Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Anne Schepers (1993) is journalist bij Buitenhof. Tijdens haar studie politicologie deed ze onderzoek naar populisme en politieke onvrede. Daarna werkte ze onder meer voor De Correspondent en EenVandaag. Ze maakt maandelijks de talkshow Politieke Junkies in De Balie en nam deel aan het zomerkamp van Das Magazin. In Parijs zal zij vooral proza schrijven.
In Parijs vindt ze geluk in de woorden van Remco Campert en schreef hem hierover een brief: Remco Campert en het geluk. Een brief. Ook schreef ze tijdens de residentie het korte verhaal Kijkdoos, dat gepubliceerd werd in Tirade (#241, juni 2018)
Bob Vanden Broeck (Aloys Vonckx) (1988) is dichter, essayist en criticus. Hij werkte mee aan diverse tentoonstellingscatalogi in binnen- en buitenland. Hij is gefascineerd door kunst als publieke ruimte. Hij publiceerde reeds poëzie in Het Liegend Konijn, DW B en Deus Ex Machina.
Bob Vanden Broeck dicht in Parijs Een historisch festival: 'Beste Huis Biermans – Lapôtre, je verblijft van zaterdag 1 tot zaterdag 15 juli 2017 in dit gedicht'. Het werd gepubliceerd in De Internet Gids (november 2017).
Esther De Soomer (1986) studeerde Taal- en Letterkunde, Westerse literatuur en Editiewetenschap in Leuven en Berlijn. Ze werkte als redacteur van uitgaven voor hoger onderwijs. Vandaag leeft ze van haar pen: ze schrijft voor overheden en bedrijven over milieu, duurzaamheid, mobiliteit en technologie. Daarnaast schrijft ze proza.
Esther De Soomer schreef in Parijs twee kort verhalen: Tape, waarin een cassettebandje een generatiekloof blootlegt, en De laatste projectie, over een pianiste die stille films begeleidt in Parijs begin jaren 1930. Ze schreef ook een ode aan de ideale outsider, Heinrich Heine in Ode aan een Duitse Dichter.
Giuseppe Minervini (1994) studeerde filosofie en Westerse literatuur aan de KULeuven. Hij publiceerde proza en poëzie in literaire tijdschriften Gierik & NVT, Extaze, VAT, De Titaan, Het Liegend Konijn, Kluger Hans, Deus Ex Machina, G., DW B, De Gids en literaire platformen Passionate, Hard//Hoofd, De Optimist. In 2016 werd hij geselecteerd voor het talententraject Talent op Tilt, het jaar daarna won hij met een selectie gedichten uit zijn debuutbundel de Leuvense voorronde van Write-Now. Hij publiceerde essays voor kunsttijdschrift rekto:verso en recenseert romans voor HUMO.
Wat is geluk? Giuseppe Minervini vroeg het zich in Parijs af en poogde het per brief aan het geluksconcept zelf voor te leggen. In het korte verhaal Hadya en de halfgod neemt hij je mee op een waanzinnige flaneertocht door de stad. Verder schreef hij een ode aan Alfred Jarry: Neen ajuin!
Hélène Christelle Munganyende (1994) telt 24 bewogen levensjaren tussen Kigali, Eindhoven en Brussel. Ze landde als politieke vluchteling in Nederland. Toen ze negentien was verhuisde ze naar Brussel om Politieke Wetenschappen te studeren. Tegenwoordig onderzoekt ze voor haar werk uiteenlopende vraagstukken met betrekking tot de politieke emancipatie van Afro-Europese millenials en jonge zwarte vrouwen. Hélène publiceert hierover essays in verschillende landelijke media zoals de Volkskrant, VOGUE, OneWorld, Dipsaus en De Groene Amsterdammer. Ze is oprichtster van IamSHERO en werd dit jaar genomineerd voor de Vrouw in de Media Award en de VIVA400 . In november hield ze haar eerste TED-talk op TEDxAmsWomen, waarin ze vertelde over haar persoonlijke vorm van verzet: haar schrijverschap, waarin ze de vrijgevochten verhalen van de zwarte vrouwen om haar heen viert.
In Parijs schreef Hélène Christelle over het Afropunkfestival. Deze tekst verscheen als bijdrage in de bundel Zwart en zal in de zomer van 2018 ook gepubliceerd worden in VOGUE.
Jana De Kockere (1994) is theatermaker (in opleiding, aan het KASK) en filosofe (aan de UGent). Ze zoekt naar de waarheid over de waarheid, zowel in de boeken als op de scène.
In Parijs doet ze verslag van een vergadering over tijd. Maar wat we lezen zijn meer dan slechts de notulen. In het verhaal Utopia ze ons mee in een Parijs waar droom en werkelijkheid in elkaar overvloeien. Verder schreef ze een ode aan de taal: Oh heerlijk Babylon.
Julie Cafmeyer (1987) is schrijver en theatermaker. Haar voorstelling Bombastische Liefdesverklaring is een collage van foto’s van ex-vriendjes, e-mails, sms’en, audio opnames en poëzie. Worstelend met haar liefdesleven ervaart ze orgasmes, wanhoop, afwijzing en de hemel. Ook in haar teksten vertrekt Julie altijd vanuit het persoonlijke. Met voorbeelden als Karl Öve Knausgard en Sophie Calle is ze gefascineerd door de schaamte, de privésfeer en hoe ze de toeschouwer tot intieme deelgenoot kan maken in haar werk.
In Parijs schreef Julie Cafmeyer Quelques dialogues intimes dans la chambre à coucher: over dansen op Madonna, onduidelijke complimenten en afwezige fotokaders. Ook schreef ze een Ode aan Sophie Calle.
Kees de Haan (1990) is beeldend kunstenaar. Hij studeerde Beeld en Taal aan de Gerrit Rietveld Academie. Hij danst, bakt taart, spreekt mensen toe en maakt sculpturen die vaak stuk gaan. Zijn werk is speels en treurig. Het gaat over dromen en idealen die op de realiteit botsen. Kees is daarin erg breekbaar. Het biedt troost om te zien hoe hij daarmee omgaat.
In Parijs schreef hij Josefien, brieven aan Josephine Baker. Ook werkte hij er aan Als het tegenvalt, waarmee hij dans en poëzie onderzoekt.
Lotte Lentes (1990) schrijft proza en theater. Ze werkte voor onder andere Das Magazin en NTGent en in 2015 verscheen haar novelle De jongen, het stof bij Literair Productiehuis Wintertuin. In datzelfde jaar werd ze geselecteerd voor het Slow Writing Lab, het talentenprogramma van het Nederlands Letterenfonds. Tevens is ze deelnemer aan het Europese talentontwikkelingsprogramma CELA. Haar debuutroman zal verschijnen bij Uitgeverij Cossee.
Lotte wandelde in Parijs alle arrondissementen van de stad door. Dat resulteerde in Nu ligt alleen zijn hond er nog. Deze tekst werd gepubliceerd in Oogst nr. 12 en uitgewerkt tot 100 pinnen in Parijs, een digitaal interactief kunstwerk, dat in de zomer van 2018 gepubliceerd werd door De Internet Gids.
In Montmartre vond ze alleen de ‘rekwisieten van een gladgestreken geschiedenis’, zonder sporen van de bloeiende Afro-Amerikaanse gemeenschap, toen de wijk nog de bijnaam ‘Harlem of the city of lights’ droeg. Ze schreef hierover de tekst De Josephine Baker-dialogen.
Malu de Bont (1991) is vaste redacteur voor ELLE. Ze studeerde Journalistiek en verdiepte zich op Amsterdam Fashion Institute in de maatschappelijke context van mode. Ze geeft gastlessen en lezingen over interviewen en (online) modejournalistiek op de HKU, Fontys Hogeschool Journalistiek en Amsterdam Fashion Institute. Gelooft vastgeroeste ideeën over onderwerpen vaak niet.
Malu de Bont schreef in Parijs een ode aan de legendarische journalist Bibeb: Een brutaal lange adem.
Pieter Kranenborg (1994) is schrijver. Daarnaast volgt hij de masteropleiding Urban Studies aan de Universiteit van Amsterdam, wat je zou kunnen zien als een studie over verhalen over het leven in de stad. Hij publiceerde in Tirade en Hollands Maandblad. In 2015 won hij de Hollands Maandblad Aanmoedigingsbeurs en in mei 2017 verscheen zijn verhalenbundel Astronaut.
Een politieverhoor, een vliegeniersdroom in de as en Japanse vergankelijkheidsfilosofie, daar gaat zijn kort verhaal Vliegeniers over, dat gepubliceerd werd op Tirade.nu. Ook schreef hij een ode aan de stad Parijs zelf: Een gedroomde stad.
Rineke Roosenboom (1989) is schrijver, theatermaker en tekenaar. Ze studeerde aan de Schrijfopleiding van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Als theatermaker en schrijver werkt ze bij Orkater/De Nieuwkomers in het muziektheaterduo iona&rineke. Haar teksten en tekeningen werden gespeeld en gepubliceerd bij onder meer Festival Cement, Kluger Hans, tgECHO, Oerol Festival en festival de Parade.
Rineke Roosenboom schreef het verhaal De waskamer en een ode aan De catacomben. Ook werkte ze er aan een reeks geïllustreerde korte verhalen Als ik nu niet beweeg, waarin de personages letterlijk of figuurlijk een 'sprong' maken, geïnspireerd door de iconische sprong van danser Nijinsky.
Sabrine Ingabire (1995) is student rechten en schrijfster. Toen ze vier was, kwam ze van Rwanda naar Brussel, waar ze Frans leerde. Op haar tiende verhuisde ze naar Vlaanderen en leerde daardoor Nederlands. Ze keerde dan weer naar Brussel, waar ze momenteel werkt aan het behalen van een rechtendiploma, om zich uiteindelijk te specialiseren in de mensenrechten. In 2016 verscheen haar roman Le chemin vers le bonheur. Daarnaast schrijft Sabrine over allerlei thema’s rond sociale ongelijkheid. Haar artikels en columns verschenen onder meer in De Morgen en MO*.
Sabrine Ingabire reflecteert over tijd in een persoonlijke voordracht over haar twijfels, haar onrust en haar dromen. Beluister hier Gedeelde tijd.
Sarah Arnolds (1992) studeerde in 2014 af aan de Gerrit Rietveld Academie. Ze nam deel aan het Slow Writing Lab van het Nederlands Letterenfonds in 2015-2016. Ze schrijft filmscenario's, publiceerde verhalen en poëzie in onder meer De Gids (waarvan ze ook webredacteur is) en Revisor. Ze schreef scenario's voor de korte films Je vriendin koopt een vis op de markt (NTR Kort!, 2015), De Hel (2015) en Planet Beauty (One Night Stand, 2016).
Sarah Arnolds schreef een tweestemmig dankwoord: Bedankt (voor twee personen). Een herwerkte versie van deze tekst verwerkte ze in haar bijdrage aan de Sampler van Das Magazin (2018). Verder schreef zij met
Zoekertje een ode aan de Hoge Verwachting.
Sereh Mandias (1987) schrijft en spreekt, na haar studies wijsbegeerte en bouwkunde te hebben voltooid, over architectuur en de stad. Voorheen als chef architectuur en stedelijke ontwikkeling van Rotterdams online tijdschrift Vers Beton, nu als docent en onderzoeker bij de leerstoel Interiors Buildings Cities (faculteit Bouwkunde, TU Delft), redacteur van podium voor stadscultuur De Dépendance en mede-oprichter van architectuurpodcast Windoog.
Wat maakt een huis tot een thuis? Sereh Mandias bekijkt drie Parijse woningen waarin de verlangde grens tussen privé en publiek op een bijzondere manier vorm kreeg en schreef hier Huiselijk geluk over. Deze tekst verscheen op de website van Maand van de geschiedenis. Een herwerkte versie verscheen in Franse vertaling in Septentrion (2018_2). Verder schreef ze een ode aan Les Espaces d'Abraxas: Paleis, theater, triomfboog.
Steffie Van Neste (1994) studeerde taal-en letterkunde (Frans-Latijn) en Meertalige Bedrijfscommunicatie aan de Universiteit Gent. Momenteel werkt ze als doctoranda aan de Universiteit Gent aan een proefschrift over Alexandre Dumas. Bewapend met pen en papier wil ze schoonheid scheppen in een maar al te grauwe wereld.
Steffie Van Neste neemt ons mee op een tocht door de catacomben met Vergilius als gids, in Een queeste naar geluk. Ook schreef ze een eerbetoon aan Alexandre Dumas.
Tjeerd Posthuma (1992) begon toen hij zestien was met schrijven voor Sesamstraat. Hij studeerde Theaterwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkte als dramaturg voor Theater Bellevue. In 2016 verscheen zijn debuutroman Stad van Goud.
Het verstrijken van de tijd veroorzaakt barstjes in de vanzelfsprekende band tussen twee boezemvrienden. Voordat ik een fout maak, maak ik die fout niet is een verhaal van Tjeerd Posthuma over voetbal, vakantie en ongemakkelijke stiltes. Ook schreef hij een ode aan de Eiffeltoren: Staal en lucht.
Yousra Benfquih (1988) is naast mensenrechtenjuriste en doctoraal onderzoekster aan de Universiteit Antwerpen ook columnist, dichter en spoken word artiest. Met haar poëzie bespeelt ze het delicate evenwicht tussen humor en ernst, tussen ongemak en ontroering. Ze won de text-on-stage wedstrijd Naft voor Woord 2017 en stond sindsdien op uiteenlopende podia en werkte samen met organisaties als Amnesty International en Passa Porta. Haar columns verschenen in De Standaard, Charliemag, De Morgen, Rekto:Verso en Knack. Maandelijks kan je haar brief aan ‘De Held van de Week’ beluisteren op Radio 1. Ze schuwt, de woorden van Chimamanda Adichie indachtig, slechts één ding: ‘the single story’.
Yousra Benfquih schreef De woudwandelaarster, een sprookjesachtige allegorie over tijd. Ook schreef ze Ode aan Henri Matisse. Haar essay Over de serendipiteit van bananenbrood en sterrenstof werd genomineerd voor de Joost Zwagerman Essayprijs 2018.