Als je heel goed naar de kleine maan op je handpalm kijkt, zie je een zwart pinnetje met een rood-wit gestreept vlaggetje eraan. Dit is Amerika. Sinds het moment dat Neil Armstrong en Buzz Aldrin in korrelig zwart-wit, als twee gehelmde konijnen over het maanoppervlak rondhupsten, is de maan van universeel romantisch nachtlampje veranderd in de Texaanse superfarm van de toekomst. Natuurlijk is het ook de Russische, de Chinese, de Franse en de Britse superfarm van de toekomst, maar feit blijft dat toen Neil en Buzz in 1969 dat trapje afkwamen, de maan exploitabel werd.
In de jaren zeventig hebben we naar boven gekeken, maar amper iets met de maan gedaan. In de jaren tachtig hebben we naar boven gekeken en er helemaal niets mee gedaan. Zelfs nu nog kijken we naar boven en doen we helemaal niets. Ik wil dat je naar de maan op je hand kijkt en besluit er naartoe te gaan. Ik wil dat je besluit wat je met de maan wil doen.