Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Hoe klinkt het kasboek van een plantage? Waaraan denkt een kwast die werd gebruikt voor bezweringen? Met welke stem spreekt een contract uit de 18e eeuw? En welk verhaal herbergt Het poppenhuis van schilder Jacob Appel?
In de reeks Oude werken, jonge schrijvers geven jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs een stem aan een artefact uit de tentoonstelling Slavernij (Rijksmuseum, Amsterdam).
tel de gezichten, zoek naar de trots
want dit is een doek, een ruw vlak, een beeld zonder dimensie
een onvoelbaar zicht
hier vormen muren een landschap
een fantoomruimte die de regen weerhoudt
de zon van de huid
weerhoudt
koud heeft hij het niet
het landschap is solide, het briesje vals
tussen zijn handen ontbreekt het object, ontbreekt het dienblad, de rinkelende glazen
erg alleen in de hoek is hij dienstbaar,
is het object
draagt hij de lucht, draagt hij de ruimte
in de middelste kamer staat een meisje, een zachtroze meisje
houd haar aan een draadje
houd haar op het rechte pad
laat haar niet buiten de lijnen
maak de kromming volmaakt
wie heeft de zon uitgesmeerd? de bomen in beweging gebracht?
wie bepaalt de aan te nemen vorm?
ieder kind het leerproces van netheid, het goede
balanceren van edele borden
het snerpen van een zilveren mes tegen duur porselein
het knarsen van de essenhouten vloer
tussen de smaragdgroene wanden galmt behoorlijkheid, een meisjeskoor
steeds schriller klinkt een meisjeskoor
de adoratie van een middelpunt, een babytelg
wie is de belofte? wie ontstijgt de vlakke lijn niet?
alles hier is vooraf vastgelegd:
de gemeten afstand tussen stoel en tafel
de gemeten afstand tussen mens en huid
het achterlaten
van lege zitplekken
en tijd kostte het en maatwerk
maar deze ruimte echoot
in hollandse steden,
in het wellevend korps
want alles lijkt op iets anders
alles bestaat uit drie lagen: een lijn, een huis, een mens
een datum, een jaartal, een tijdperk
erg alleen in de hoek is hij het zwijgen, de dienstbaarheid
dat wat in het behang kruipt, het toebehoren
aan de ruimte, het onmisbare
hij is drie lagen
en een ervan het meest:
een lijn, een huis, een huid
de dikte van de verf
het uitsmeren
het opdrogen
een vals briesje
strijkt de lucht glad, maakt het smetteloos
Elsbet De Pauw (1998) schrijft poëzie en proza en volgt de masteropleiding Vergelijkende Moderne Letterkunde aan de UGent. Ze schrijft over lichamen en onbehagen, de fluïditeit tussen meisje en vrouw en over Belgische dorpjes. Ze brengt haar gedichten op podia, stond in de finale van WriteNow! 2019 en is te vinden in de digitale dichtbundel van Dichters in de Prinsentuin 2020. Ze is gefascineerd door kitsch, alles wat raar is en het werk van Chris Kraus. Voor Besmette Stad maakte ze met Max Urai een videogedicht geïnspireerd door Paul Van Ostaijen.
De tekst waarmee ze zich kandidaat stelde voor de Schrijfresidentie, over Multatuli en waarheid, wordt gepubliceerd in het Jaarboek Multatuli.