Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Ons leven is een aaneenschakeling van ervaringen. Ruimtelijke lokalisering lijkt niet essentieel, want de ervaring is onvermijdelijk gekoppeld aan diegene die ervaart, dus waar mijn ervaring is, daar ben ik en dat is meteen mijn plaats.
Dat wist Zeno al, je kan maar de plaats innemen die je inneemt. Zoniet zou je niet daar zijn waar je bent en dat is tegenstrijdig. Blijft tijd. Een korte ervaring, een lange ervaring, dat heeft zin. Zelfs vrij objectief. Het maakt meteen mijn ervaring vergelijkbaar, qua duur, met jouw ervaring en dat bevordert het gesprek. Over de inhoud van een ervaring is te veel te zeggen en over de vorm van een ervaring dan weer te weinig, maar elke ervaring kent wel een intensiteit. Tijd, t, en intensiteit, I.
Ons leven speelt zich af tussen geboorte en dood, een eindige tijd dus. Mensen hebben eindige vermogens, dus een eindige intensiteit. Welke verhouding is denkbaar tussen tijd en intensiteit? Δt is een tijdinterval, ΔI de gemiddelde intensiteit gedurende dat interval. Een orgasme is doorgaans kort in de tijd, dus Δt laag, maar de intensiteit kan enorm zijn, dus ΔI hoog. Het wachten kan lang duren, Δt hoog, maar intens willen we dit niet beleven, dus ΔI laag. Dit suggereert een verband dat de wet van constante ervaring mag genoemd worden:
(1) Δt X ΔI = constante.
De constante is niet nul, want, indien Δt X ΔI = 0, dan ofwel Δt = 0 ofwel ΔI = 0. De eerste mogelijkheid zegt dat er geen leven is wegens geen duur, dus geen geboorte, de tweede zegt dat de tijd wel verstrijkt, maar dat niets wordt beleefd, dat heet de dood. Leven is maar mogelijk als
(2) constante ≠ 0.
Grafisch zien we een tak van een hyperbool. De ontbrekende tak waar Δt en ΔI negatief worden, is de spiegeling van een ervaring in deze wereld. Een in de tijd teruglopend orgasme is een bijzonder negatieve ervaring, maar enkel voor contemplatie geschikt. Zijn zowel Δt als ΔI negatief, dan neutraliseren beide mintekens zich in de uitdrukking Δt X ΔI, zodat er wezenlijk niets verandert. Het leven achterwaarts leven moet negatief zijn om positief te blijven.
Tijdsduur laat zich opdelen, Δt = Δt1 + Δt2. Een ervaring met een totale intensiteit ΔI, kan dan beschouwd worden als een samenstelling van twee ervaringen met dezelfde intensiteit,
(3) Δt X ΔI = (Δt1 + Δt2) X ΔI = Δt1 X ΔI + Δt2 X ΔI.
Het is echter niet duidelijk of bijvoorbeeld Δt1 X ΔI wel betekenis heeft. Kan een half orgasme even intens beleefd worden als het orgasme? Beter is het om aan de rechterkant ook de intensiteit aan de duur te koppelen:
(4) Δt X ΔI = Δt1 X ΔI1 + Δt2 X ΔI2.
Maar stellen we Δt1 = Δt2 = Δt/2, dan vereenvoudigt (3) zich tot:
(4) ΔI = (ΔI1 + ΔI2)/2,
wat precies de gemiddelde intensiteit bepaalt.
Men kan zich bij een ordinaire ervaring altijd de overweging maken dat deze samengesteld is uit twee intense gebeurtenissen, één met een zeer hoge, één met een zeer lage intensiteit. Deze ervaringen hoeven zich niet voor te doen, zij kunnen gedacht worden en dat volstaat. Zo kan een vlak leven altijd ervaren worden als de som van een orgelpunt en een langzaam uitsterven. Waar niets te beleven valt, zijn extase en dood tezamen aanwezig.
Daardoor verdwijnt ook de verleiding om mensenlevens met dezelfde duur met elkaar te vergelijken. Is ΔtA = ΔtB, dan hebben A en B dezelfde levensduur, wat zou betekenen, volgens (1), dat ΔIA = ΔIB. Hiermee is niets geweten over elke specifieke ervaring die voor A en B op elk moment verschillend kunnen zijn.
Net zoals de intensiteit en duur van een relatie niet noodzakelijk iets zeggen over de partners. Wel volgt dat, aangezien Δtman < Δtvrouw, onvermijdelijk ΔIman > ΔIvrouw.
Een hermafrodiet kan alleen maar een intens leven kennen.