Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Disneyland in Guantánamo

Zou het niet vreemd zijn als er in de stad continu overal brandweerwagens zouden rondrijden? Zou het gevolg niet zijn dat we ons absoluut niet meer veilig voelen omdat er toch niet zóveel brandweerwagens rondrijden dat ons huis niet alsnog elke seconde vlam kan vatten?
Door Jean Paul Van Bendegem op 26 okt 2009
Tekst
Politiek & samenleving

Elke columnist heeft ermee af te rekenen: waarover zal ik het nu weer eens hebben? Liefst een leuk onderwerp dat moet toelaten een paar verbale hoogstandjes te demonstreren, een tweetal verborgen grapjes aan te bieden voor de aandachtige, gecultiveerde lezer en één of twee diepere gedachten te suggereren zodat er toch ook iets te leren valt.

Geef toe dat aan deze beschrijving veel en tegelijkertijd heel weinig lijkt te beantwoorden. De ontsporing van de maatschappij? Misschien te algemeen en te ernstig. Seks? Goedkoop en teveel in de voetsporen van Goedele. Hoofddoeken en andere kledingstukken? Te delicaat en te moeilijk/gevaarlijk om de lach op te wekken. Wat een fluitje van een cent lijkt, is uiteindelijk vaak een kwelling voor de arme auteur. Maar! Af en toe is de wereld goed en komt het onderwerp zichzelf aanbieden. Men zal beweren dat je er natuurlijk een neus moet voor hebben want hoeveel zaken gaan niet domweg aan ons voorbij. Parels waarvoor je zelfs geen zwijn hoeft te zijn om ze op te merken.

Het kan, maar soms is de confrontatie zo sterk dat je denkt dat toch iedereen dit moet gezien of gemerkt hebben, maar dat blijkt niet zo te zijn. Dan denk je: 'Hoe kan dit? Is iedereen blind en doof geworden of heeft men het idee dat dit zo hoort te zijn of is het eenvoudig een kwestie van gewoon worden, van routine, van de alles uitvlakkende alledaagsheid?'. Ziehier mijn verhaal.

Onlangs was ik een paar dagen in Engeland en voor de reis terug had ik een kaartje voor de Eurostar geboekt met als vertrekpunt Ashford, een station waar per dag een paar treinen stoppen. Nog geen uur later sta je in Lille-Europe, wat weliswaar de romantiek van de ferry definitief naar het verleden heeft verwezen, maar het moet gezegd: ’t gaat wel vooruit. Nu is het niet de reis waarover ik het wil hebben, maar wel het station van Ashford zelf.

Wat ik namelijk niet wist, is dat sommige Eurostar treinen rechtstreeks doorrijden van Lille-Europe naar Disneyland bij Parijs. Dus veel families met veel kinderen en veel maal veel is al snel heel veel. Bovendien hebben die heel veel mensen dan ook nog eens ongelofelijk veel bagage mee. Hoewel ik dit als een amateur-antropoloog dood- en dolgraag observeer om mij te verwonderen over de homo sapiens sapiens, wil ik het niet daarover hebben, maar wel over de transitie van buiten naar binnen, die bijna aspecten kreeg van een of andere initiatierite.

Als je het station binnenkomt – niet vergeten, het is de Eurostar, dus veiligheid staat voorop – dan krijg je de gewone zaken te verwerken. Registreren om te zien of je een geldig biljet op zak hebt, jasje uittrekken, doorheen de metaaldetector lopen, deze keer mocht de broeksriem aan de broek blijven hangen, vervolgens de douane passeren, identiteit die minutieus wordt gecheckt en met mijn kop is dat nog altijd vrij grondig en eindelijk ben je in de vertrekhal met de eigenaardigheid dat je niet meteen het perron op mag, daarvoor moet je wachten tot tien minuten voor het vertrek van de trein.

Kortom, je zit nu in een afgesloten, afgebakende, gecontroleerde en grondig bewaakte omgeving. Je hoort je veilig te voelen, maar het effect bij mij is eerder het tegendeel. Wat opkomt zijn sombere gedachten over de transformatie van een samenleving waar nog een zeker vertrouwen bestond tussen mensen (althans, dat blijf ik denken en hopen) naar een maatschappij die het liefst alles wil registreren omdat altijd en overal er iets kwaads kan gebeuren.

Om een vergelijking te maken: zou het niet vreemd zijn indien er in de stad continu brandweerwagens zouden rondrijden, pro-actief om meteen ter plekke te zijn, mocht er een brand uitbreken? Zou het gevolg niet zijn dat we ons in eigen huis absoluut niet meer veilig voelen omdat er toch niet zoveel brandweerwagens rondrijden dat het huis niet elke minuut, neen, elke seconde, vuur kan vatten? Dat soort gedachten dus.

Er valt te leven met dat Guantánamogevoel, maar, ik zei het al, dit is een trein naar Disneyland en dus wordt de afgeschermde, stevig beveiligde omgeving omgetoverd in een pretpark voor de allerkleinsten. Ter voorbereiding op het grootse consumptiefeest dat wacht. Tekenfilmpjes op de overvloedig aanwezige TV-schermen, muziek die mij als kind heeft kunnen doen dromen, maar nu klinkt als een zoveelste variatie op het thema van de rinkelende kassa, een rondwandelende Pluto en ik denk zelfs ook een Mickey Mouse gezien te hebben, alles is erop gericht om mij in een vrolijke stemming te brengen, om mij tot consumeren uit te nodigen (of is het verplichten?), om mij toe te laten even van deze wereld weg te zijn, te ontsnappen naar de droomwereld van Disneyland.

Ergens kan ik er wel een zekere bewondering voor opbrengen, voor de sublieme wijze waarop dit alles bestudeerd werd, om de argeloze consument te verleiden tot om het even wat omdat foutloos de juiste snaren worden bespeeld, indrukwekkend! Veilig in een bunker feestvieren, het lijkt wel de openingsscène uit Der Untergang, maar dat is misschien wel iets te somber.

Een vraag die blijft hangen en waarop ik niet meteen een antwoord heb, is hoe deze kinderen zo’n wereld ervaren. Zal het voor hen evident zijn dat Pluto wel eens een vermomde terrorist kan zijn, dat Donald Duck eigenlijk voor de CIA werkt en dat Big Brother echt wel jouw beste vriend is?

Vertel het verder: