Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

In Memoriam Paula Sémer (2/2)

Zondag 30 oktober droegen Annemie van Winckel en Wim Jansen ieder een In Memoriam voor, gewijd aan Paula Sémer.
Door Annemie van Winckel op 8 nov 2011
Tekst
Literatuur & taal

Na voordracht van deze treurteksten nodigde Anna Luyten Paula Sémer uit op het podium om te praten over herdenken, herinneren en wat je ook na je dood nog kunt betekenen. Een videoverslag vindt u hier, de tekst van Annemie van Winckel leest u hier.

Lieve Paula,

In februari kreeg ik van jou nog een verjaardagskaart met het prachtige gedicht van Toon Tellegen ‘Zal ik weggaan’. Jij schreef erbij: ‘Wij blijven. Jij nog een hele tijd, ik nog even. En wij genieten van dit leven.’

En nu ben je dood. Jij die ten minste 150 zou halen. Die ze allemaal vlotjes overleefde: Armand Pien, Toni Corsari, Karel Hemmerechts, Nic Bal, Paul Vandenbussche, Bob Davidse… de laatste der NIR-BRT-BRTN-Mohikanen of dinosaurussen zoals jullie het clubje van pioniers zelf noemden.

Verdorie Paula, dit had je nu niet mogen doen, doodgaan.

Want ook nu hebben we jou nog nodig op de barricades. Met een klein duwtje, zouden we je d’er graag ophelpen.

Maar lieve Paula, ‘ook als je er niet meer bent, kan je nog meer betekenen dan je denkt’, zoals jij het Vlaanderen voorhield. En wel hierom.

Ik leerde je kennen in 1981. Ik was een snotneus van 28, net moeder geworden en je vroeg me voor een van je maatschappelijke tv-reportages. Toen vertelde je me het verhaal van je borstkanker. Ik was er kapot van – en jij natuurlijk nog veel meer – maar na de feiten en de emoties kwam het strijdplan: Je wilde de Vlaamse vrouwen een spiegel voorhouden op televisie. Er kwam een taboedoorbrekende reportagereeks en een prachtig boek over borstkanker.

Het was niet het eerste taboe dat van jou een flinke trap kreeg.

En die gedrevenheid kwam niet uit de lucht vallen. Jij had, in tegenstelling tot die overdonderende meerderheid van katholieke vrouwen in die jaren, een vrijzinnige opvoeding gekregen. Je kreeg van thuis de haast dwingende opdracht mee om met je verstand en je talenten iets waardevols maatschappelijk te doen. Heel ongewoon voor een vrouw in die tijd.

Het verhaal van je jeugd hoorde ik toen ik jou in 1991 vroeg om op jouw beurt mee te werken aan mijn project, het boek Keien in de Vijver. De lange babbels bij jou thuis in Elsene, werden het begin van een fijne vriendschap.

Ik krijg nog kippenvel als ik denk aan het moment waarop ik op de radio hoorde dat Herman gestorven was. Ik zat net ons gesprek uit te schrijven waarin je hem beschreef als jouw geëmancipeerde kameraad.

Jullie hebben samen een lange weg afgelegd. Herman kwam uit een heel ander milieu dan jij – een groot katholiek gezin met veel kinderen – en wilde je o zo graag beschermen en verzorgen.

‘Hij wilde me versmachten onder zijn vleugels’ zei je en daar ben je onderuit gekropen. Je trouwring deed je uit, ‘Vrijheid’ binnen je relatie, dat werd voor jou een sleutelwoord. En het lukte. Herman moet, met enige overdrijving, de eerste nieuwe man in Vlaanderen geweest zijn.

Toch stond je nooit echt vooraan op de barricades. Vrouwendagen, slogans schreeuwen, betogen en lawaai maken het lag je niet zo. Dat wisten we, maar we wisten ook dat jij ons ruggesteunde, ondersteunde, power en energie gaf.

En  op het scherm bleef je beuken tegen heilige huisjes. Je noemde het je Jeanne-d’Arccomplex. Holebi’s, nieuwe relatievormen, mensen met kanker of andere levensbedreigende ziekten, minderheidsgroepen…. Het was niet een Caritas-gevoel dat je dreef, het was veel strijdbaarder. Solidariteit was jouw drijfveer. Wat je op je zeventigste nog omzette in een politiek mandaat toen je senator werd voor de SP.

Maar gelukkig belette niets jou om tussendoor ook eens zogenaamd ‘onbenullige’ dingen te doen. Zo kreeg je op je 80ste nog een rol in Thuis, de VRT-soap. Je was al fan van het eerste uur en vooral het verhaal van Jenny – Janine Bischops – Jenny dus die borstkanker kreeg in de reeks, heb je op het puntje van je stoel gevolgd.

Je huppelde door de reeks als Jetteke, het lief van Tuur – die norse, verstrooide maar ook heel lieve vakman Nand Buyl. Je hebt meteen je personage naar je hand gezet: Jetteke werd door jou een veel eigentijdsere en kordatere kant opgestuurd dan ze aanvankelijke gecast was.

Wat ik me graag herinner Paula, zijn die heerlijke momenten met de Cronies. Je maakte me lid van een kransje van een zevental oude feministen die zich ‘de old cronies’ noemden en die twee keer per jaar samenkwamen om zich eens lekker te laten gaan. Na de thee en de taartjes en een rondje roddels, herschreven we de geschiedenis: hoe die mannen het toch allemaal verknoeid hadden! En hoe ze geen gevoel voor humor hadden. En hoe ze de geschiedenis vervalst hadden….Om helemaal op te gaan in een zelf relativerend en ter plekke geïmproviseerd  toneelstukje met aangebrande grappen en hilarische woordspelingen. Gelachen dat we hebben! Het waren heerlijke middagen Paula, ik zal ze missen.

We gingen samen met de Old Cronies naar de Vaginamonologen van Eve Ensler kijken, door An Nelissen. Je vond het geweldig. Even later had ik je aan de lijn: of ik soms Het Grote Penisboek van Goedele Liekens in huis had want daar moest je ergens je mening over gaan geven. Je wilde dat met veel plezier doen maar het boek ook nog kopen, op jouw leeftijd… dat vond je erover.

Ja Paula, op die Croniemiddagen ging jij heerlijk uit de bol.

Dan werd jij die geinige, grappige, leuke old lady met een geweldige dosis humor. Ik zag het je onlangs ook eens doen in De Laatste Show. Je zong de lof van de regendouche die je had laten installeren in je badkamer en van je rugkrabber die op een prettige manier komaf maakte met je ‘dode huidcelletjes’. Waarna je de oude bomen in het park ging knuffelen.

Ik vermoed dat Vlaanderen toen dacht dat je knettergek was geworden. Maar niets was minder waar. Jij was op een heel bijzondere manier bezig met spiritualiteit, met meditatie, met relaxatie, met natuurgeneeskunde. Ik prijs me zalig dat ik daar nog menig keer met jou over heb kunnen praten en dat je me daarover veel wijsheid hebt meegegeven.

Dan was jij die zachte, lieve, rustige, helende vrouw met een luisterend oor en met een grote mensenkennis.

Maar vaak laaide het vuur weer op en ergerde je je bv blauw aan vrouwen die hun discours begonnen met ‘ik ben geen feministe maar …’.

Oh neen, jij hebt je overtuiging nooit onder stoelen of banken gestoken Paula. Met een felheid maar ook altijd waardige verontwaardiging haalde je vlotjes jouw goed onderbouwde argumenten op het perfect gekozen moment uit de kast.

Daarom werd je ook voor allerlei acties opgetrommeld en voor vele karren gespannen. Gelukkig ging je daarin nooit over een nacht ijs: Testament.be, Recht op Waardig Sterven, het euthanasiedebat….

En bij elke publieke verschijning droeg je een nieuwe bril. Want vanaf – pakweg je zeventigste – zocht je altijd van die schitterende brilmonturen die perfect pasten bij je beeldschone witte haren. En als dan ook nog de VRT-schminksters met al hun vakmanschap op jou los gelaten waren, waren de kreten van bewondering in de Vlaamse huiskamers niet uit de lucht. ‘Wat ziet ze er weer stralend uit….’

Je was een vrouw met klasse, diplomatie, stijl en smaak; u zou eens moeten zien hoe mooi ze schreef, dames en heren,  zelfs de tekst op een banaal vakantiekaartje leek een kalligrafisch kunstwerk.

Op 11 juli 2005, Vlaamse feestdag, werd je ontvangen in het gemeentehuis van Watermaal-Bosvoorde. Of moet ik Boisfort zeggen. Iemand had Myriam Rolin, FDF-burgemeester, zo ver gekregen dat je op de Vlaamse feestdag gehuldigd werd in een van de hardnekkigste Brusselse francofone bastions. “Faut le faire!”. Ook Dani Klein was er, een Bosvoordse dorpsgenote. Zij zong voor jou enkele van haar mooiste songs.

Bosvoorde – na 40 jaar Elsene – lag je wel. Je kon er min of meer in de anonimiteit winkelen en wandelen – jouw buren in de bossen van Bosvoorde wisten wel dat je een bijzondere vrouw was maar wat of wie of hoe – in Brussel kijken ze zelden naar de Vlaamse buis.
Ze zullen wel geschrokken zijn toen ooit een limousine van de Senaat voorreed omdat je die een keer mocht voorzitten als ouderdomsdeken. Je liet het je welgevallen en je genoot met volle teugen.

Dateert uit die tijd niet het deftige accentje op de é van Sémer?

Ach, iedereen heeft zo zijn zwakheden en jij had er inderdaad ook enkele. Ik ken er nog ééntje: professoren! Je bent niet gespaard van kwaaltjes en ernstige kwalen maar je hebt ze met glans gecounterd. En telkens nam je daarvoor deze of gene professor onder de arm. Want je kende ze allemaal in Vlaanderen en Brussel en zij jou.

Hoe fier was je trouwens toen je zoon prof werd en later vice-rector van de VUB. Professor Dr. Jan Cornelis – ooit ‘le petit Janneke’ voor de buren in Elsene,  je moet die titel vaak met genoegen uitgesproken hebben.

En ook je kleinzoon Bruno bleek een bolleboos en maakte een schitterende carrière aan de VUB. Je was er zó trots op.

Hoe komt het trouwens Paula dat je zo fit en mobiel en mooi bleef tot ver voorbij je honderdste? Omdat je je hele leven gewandeld en gestapt hebt en duizenden kilometers gezwommen? Bevallige dame in badpak met retro bloemetjesbadmuts? Dat heb ik helaas nooit mogen zien, jammer.

Maar als je dan eens een kwaaltje had, dan kon je dat oh zo mooi relativeren. Ik pik maar één citaat uit een mail van jou toen ik nood had aan een schouder om even uit te huilen. Je bood me prompt ‘je knokige balkjes’ aan.

Want oh ja, dat deed je ook: mailen, surfen, SMS’en, twitteren, facebooken…. Steve Jobs was misschien niet jouw type man – zijn Appeltjes heb je met plezier verorberd.

Lieve Paula,

Lieve actrice, radiovrouw, tv-presentatrice, tv-producer en -productieleider, auteur, politica, senatrice, feministe, socialiste, vriendin…: je genoot van het leven en wij genoten van jou.


Je hebt stenen verlegd in heel wat rivieren, je was een kei in ontelbare vijvers, je was onvermoeibaar bezig met leven en met ‘het leven’.

Het ga je goed – ergens of gewoon nergens – want daar was je van overtuigd: na dit leven is er niets meer.

Bedankt Old Cronie,
bedankt Paula.

Annemie van Winckel

Vertel het verder: