Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Over vrije dingesuiting

Filosofen en wetenschappers classificeren graag. Ik dus ook. Mag ik dan meteen een kleine classificatie voorstellen van dingen die mensen met woorden kunnen doen.
Door Jean Paul Van Bendegem op 14 jul 2010
Tekst
Politiek & samenleving

Filosofen en wetenschappers classificeren graag. Ik dus ook. Mag ik dan meteen een kleine classificatie voorstellen van dingen die mensen met woorden kunnen doen. Let wel, ik heb een bedoeling die aan het eind duidelijk zal worden want zo maar classificeren, dat kan natuurlijk iedereen – vraag het elke verzamelaar van om het even wat – en dat kunnen de filosoof en wetenschapper niet hebben, we hebben onze beroepseer. Dus ik vraag enig geduld, het zal de pointe des te smakelijker maken. Hier gaan we:

(1)    Raaskallen en bazelen: het uitspreken, zelden neerschrijven van reeksen gefragmenteerde zinnen, losse woorden met weinig of geen onderling verband en waarbij men spontaan denkt dat de bron aan fysieke of mentale problemen onderhevig is. Als voorbeelden kunnen ongeveer alle blogs op de websites van populaire kranten dienst doen.


(2)    Schelden en fulmineren: het uitspreken of neerschrijven van doorgaans enkelvoudige beweringen die de bedoeling hebben om wie het hoort of leest te beledigen en/of te kwetsen. Voorbeelden: “God is dood, Allah is groot!”, “Een Italians petofiel die geen Vlams nie kan spreken nie, gaat da ons land regeere?” (van de bovenvermelde blogs afkomstig), “Al die politiekers, allemaal aan de galg” (idem).


(3)    Een opinie hebben: het uitspreken of neerschrijven van een doorgaans enkelvoudige bewering zonder enige toelichting. Voorbeelden: “Alle Turken moeten terug naar Marokko” (authentieke opinie), “Alle rooms-katholieken zijn pervers”, “Schrijvers van columns zijn idioten die moeten opgesloten worden”. Leunt meer dan vaak heel dicht aan bij het vooroordeel waar het even vaak moeilijk is om een toelichting te geven.


(4)    Het hebben van een enigszins onderbouwde opinie: het uitspreken of neerschrijven van een doorgaans enkelvoudige bewering met enige toelichting. Voorbeelden: “Alle Turken moeten terug naar Marokko want ze nemen ons werk af”, “Alle katholieken zijn pervers, vraag het maar aan de paus”, “Schrijvers van columns zijn idioten die moeten opgesloten worden, want ze zijn gevaarlijk voor de maatschappij.” Een typisch kenmerk van een enigszins onderbouwde opinie is dat je er niet veel wijzer van wordt. Vaak zie je het verband tussen de uitspraak en de toelichting niet en nog vaker roept de toelichting meer vragen op dan de uitspraak zelf. Doorgaans een gigantisch tijdsverlies want de moeite die je investeert om het proces te analyseren is omgekeerd evenredig met de “moeite” die de bedenker van de opinie eraan verkwist heeft.


(5)    Het hebben van een onderbouwde opinie, ook wel mening genoemd: het uitspreken of neerschrijven van een reeks beweringen waarbij de toelichting een samenhang vertoont en duidelijk de beweringen ondersteunt. Soms wordt al eens een referentie vermeld zodat de toehoorder of lezer zelf een beperkte check kan uitvoeren. Voorbeelden zijn columns in kwaliteitskranten (hoewel de meervoudsvorm misschien wel overdreven is – deze bewering valt onder (3) voor alle duidelijkheid).


(6)    Het ontwikkelen van een visie: het uitspreken maar eerder neerschrijven van een reeks samenhangende beweringen die een zekere logische samenhang kennen en waarbij de toelichtingen werkelijk de vorm aannemen van een argumentatie. Evenwel merkt men vrij snel dat de orator of auteur essentiële punten over het hoofd heeft gezien die het betoog meteen afzwakken zoniet waardeloos maken. Voorbeelden: de beste columns in de reeds aangehaalde kwaliteitskranten en waaraan ik mijzelf ook al meer dan eens heb bezondigd. Vermoedelijk is dit ook de reden waarom columnisten zo zelden hun bijdrages een tweede maal lezen.


(7)    Het ontwikkelen van een uitgewerkte visie: idem als – sorry maar ik word zelf een beetje ongeduldig – het ontwikkelen van een visie maar de reeds vermelde kenmerken komen nog beter tot uiting. Typische voorbeelden zijn de boekjes die columnisten uitbrengen met hun verzamelde columns die men voor de gelegenheid wat extra heeft opgesmukt omdat ze doorgaans grondiger worden gelezen dan de oorspronkelijke stukjes, met inbegrip van de auteurs zelf. Hieraan heb ik tot nu toe kunnen weerstaan maar ik beloof niets voor de toekomst.


(8)    Het uitwerken van een theorie: het neerschrijven van een sterk samenhangende reeks beweringen waarbij de ondersteuningen een interne, vrij strenge samenhang kennen en waarbij empirische gegevens en data als cruciaal worden gezien en waarbij bronnen duidelijk worden aangegeven zodat de lezer zelf, indien nodig, een controle kan uitvoeren. Kortom, we naderen heel dicht het wetenschappelijke werk dat zich vooral laat kenmerken door het merkwaardige verschijnsel van de voetnoten die zich op hun beurt laten groeperen in een apparaat, wat dan weer aantoont dat de betekeniswaaier van dit sublieme woord een ongekende rijkdom verbergt. Voorbeelden zijn talrijk te vinden bij de betere, niet persé exclusief wetenschappelijke uitgever.


(9)    Het uitwerken van een bruikbare of nuttige theorie: goed, goed, ik besef het wel, maar ik mag toch ook eens dromen?

Tot daar deze elementaire classificatie die probleemloos verfijnd en verward kan worden. Wat is mijn stelling? Deze: wat men doorgaans verstaat onder “vrije meningsuiting” kan, naar mijn idee, maar betrekking hebben op de items beginnende met (4) en, als ik kwaliteitskenmerken in overweging neem, met (5). (1) en (2) hebben met het uiten van een mening, vrij of niet, niets te maken. Niet voor niets hebben we wetten betreffende smaad en laster om hiermee af te rekenen. Het is een spijtige zaak dat er zovelen zijn die deze twee gevallen toch graag willen meerekenen. Let wel, de kwaliteit van een samenleving lees ik dan weer af van de frequentie waarmee men deze wetten inroept, die liefst zo laag mogelijk moet zijn. Een stand-up comedian die er duchtig tegenaan gaat, dat moet kunnen, zoals men zegt. Of, mooier geschreven, een kwaliteitsvolle samenleving koestert haar dwarsliggers. Maar (3) is de grote kwaal van deze tijd: een niet-onderbouwde opinie als een mening verkondigen suggereert aan de ene kant dat er een discussie mogelijk moet zijn, maar het gebrek aan onderbouwing laat dit uitgerekend niet toe en dus wordt het een autoriteitskwestie. Wat de vrijheid voor de ander meteen doet verdwijnen. Wat men vergeet is dat het uiten van een mening ook een engagement met zich meebrengt, namelijk dat men bereid is om de mening te verdedigen, wat betekent dat  men bereid is om de bewijslast te dragen. “Ik sta achter mijn woorden” betekent dat men zich wil blootgeven en niet dat men zich erachter verstopt.

Noot: deze column behoort tot categorie (5), althans dat wil ik graag verdedigen.

Vertel het verder: