen van Mozes op een schilderij van Maerten de Vos.
Max Urai (1991) schrijft fictie. Daarnaast zit hij in de redacties van Perdu en Tijdschrift Ei en schrijft hij recensies voor De Reactor. In 2017 studeerde hij af van de opleiding Creative Writing aan ArtEZ met het boek Kleine Kleurloze Objecten. Tegenover zijn bureau hangt een uitgeprinte foto van Ursula Le Guin, waar hij naar kijkt als hij afgeleid is.
Als opdrachttekst bij de aanmelding voor de residentie brengt Max een reflectie op de protesten van '68 in de vorm van een musical. Hij bracht deze ten gehore tijdens de presentatieavond Mais oui, Paris! in Perdu. Hij schreef in Parijs een lang artikel over daklozenopvang. Daarnaast schreef hij een korte tekst bij tien musketten in het kader van de tentoonstelling over de Tachtigjarige oorlog: Dit is niet de enige maar deze is van mij.
Naomi Jacobs (1990) promoveert op dit moment in techniekfilosofie aan de Technische Universiteit Eindhoven. Samen met filosofen Lisa Doeland en Elize de Mul schreef ze het boek Onszelf voorbij. Kijken naar wat we liever niet zien dat begin 2018 bij Uitgeverij Arbeiderspers is verschenen.
In Parijs schreef Naomi het essayistische korte verhaal Caroline Enceinte en laat ze het jongste personage op een drukbevolkte schilderij aan het woord in De Hagenpreek, of de prediking van Johannes de Doper.
Selma Franssen (1988) volgt het postgraduaat Internationale Onderzoeksjournalistiek en is chef redactie bij Charlie Magazine. Voor Charlie maakte ze onder andere de onderzoeksreeks Relaties Anno Nu en met steun van Fonds Pascal Decroos een reeks over kinderen met een intersekse-conditie. Haar columns en artikels werden gepubliceerd in De Standaard, De Morgen en VICE Nederland. In 2019 verschijnt haar eerste boek bij uitgeverij Houtekiet.
Als opdrachttekst bij de aanmelding voor de residentie herleest Selma een essay van Joan Didion. In Parijs schreef ze het artikel Waarom vrouwen meer straatnamen verdienen. Het werd gepubliceerd door OneWorld, verscheen herwerkt tot opiniestuk in De Morgen en in Engelse vertaling op het City Metric platform van The New Statesman. Daarnaast laat ze Patientia aan het woord in Verdreven hoop, een tekst geïnspireerd door een de allegorische voorstelling van Gillis Mostaert.
Simone Atangana Bekono (1991) studeerde in 2016 af aan Creative Writing ArtEZ met een bundeling van gedichten en brieven getiteld hoe de eerste vonken zichtbaar waren, die in herdruk verscheen bij De Nieuwe Oost in samenwerking met Lebowski Publishers. De bundel werd bekroond met de Poëziedebuutprijs 2018. Momenteel werkt ze aan een roman die bij Lebowski zal verschijnen. Ze is een van de deelnemers aan het Europese talentontwikkelingstraject CELA.
Als opdrachttekst bij de aanmelding voor de residentie vraagt Simone haar moeder: ben ik een kapitalist? Ze werkte in Parijs aan een korte verhaal dat gepubliceerd werd in Deus Ex Machina (#170 - Instagramnummer) en schreef in het kader van de tentoonstelling over de Tachtigjarige oorlog de tekst Schets/Herhaal over het schildersmodel dat poseerde als Allegorie der Republiek Holland.
Thijs Joores (1998) studeerde Literatuurwetenschap en heeft nu een tussenjaar. Hij loopt stage bij uitgeverij Atlas Contact en publiceert twee keer per week op ABCyourself. Zijn werk is verder te lezen in Op Ruwe Planken en op het online platform De Student Schrijft en hij trad op in de landelijke finale van Kunstbende en op het Wintertuinfestival. Hij schrijft proza en poëzie over thema's variërend van gender en seksualiteit tot ecologie.
Thijs schreef in Parijs het korte verhaal Doen, durf of waarheid. Geïnspireerd door de kanonskogels die op de stad Haarlem werden afgevuurd tijdens de Tachtigjarige oorlog schreef hij het gedicht Huil.
Uschi Cop (1988) is gepassioneerd door literatuur. Ze werkt als beleidsmedewerker voor het Departement Cultuur, Jeugd en Media in haar thuisstad Brussel. Als doctor in de taalpsychologie balanceert ze in haar prozawerk tussen experiment en bespiegeling. Ze schrijft korte verhalen, brengt haar poëzie op podia en publiceerde columns in De Morgen. Momenteel werkt ze in de Schrijversacademie aan haar debuutroman.
Als opdrachttekst bij haar aanmelding voor de residentie verhield Uschi zich tot de jaren 60 vanuit het hiernamaals. In Parijs schreef ze het verhaal Het pension en daarnaast brengt ze het zwaard waarmee waarschijnlijk het hoofd van Johan van Oldenbarnevelt werd afgehakt tot spreken in 't Bloedigh Zwaert.
Vicky Francken (1989) is dichter en vertaler. Ze studeerde Frans en Vertaalwetenschap aan de Universiteit Utrecht en haar gedichten werden gepubliceerd in onder meer Hollands Maandblad, Revisor, Tirade en Het Liegend Konijn. Haar debuutbundel Röntgenfotomodel verscheen in 2017 bij de Bezig Bij. De bundel werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs en won de Jo Peters Poëzieprijs 2018.
Vicky onderzocht in Parijs op poetisch-essayistische wijze het begrip 'spreekangst'. Spreekangst. Een speurtocht werd gepubliceerd in Hollands Maandblad (december 2019). Geïnspireerd door een sierharnas schreef ze het gedicht Luister.
Willem Pije (1995) studeert Urban Studies aan University College London en werkt op dit moment aan een scriptie over de representatie van New York in het werk van David Wojnarowicz. Hij schreef eerder voor deFusie en werkt voor Sebes & Bisseling literair agentschap. Tijdens deze residentie wil hij zich storten op het Parijs van Genet, Guibert en Taïa.
Als opdrachttekst bij de aanmelding voor de residentie verhield Willem zich tot de jaren '60 van zijn opa. In Parijs schreef hij Aantekening over verlangen, een essay over de stad, literatuur en seksualiteit. In het kader van de tentoonstelling over de Tachtigjarige oorlog schreef hij de korte tekst Achterklap uit het atelier.
Yelena Schmitz (1996) volgt de master Woordkunst op het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen. Ze schrijft, maakt radiodocumentaires en is lid van schrijverscollectief en literair tijdschrift ZINK. In 2017 won ze de Nieuwe Types prijs voor beste afstudeerwerk van een Nederlandstalige schrijfopleiding. Ook won ze de Korte Golf Radioprijs 2017 en werd geselecteerd voor het talentontwikkelingsproject Talent op Tilt. Met het microverhaal Ich bin wie du won ze het Flash Fiction Fest.
Als opdrachttekst bij de aanmelding voor de residentie schreef Yelena over haar grootouders en de Dode Zee. Haar voorliefde voor cartografie komt ook naar voren in de tekst Bodem, die ze schreef bij een kaart van Duinkerke uit de zestiende eeuw, getekend door Jacob van Deventer. Daarnaast schreef ze proza in Parijs: het korte verhaal Une belle histoire werd gepubliceerd in Kluger Hans #36
Younes van den Broeck (1991), alias Spitler, is beeldend kunstenaar maar ook thuis in de wereld van Street Art. Zijn maatschappelijk engagement zet hij om in woord en beeld. Hij is rapper en treedt ook op als slamdichter. Zijn teksten zijn soms rauw, soms verpakt in humor en altijd recht voor de raap. Zijn kunst – in alle vormen – is meestal maatschappijkritisch.
Younes werkte in Parijs aan het rapnummer Schim in de schaduw. Voor de thematekst rond de Tachtigjarige oorlog schreef hij een tekst bij het schilderij van Johan de Witt. Lees en beluister hier Voor de vrienden is het Jan.