Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

wat onze grootouders zeiden en wij wel/niet zullen zeggen tegen onze kleinkinderen l Marie Borremans

Achttien jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs laten artefacten uit de Rijksmuseumtentoonstelling Slavernij spreken. Marie Borremans schreef een gedicht geïnspireerd door een brief van Pieter Mortamer, directeur te Luanda, aan Johan Maurits, geschreven op 31 oktober 1642, met daarin advies over onderhandelingen op het hoogste diplomatieke niveau met de Congolese koning.
Door Marie Borremans op 15 feb 2021
Tekst
Literatuur & taal
Schrijfresidentie Parijs
Brief van Pieter Mortamer, directeur te Luanda aan Johan Maurits, met advies over onderhandelingen op het hoogste diplomatieke niveau met de Congolese koning, 31 oktober 1642. Onderdeel van Convoluut van stukken betreffende het gouvernement van Johan Maur

Hoe klinkt het kasboek van een plantage? Waaraan denkt een kwast die werd gebruikt voor bezweringen? Met welke stem spreekt een contract uit de 18e eeuw? En welk verhaal herbergt Het poppenhuis van schilder Jacob Appel?

 

In de reeks Oude werken, jonge schrijvers geven jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs een stem aan een artefact uit de tentoonstelling Slavernij (Rijksmuseum, Amsterdam).

wat onze grootouders zeiden en wij wel/niet zullen zeggen tegen onze kleinkinderen

© Marianne Hommersom

Marie Borremans

Marie Borremans (1994) studeert Woordkunst aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen en werkt als onderzoeksjournalist. Het liefst maakt ze verhalen die grenzen opzoeken: tussen realiteit en fictie, tussen proza en poëzie, tussen tekst en geluid. Ze publiceerde in de Sampler  van Das Mag in 2019 en werd tweede in schrijfwedstrijd Write Now!. Tijdens de schrijfresidentie in Parijs maakte ze het multimediale project 1 km waarin ze het thema vrijheid onderzoekt in woord, beeld en audio. 

 

De tekst waarmee ze zich kandidaat stelde voor de Schrijfresidentie, over Multatuli en waarheid, wordt gepubliceerd in het Jaarboek Multatuli. 

Vertel het verder: