Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
De topbonussen bij de grootbanken zijn terug. De baas van BNP Paribas Fortis krijgt een extraatje van 1,3 miljoen euro. Vakbonden en normaalverdieners stellen vragen bij deze hoge beloningen voor mensen die banken leiden. Ze verdienden gigantische bedragen toen het goed ging, hun honger verminderde amper toen het slecht ging. Na de noodzakelijke publieke miljardensteun hebben de bankiers even ootmoed getoond, maar sinds het weer goed gaat (?) is ook hun bonushonger terug.
Wij onderzoeken vandaag bijna alles. In mijn wilde jaren dacht ik dat er zoveel onderzoek was, omdat er zoveel onderzoekers waren. Niet problemen of crisissen oriënteren het onderzoek maar wel werkzoekende onderzoekers en hun naar adem snakkende instituten. Graag zou ik simultaan in een Chinese, Amerikaanse en Europese universiteit de correlatie willen laten onderzoeken tussen wat de topmanager kost en de resultaten van het bedrijf. Mijn buikgevoel zegt mij dat een 'topmanager' die twee miljoen euro verdient, niet beter presteert dan een die één miljoen euro verdient. Degenen die beweren dat 'de markt' het loon en dus de kost van de manager bepaalt, geloof ik maar half. Ik vermoed dat een kleine vriendenclub in stil overleg met hun engelbewaarders, de koppensnellers, de lonen van topmanagers manipuleert en handhaaft.
Toen president Bush senior de Japanse autogigant Toyota bezocht, vroeg de baas van het Japanse industrieel en bancair imperium aan de Amerikaanse president waarom de ceo's in zijn land zoveel verdienden in de autobranche, terwijl de verliezen er zo groot waren. In Japan verdiende een ceo toen nooit meer dan vijftien maal het loon van een bandarbeider in hetzelfde bedrijf. Bush had geen antwoord.
Waarschijnlijk zijn Pierre Mariani, Jean-Laurent Bonnafé en Jan Vanhevel intelligente mensen. Waarschijnlijk beschikken zij over een zeer synthetische geest, een uitzonderlijk geheugen, een groot empathisch vermogen, briljante communicatievaardigheden en leiderschap (wat dit ook moge betekenen). Maar ik betwijfel of dat alles een jaarinkomen van 2.200.000 euro verantwoordt.
Aan de banken die deze gekke bonussen betalen zou ik een suggestie willen doen. Drie Belgische banken hebben voor het afgelopen jaar bonussen toegekend aan drie managers voor 2.500.000 euro. Ik stel voor dat ze dit volgend jaar niet meer doen, maar het bedrag in een cultureel fonds stoppen dat enkel kan worden aangesproken voor internationale projecten. Door deze strategische ingreep zouden zij hun topmanagers verlossen van een schuldgevoel dat toch zeer belastend moet zijn. Zij zouden daarbij de mogelijkheid geven aan kunstenaars uit alle disciplines om in het buitenland de uitstraling van België, Vlaanderen, Brussel en Wallonië te vergroten en waar nodig op een natuurlijke manier aan reputatiemanagement te doen.
Bij drie banken hebben we zo zonder moeite (en zonder sociaal bloedbad) 2.500.000 euro gevonden. De publieke sector zou hetzelfde bedrag kunnen toevoegen en meteen beschikken wij over een fonds dat mogelijkheden biedt. Omdat we niet discriminerend mogen zijn, doen we aan de verzekeringssector, de telecommunicatie, de chemie en de energiesector hetzelfde mooie aanbod. Wij kunnen dus 10.000.000 euro ophalen uit zeer winstgevende sectoren en ze en passant verlossen van hun tergend asociaal imago. De Vlaamse Gemeenschap draagt 6.000.000 euro bij, de Franse Gemeenschap 4.000.000 euro. Met, bijeengeteld, een jaarlijkse bron van 20.000.000 euro, waarin de private en publieke sector elk de helft bijdragen, zetten kunstenaars dit land (of deze landen) nog positiever op de wereldkaart.
Beeldende kunstenaars, musici, auteurs, theater- en filmmakers, fotografen en vormgevers zijn bij uitstek de toekomstige ambassadeurs van wijsheid en schoonheid. Als we met quota beginnen omdat we bang zijn van onze eigen bekrompenheid, dan doe ik ook graag een duit in het zakje. Vanaf nu moet in elk parlement ten minste 10 procent kunstenaars zetelen. Dan zitten daar niet alleen mensen die van alles de prijs kennen, maar ook enkelen die meer aandacht hebben voor de waarde.
Dorian van der Brempt is directeur van het Vlaams-Nederlands huis deBuren.
Deze column verscheen in De Standaard van 14.04.2011