Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Dewi de Nijs Bik ging mee met onze schrijfresidentie in 2018. Daar schreef ze Heldentocht door Parijs en ander gedichten, waarin ze zich vanuit haar Indische achtergrond probeert te verhouden tot de Frans-Algerijnse dekolonisatieperiode, en specifieker tot het politiegeweld van ' 61 in Parijs tegen de vreedzame Algerijnse demonstranten.
'... de afstanden die ik afleg / manifesteren zich in mijn lichaam / als een zonnesteek ...'
Deze tekst kwam tot stand in het kader van een residentieproject van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in samenwerking met de stichting Biermans-Lapôtre.
Kom alles te weten over het residentieproject van deBuren.
Benieuwd wat de medereizigers van Dewi schreven in Parijs? Lees hier hun teksten.
Dewi de Nijs Bik (1990) houdt zich in haar poëzie bezig met de manier waarop koloniale structuren en cultureel trauma zich in de samenleving en mensen manifesteren. Tijdens haar masters Nederlands en Comparative Literature onderzocht ze politiek engagement en de rol van affect in moderne literatuur. Sinds 2012 verzorgt ze diepte-interviews voor Moesson, hét Indisch maandblad, en maakte ze onder meer een reportage over de Indische diaspora in de V.S. In de eenmalige glossy PINDA* (najaar 2019) verschijnt ‘Indo, Totok’ een lang interview met schrijfsters Ellen Deckwitz en Sarah Sluimer. Haar verhalen en gedichten verschenen in Extaze, Op Ruwe Planken, Kluger Hans, DW B en op Hard//hoofd en in de bundel van de Turing Gedichtenwedstrijd 2017. Dewi droeg haar poëzie voor op diverse podia in Nederland en België, onder meer met Vers van het Mes. Ze werkt bij een internationale uitgeverij als Publication Manager van wetenschappelijke journals met als focus iets heel anders, namelijk Computer Science. De rest van haar tijd werkt ze aan haar debuutbundel die zal verschijnen bij De Arbeiderspers.
Als opdrachttekst bij de aanmelding voor de residentie schreef Dewi twee gedichten waarin zij zich verhoudt tot de jaren 60. In Parijs schreef zij naast de cyclus Heldentocht in Parijs ook het gedicht Mijn tragiek bij een VOC-kanon.