Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Het produceren, uitgeven en distribueren van boeken, magazines en kranten is in beweging. Wijsheid, schoonheid en pulp worden ook steeds meer via het internet uitgegeven. Sommige bloggers hebben zich complexloos in het debat gemengd en enkelen spelen zelfs een dominante rol. De Papieren Man van Dirk Leyman is zonder meer de beste informatiebron voor het Nederlandse en Vlaamse boekenvak. Alle journalisten lezen hem, de meeste citeren hun bron.
Als je tien jaar geleden in Nederland had aangekondigd dat een Vlaamse mediagroep de beste Nederlandse kranten zou overnemen en dat Vlamingen ook op de Amsterdamse grachtengordel een determinerende rol zouden spelen in het boekenvak, dan zou je waarschijnlijk in de richting van professionele hulp zijn gestuurd. Wel, vandaag is het zover. Christian Van Thillo, die in Nederland als een ‘redder’ wordt gezien, werd zelfs verplicht om één van zijn Nederlandse scalpen terug te verkopen wegens te grote concentratie in Kobbegem. Zo kwam het NRC Handelsblad opnieuw in Nederlandse handen. Een Vlaams tussenstation brengt een van de beste Nederlandse kranten nu in het patrimonium van de Brenninkmeijers, een Duits-Nederlandse familie (net als het Nederlands koningshuis) die katoenplantages en de C&A-keten bezit. Toen ik aan een Nederlandse vriend vroeg waarom een (vooral) textielfamilie zich een uitstap naar de media veroorlooft, antwoordde hij: ‘Omdat het chique is.’
L’histoire se répète. In 1973 stichtte Jean-Paul Sartre Libération, ‘Pour donner la parole au peuple’. In 2005 neemt een intimus van Nicolas Sarkozy, Edouard de Rothschild, voor 20 miljoen euro een belang van 37% in de krant. Deze telg uit het flamboyante geslacht van bankiers hield van Libé. Hij vond het zijn plicht om de krant te redden.
Koen Clement is de belangrijkste architect van de hertekening van het Nederlandstalig uitgeversvak. Als algemeen directeur van WPG uitgevers (Bezige Bij, Arbeiderspers, Querido en vele anderen) neemt hij nu de succesvolle Vlaamse Standaard Uitgeverij over en de zeer rendabele A.W. Bruna. In haar overname vond WPG een ideale bondgenoot in uitgeverij Lannoo uit Tielt. De West-Vlaamse uitgeverij werkt sinds enkele jaren aan een betere penetratie van de Nederlandse markt en dit was een uitgelezen kans. Koen Clement en Matthias Lannoo werden (even) bondgenoten in de overname van WPG om straks twee sterke concurrenten te worden bij de aanbieding aan de boekhandelaar. Dat Vlamingen een belangrijkere rol spelen in de toekomst van het Nederlandstalig boekenvak was aangekondigd. Eric Willems, de algemeen directeur van Standaard Uitgeverij, is reeds enkele jaren de grachtengordel met nieuwe inzichten aan het bevruchten. Merkwaardig is de uitspraak van Clement dat Vlaanderen en Nederland cultureel en economisch weer verder uit elkaar zijn gegroeid.
Dit geldt zeker voor topauteur Huysentruit (die Lannoo van Standaard Uitgeverij ‘overnam’) en voorlopig nog voor Aspe, maar als een Zweeds journalist na zijn dood de lezende mens wereldwijd kan bekoren, moeten toch meer Vlaamse en Nederlandse auteurs lezers kunnen verleiden in beide landen. Vreemd toch hoe Vlamingen graag op de verschillen wijzen tussen Noord en Zuid. Misschien bedoelt Clement dat Vlaanderen met één dominante distributieketen te maken heeft en dat is voor een uitgever alles behalve aangenaam. Standaard Boekhandel bepaalt in grote mate wat er wordt aangeboden in meer dan honderd verkooppunten. In Nederland zijn nog steeds meer boekhandels dan in Vlaanderen en wat het boekenlandschap zeker rijker maakt is de aanwezigheid van vele onafhankelijke boekhandels.
Nu Kortrijk en Amsterdam weer iets dichter bij elkaar liggen mogen wij beginnen dromen dat er ook een Nederlands-Vlaamse krant ontstaat. Een krant die graag in Kortrijk en Groningen wordt gelezen omdat ze niet over Groningen en Kortrijk gaat. Of we in Vlaanderen een rijke familie vinden die bereid is om in een krant te investeren betwijfel ik. Bij deze lieden wordt gejaagd en gegolfd en weinig gelezen, of zoals Brel het zo mooi zei: ‘Chez ces gens là on ne pense pas, on compte.’