Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Brief uit Amsterdam #2

Chris Van Camp schrijft deze zomer brieven aan deBuren. Op 4, 6 en 10 augustus berichtte ze ons vanaf Theater Aan Zee. Gisteren ontvingen we haar eerste brief uit Amsterdam. Vandaag schrijft ze ons opnieuw, met een gouden tip voor de citybooks!
Door Chris Van Camp op 31 aug 2010
Tekst
Politiek & samenleving
Cultuurbeleid
citybooks

Chris Van Camp schrijft deze zomer brieven aan deBuren. Op 4, 6 en 10 augustus berichtte ze ons vanaf Theater Aan Zee. Gisteren ontvingen we haar eerste brief uit Amsterdam. Vandaag schrijft ze ons opnieuw, met een gouden tip voor de citybooks!

Goedemorgen Buren,

Het is opgeklaard! De donkere wolken pakken zich momenteel alleen nog samen boven  het Nederlandse politieke landschap. Ik betrap de verzamelde Belgen hier erop dat we er weinig rouwig om zijn. Alsof we ons nu minder hoeven te schamen voor het maar wat aanmodderen in onze Wetstraat. Gek genoeg is het effect van duurbetaalde vaderlandse kranten op een terrasje aan het Spui heel anders dan wanneer het nieuws thuis in je bus valt. Vogelperspectief maakt het allemaal minder dramatisch. Moest het een universeel verschijnsel zijn, konden we misschien aan landruil gaan denken. Een andere optie lijkt me dat we wegens de nakende vervaldatum van onze competentie onder voogdij van Europa komen te staan. Anderzijds ruikt die piste naar een klassiek scenario voor een nachtmerrie, want de president van Europa lijkt verdacht veel op iemand die het eerder toch ook allemaal niet meer wist.

Op café discussiëren over politiek, grensoverschrijdend dan nog wel, het heeft iets. Het geeft mij dat gezellige ‘ik ben een van de jongens’-gevoel. En straks mag ik weer, in de onvervalste bruine kroeg ‘de Engelse reet’. Rick de Leeuw nodigde me uit op deze ontdekkingstocht. Het is vlak om de hoek van zijn Amsterdamse residentie. Ik zal eerst bij hem langsgaan en dan gaan we naar het heiligdom der borrelaars en toepers (wees gerust het is maar een kaartspel). De steeg waar zijn voordeur zich ergens moet verschuilen, is moeilijk te vinden. Je kan er alvast geen parkeerbonnen krijgen, want tenzij je stunt op twee wielen komt er geen auto door. Het lijkt New York wel. Ik bel aan bij een vrolijke Rick. Hij komt er aan. Twee naamplaatjes onder het zijne valt me de naam ‘Vierhout’ op. Zou het… nee?

Wanneer de baas van de Engelse reet ons zijn bestsellers heeft aangeprezen en er niets dan vakmanschap en traditie op onze tafel staat, moet ik het vragen. ‘Rick, die Vierhout onder jou, is dat Ted Vierhout?’ Rick bevestigt, een beetje verbaasd dat ik zijn oude buurman ken. En of dat ik hem ken. Ik out me meteen als een vurige bewonderaarster van zijn roman Het erotisch labyrint. Het moet ergens begin jaren ‘80 geweest zijn. Het prestigieuze maandblad Avenue bestond nog. In plaats van tv-dekentjes of kookboeken, kon je via hen kunst aankopen en alvast voorpublicaties van literatuur in wording lezen. Geen wonder dat het blad het moest begeven. En daar op hun literatuurpagina’s ontdekte ik Ted Vierhout. Er stond geen foto bij maar een geschilderd zelfportret. Het leek een wat ruwe avonturier, de boeiende veertiger zeg maar. Naast een interview dat voornamelijk over zijn vrijheidszin, reisdrift en voorliefde voor Skandinavië ging, kreeg de lezer alvast een kort hoofdstuk uit zijn roman Het erotisch labyrint, uitgegeven bij Loeb, geserveerd.

Een aanbidder op jaren had me de Avenue met markering op die bladzijde bezorgd. ‘Er waren zoveel parallellen’ had hij er nog aan toegevoegd. Tja, roodharige, mondige meisjes pakken ze anders in dan de blonde lieverdjes. Er kwam raffinement en hersengymnastiek aan te pas. Wellicht had de man in kwestie in eerste instantie oog gehad voor de coverfoto: een topless model dat een wat onnatuurlijke doch elegante houding aannam en wegkeek van de camera. Haar  handen in zwarte lange handschoenen rustten wat theatraal net boven haar boezem. Er vlogen ook wat zwarte vogels om haar hoofd. Toen ik het boek kocht heb ik de foto uitgeknipt en in een lijstje gestoken.

Parallellen? Het erotisch labyrint ging over ene Edgar Kwint die iets te voorbarig op reis vertrok met een meisje dat hem al gauw tot last werd. Maar hij doorkruist  half Finland met haar, reist dan in zijn eentje naar Helsinki waar hij zichzelf door zijn eigen durf meer in verwarring brengt dan hem lief is. Het labyrint vertakt zich ook tot een geestelijk doolhof wanneer Verona, een mysterieuze Fins-Russische balletdanseres, verschijnt. Hun relatie, waarin het toeval tweemaal een rol speelt, ontwikkelt zich tot een allesbehalve ongecompliceerde idylle. Haha, ik deed ook ballet en had de reputatie niet van de gemakkelijksten te zijn. Daar hield het op. Toch was ik opgelucht met de aanbeden Verona vergeleken te worden en niet met het meisje dat al gauw op Edgars zenuwen werkte.

Het was een rijke roman, zo een die het residu is van een leven ervaringen en bijna groteske overpeinzingen. Maar ik hou nu eenmaal van barok. Edgar's nieuwgierigheid bracht hem op zijn dwaaltocht in contact met nog meer merkwaardige personages, waarna hij via de poolcirkel weer in Amsterdam neerstrijkt. En daar woont hij nu nog, onder Rick de Leeuw. Hij is nu  zo’n 67 en nog steeds samen met zijn Deense vrouw. Ze pendelen tussen Kopenhagen en Amsterdam. ‘Hij schrijft nog wel hoor zegt Rick, maar hij wordt niet meer uitgegeven’. Nee, Vierhout was geen one shot wonder . Ik las ook nog het boek Vacuüm verpakt van hem, over een man die op een bandopnemer zijn memoires inspreekt. Niks mis mee, goeie verteller, intelligent. Maar ik vrees dat ik die Vacuüm verpakt bij deSlegte op de kop tikte. En daarna geen spoor meer van de auteur en schilder Ted Vierhout.

Wanneer je hem in Google intikt, krijg je vooral verwijzingen naar sites waarop mensen  tweedehands boeken verkopen voor enkele euro’s. Af en toe ook iets over treinen, want in ’85 publiceerde hij treinpoezië onder de profetische titel Oponthoud. Zoiets maakt je al gauw een expert ter zake. Zijn laatste wapenfeit bij een illustere uitgever is een boekje dat de titel Jong zijn, hoe het was meekreeg. Klinkt pijnlijk, niet? Hoe blij ik ook ben dat het toeval het enigma van de verdwijning van Ted Vierhout oploste, de afloop stemt me treurig. Ik ga niet aandringen om hem te ontmoeten. Niets is zo vluchtig als schrijversroem bij leven. Het ene moment knuffelen ze je dood , het andere moment val je in herhaling, ben je out en vlieg je bij het oud papier.

Ik krijg zin om een eerherstelclubje op te richten. Clubhuis ‘de Engelse reet’, waar Ted ook wel eens komt naar het schijnt. Maar ik en clubjes. Om het met Woody Allen te zeggen: ‘Ik heb gezonde argwaan tegenover clubjes die mij als lid aanvaarden’.  Daarom hou ik het maar bij deze brief naar jullie beste Buren. Omdat ik weet dat jullie mijn weemoed begrijpen. Ik zie jullie soms ook vermoeide zwemmers boven water houden. Ted Vierhout een citybook uit Kopenhagen… ik zou het zeker lezen!

Waard nog een rondje, en geef deBuren er ook eentje!

Papieren groet uit de Begijnensteeg,

Chris

Vertel het verder: