Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Bericht uit Berlijn

Eind 2009 won Adriaan Kuipers met zijn verhaal 'De voorlaatste dag' de kortverhalenwedstrijd 'Het Verhaal der Lage Landen', een samenwerking tussen CJP Vlaanderen, CJP Nederland en deBuren. Zijn prijs: een reis naar een Europese stad van zijn keuze. Na getwijfeld te hebben tussen Barcelona en Florence werd het... Berlijn! Zijn indrukken leest u in zijn 'Bericht uit Berlijn'.
Door Adriaan Kuipers op 13 aug 2010
Tekst
Politiek & samenleving

Eind 2009 won Adriaan Kuipers met zijn verhaal 'De voorlaatste dag' de kortverhalenwedstrijd 'Het Verhaal der Lage Landen', een samenwerking tussen CJP Vlaanderen, CJP Nederland en deBuren. Zijn prijs: een reis naar een Europese stad van zijn keuze. Na getwijfeld te hebben tussen Barcelona en Florence werd het... Berlijn! Zijn indrukken leest u in zijn 'Bericht uit Berlijn'.

Bericht uit Berlijn

Berlijn. Berlijn lag al even op mij te wachten, maar er bleek zo’n twintig jaar geleden een muur te zijn gevallen. En het vallen van die muur bleek twintig jaar later nog een groot feest waard. Ik hoef geen stad op stelten en dus bleef Berlijn even wachten. Tot nu.

De meeste steden beginnen ongeveer hetzelfde, maar Berlijn is een geval apart. Tussen luchthaven en hotel ligt meestal een stuk stad dat snel vergeten is. Maar Berlijn is anders, of was dat toch in mijn beleving. Tussen luchthaven en hotel stond een kerk, de Gedächtniskirche, zwartgeblakerd, afgebrokkeld, beschoten, gebombardeerd, en alles wat u nog wilt bedenken. Er was net genoeg heel gebleven om mij bij de keel te grijpen. Of er was net niet te veel vernield geweest.

Oorlog is iets fictiefs, hier en nu. Een film, tijdverdrijf op de computer, een verhaal van een grootvader dat tot in den treure toe herhaald wordt.  Maar daar, in het zicht van die restant kerk, bleek oorlog toch ook telkens weer een wat naar gevoel met slikreflex te zijn.

Berlijn is geschiedenis, geschiedenis in een nieuwe stad. Want Berlijn is een nieuwe stad. Nieuw na de Tweede Wereldoorlog, nieuw na de val van de Muur, en nog steeds in vernieuwing. Waar ook in de stad, een panorama telde altijd meer bouwkranen dan eender welke andere stad waar ik tot nog toe mocht zijn.

Uiteraard moet iedereen die in Berlijn komt minstens één stuk muur zien, ik ook, hoewel er aan die muur op zich niet zo veel te zien is, en een bezoek brengen aan Checkpoint Charlie, inclusief het Haus am Checkpoint Charlie, ook wel Mauermuseum genoemd. Het is wat de naam doet vermoeden, een huis dat aan het voormalige Checkpoint Charlie staat en omgedoopt is tot museum over de muur, en dan vooral hoe aan die muur te ontkomen. Zeer boeiend en altijd duiding in vier talen, maar als iedere toerist in Berlijn door één huis moet en zo nu en dan onderweg wat uitleg wenst te lezen, hoef ik u niet te vertellen dat het daar druk was. Te druk, na iets meer dan een half huis gaf ik het museumdeel op en concentreerde ik mij volledig op mezelf naar buiten worstelen, dat heeft nog meer dan lang genoeg geduurd.

Er waren nog teleurstellingen. Het DDR-museum was wel nagelnieuw, maar zo mogelijk nog voller dan het Mauermuseum. De tentoonstelling rond Hitlers andere megalomane plan, zijn Welthauptstadt Germania, was slechts van tijdelijke aard, dus niet meer te bezoeken. En er was niemand te vinden die toegang kon verschaffen tot de schijnbaar imposante inkomsthal van Tempelhof, schijnbaar imposante inkomsthal, want daar was van buitenaf weinig van te merken en zelfs ondanks een zeer overtuigend stukje theater waarin ik  de rol van een student architectuur vertolkte, was er geen binnenkomen aan.

Datzelfde smoesje had beter gewerkt in het gloednieuwe diplomatenpark, zo gloednieuw dat het nog niet afgewerkt was. Het diplomatenpark moet een verzameling van ambassades en andere officiële gebouwen worden, allemaal heel modern ogend. Een ambassade kom je niet zomaar binnen, maar in de gebouwen van de deelstaten doet men, mits enig aandringen, minder moeilijk. Zolang er geen deuren open worden gedaan en je op het gelijkvloers blijft. Dat diplomatenpark was zo’n toevallige ontdekking die dan kleur geeft aan een reis. Een verrassing van de stad, die verrassingen komen altijd als je niet al te veel op voorhand plant.

Sommige dingen mag, of moet, je dan wel weer plannen; een stuk muur, Checkpoint Charlie, het Mauermuseum, allemaal verplichte nummers, net als de Brandenburger Tor met Unter den Linden en het Holocaust-Mahnmal. Hoewel eigenlijk alleen het laatste, althans voor mij, echt het bezoek waard geweest is. Ook daar was het druk, veel mensen met joelende kinderen en het ligt dan ook nog aan het verkeersgewoel rond de Brandenburger Tor en de Reichstag, maar het is groots en ingetogen tegelijkertijd, ondanks de drukte. Het geeft een wat beklemmend gevoel om er door te lopen, en toch is het mooi. Moest u ooit maar een uur de tijd krijgen om Berlijn te bezoeken, ik stel voor dat u daar naartoe gaat dan.

Naast de verplichte nummers, zijn er ook nog een aantal te plannen aanbevelingen voor de geïnteresseerden. Het Bauhaus-Arhciv bijvoorbeeld, niet zo zeer om het archiefdeel, maar om de tentoonstelling rond het Bauhaus die daar ook een plek gekregen heeft. Of een prachtig museum met voornamelijk werken van Henri Matisse, Pablo Picasso en Paul Klee, het Museum Berggruen.

En natuurlijk de Neue Nationalgalerie, voor mij het hoogtepunt van deze trip Berlijn. Een imposant gebouw van de hand van Mies van der Rohe met binnenin een minstens even imposante collectie moderne werken, met de nadruk op het werk van Duitse kunstenaars tijdens de eerste decennia van de ons ontvallen twintigste eeuw: Die Brücke, Der Blaue Reiter, De Nieuwe Zakelijkheid. Daarenboven stond ik plots voor ‘De Grote Metafysicus’ van Giorgio De Chirico, een werk waar ik ooit les over kreeg. Pas toen ik daar stond begreep ik dat een afbeelding van een schilderij en het werkelijke schilderij soms behoorlijk wat verschillen qua beleving.

Berlijn is een opvallend groene stad. Bomen, parkjes, gras, en al helemaal als je maar ongeveer aan kaartlezen doet, meer de richting bepalen dan de weg uitstippelen. Want de gezelligste parkjes liggen tussen de huizen in, op de binnenpleintjes van reusachtige blokken huizen die overal in Berlijn te vinden, en ze staan nooit op een kaart. Die parken en parkjes waren meestal goedgevuld met studenten, er was geen les meer om te volgen, en wel minstens behoorlijk aangenaam weer. In de parken is dat best plezierig zo, maar ik maak er een gewoonte van om als student, want dan ben ik, toch ook eens langs een campus te passeren en te doen alsof ik niet zomaar toerist ben, maar toekomstig Erasmusstudent bijvoorbeeld. Meestal vind ik zo minstens één aangename koffiebar en een gezellig terrasje om ’s avonds lang te blijven zitten. Maar er was nauwelijks leven op de campussen, dus deze keer zou dat niet lukken. Al heb ik wel lekker gegeten vlakbij de kunstacademie, op zo’n gezellig terrasje en voor bijna geen geld.

Berlijn is een prachtige stad, om te bezoeken, groot, nieuw, groen, … En voor zover dat uit een bezoek af te leiden is, ook om in te wonen.  Al weet ik zeker dat het in Italië moeilijker is om eten te vinden dan niet, smaakt en klinkt Italiaans, om het even waar, vele keren aangenamer dan Duits in Berlijn.

Vertel het verder: