Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Tot 29 augustus 2010 kunt u de tentoonstelling Moving Archives - Vondelingen bezoeken in het Sint-Jan-Hospitaalmuseum, in Brugge. Ga op een weekdag die geen maandag is want tijdens het weekend laat Brugge zich nemen door toeristen.
De tentoonstelling bestaat uit verschillende audiovisuele installaties en enkele beelden van Lieve Van Stappen die artist in residence was en met curator Stef Van Bellingen een bijzonder intelligente, gevoelige tentoonstelling maakt en dit alles met een perfecte timing. Dit soort fenomeen zou ik ook een wijze tentoonstelling kunnen noemen. Je verlaat ze met een wat ongemakkelijk gevoel. Is dit waar? Is dit ook mijn omgeving, mijn stad, mijn tijd?
De archieven van het OCMW van Brugge, die al sinds de twaalfde eeuw documenten bewaren, geven samen met de informatie die Van Stappen vond in The Foundling Museum in Londen aan deze expositie een historisch, bijna wetenschappelijk fundament. De presentatie is een vertaling van de kunstenares na lezing van de archieven en gesprekken met betrokkenen. De realiteit achter haar interpretatie is nog dramatischer, nog schrijnender dan de subtiele schakeling van beelden en geluidsfragmenten. Wandelend langs objecten die verwijzen naar verdriet, herinnering en troost komen wij tot de sleutelinstallatie waar getuigenissen van voornamelijk vondelingen centraal staan. Wat deze tentoonstelling interessant en belangrijk maakt is dat er een constante lijn van schaamte, verdringing en verdriet loopt van de twaalfde eeuw tot vandaag. In onze gesofisticeerde tijd met antwoorden op vele kleine vragen hebben wij het probleem van de vondeling nog niet kunnen of willen oplossen.
Vorige zomer had ik een discussie met Lieve over de wenselijkheid van de vondelingenschuif die in Borgerhout sinds enkele jaren opnieuw operationeel is en uiterst zelden gebruikt wordt. In Padova herinner ik mij een schuif, in de zijgevel van een klooster, maar die was sinds het eind van de negentiende eeuw niet meer in gebruik. Ik vind het onverdraaglijk dat in het land waar ik leef met een uitgebreid zorgennetwerk dat mij van geboorte tot dood begeleidt, dat in datzelfde land de middeleeuwse schuif nog bestaat. Toen wij op diezelfde zaterdag ‘s avonds naar het journaal keken was het belangrijkste nieuws dat er in Antwerpen een kindje in de schuif was gedeponeerd. Ik schaamde mij voor mijn argumenten die enkele uren oud waren. Terwijl ik dit gesprek voerde was er ergens een vrouw die, waarschijnlijk in Antwerpen, meende afscheid te moeten nemen van haar pasgeborene.
Lieve Van Stappen vertelt ons in een uiterst verzorgde catalogus dat ze geen tussenpersoon wil zijn maar de betrokkenen graag zelf aan het woord laat. De verhalen die haar werden toevertrouwd, zijn de inspiratiebron voor de beelden en de video’s geworden. Het beeld van de hedendaagse madonna met kind ‘Whispering’, rekwisieten en een litanie voor de imaginaire vondelingenprocessie tonen aan hoe wij vandaag rituelen missen om dit verdriet een vorm en een plaats te geven.
Tenslotte zegt Lieve Van Stappen : ‘Telkens iemand naar mijn project vraagt en ik over Moving Archives vertel, wordt de andere stil. Vondelingen maken een hoop gedachten en gevoelens los. Zij confronteren ons met ons onvermogen, ze getuigen van een fundamenteel gemis en een peilloze eenzaamheid waarvoor woorden tekortschieten.’
Terwijl politici zich concentreren op onze koopkracht en veiligheid, terwijl zij beweren onze identiteit opnieuw te definiëren is het belangrijk dat kunstenaars de ruimte krijgen om ook de andere minder voor de hand liggende maar essentiële vragen te stellen en misschien af en toe te beantwoorden. Vluchtelingen, asielzoekers, vondelingen en daklozen zijn een groeiende fractie van onze populatie. Steeds dunnere familiale banden zorgen ook voor armoede, isolement en eenzaamheid. Misschien moet de regel van Benedictus een hedendaagse vertaling krijgen want de verzorgingsstaat heeft zorgen. Toen ik aan mijn achtjarige Lot vertelde dat wij kleren naar de daklozen zouden brengen, vroeg ze mij : ‘Waar wonen de daklozen?’.