Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

'Il est où, ce p'tit monsieur?'

Vijf scènes uit de onderbuik van de Biënnale10 juni, 10u25: proloogZij: 'Regarde là! Un globe avec des poules autour.' Lui: 'C'est une oeuvre de Kooon Vanmekelen madame, nommée The Salvador Globe.'Hij: 'Mais c'est vraiment génial, ça.' (tot de suppoost) 'Il a quoi comme formation, ce monsieur, il est biologiste?'
Door Evelyne Coussens op 7 aug 2009
Tekst
Politiek & samenleving
Cultuurbeleid

Vijf scènes uit de onderbuik van de Biënnale10 juni, 10u25: proloogZij: 'Regarde là! Un globe avec des poules autour.' Lui: 'C'est une oeuvre de Kooon Vanmekelen madame, nommée The Salvador Globe.'Hij: 'Mais c'est vraiment génial, ça.' (tot de suppoost) 'Il a quoi comme formation, ce monsieur, il est biologiste?'

Vijf scènes uit de onderbuik van de Biënnale

 

 

10 juni, 10u25: proloog

 

Zij: 'Regarde là! Un globe avec des poules autour.'
Lui: 'C'est une oeuvre de Kooon Vanmekelen madame, nommée The Salvador Globe.'
Hij: 'Mais c'est vraiment génial, ça.' (tot de suppoost) 'Il a quoi comme formation, ce monsieur, il est biologiste?'
Lui: 'Non, il est chocolatier, trois étoiles. C'est un artiste flamand.'
Zij: 'Flamand? Mais on est de Bruxelles!'
Lui: (verwonderd) 'Mais il est quand-même très connu en Belgique, Kooon Vanmekelen?'
Hij: 'Ca c'est le comble! Il faut venir à Venise pour decouvrir un artiste belge.'

 

De twee verlaten opgetogen de kleine expositieruimte in de Calle Nuova di San Agnese, in hun nopjes over de ontdekking van deze nieuwe, hen geheel onbekende meester. Genkenaar Koen Vanmechelen heeft er twee Brusselse fans bij. Ze laten de Italiaanse suppoost achter in opperste verwarring: hoe is het mogelijk dat die Belgen een van hun meest vooraanstaande kunstenaars niet kennen? Bruxelles, c'est quand-même in Belgio, no? Nauwelijks enkele dagen na de regionale verkiezingen van 7 juni, waarbij de Vlaamse Leeuw heviger dan ooit zijn staart roerde, ontbreekt het me aan de moed om hem onze magrittiaanse staatsvorm uit te leggen, of hem te spreken over de culturele kloof tussen onze gemeenschappen. Ik mompel iets over 'ontoereikende kunsteducatie' en vlucht.

 

 

11u33: scène 1

 

'Oh-my-God. What is this? What the f*ck is this? Is this 600 different types of marihuana? Who is this Jef Geys? What does the man need to get high?'

 

Kunstkijker ben ik uit liefhebberij, theaterkijker beroepshalve. Vandaag kijk ik in opdracht van Vlaams-Nederlands huis deBuren een dagje publiekstheater. Setting: de 53ste kunstbiënnale van Venetië, Giardini, in en rond het Belgische en Nederlandse paviljoen. Duur van de voorstelling: één volledige dag. Starring: geïnteresseerde kunstliefhebbers, verveelde scholieren, kenners met kapsones, in zichzelf mompelende kunstcritici. Jonge moeders met buggy's, ijverig noterende studenten, de grijzende tuinman die voor de paviljoenen stoïcijns het onkruid wiedt. Silvio, niet die clown met de tandpastaglimlach, maar de tweeëndertigjarige suppoost die het Belgisch paviljoen bewaakt om een centje bij te verdienen. De alomtegenwoordige toeristen: Fransen, Nederlanders, Japanners, Belgen, Italianen, check. En niet te vergeten: de Amerikanen, die zo hun eigen luid klaterende interpretatie hebben van Jef Geys' Quadra Medicinale. Check.

 

 

12u17: scène 2

 

Ze kijkt een beetje beteuterd. 'Ik dacht dat elk land iets zou laten zien van zichzelf - dat het iets van bij ons zou zijn. Maar het was allemaal over het Oosten.' Haar vriendin grijnst: 'Wat had je dan willen zien: tulpen en kroketten misschien?' Zij, snibbig: 'Wat een cliché! Alsof jullie in jullie paviljoen met een pak friet zouden staan.'

 

Het is woensdag. Een relatief kalm dagje in de Giardini, afgezien van de horden Italiaanse schoolkinderen die vandaag hun verplichte Biënnalecorvee afwerken. Dat is niet het geval voor de Nederlandse Marjolein Pas (16) en de Vlaamse Stefanie Robbrechts (16), die deel uitmaken van een internationaal kunstproject voor scholieren. Marjolein en Stefanie zijn hier uit vrije wil, en met hun volle goesting. Toch begint na twee weken Italië het verlangen naar huis te knagen. De meisjes hadden gehoopt in het Nederlandse en Belgische paviljoen iets van 'thuis' terug te vinden. Bij de Chinees-Australische Fiona Tan kregen ze alvast het deksel op de neus: niks Hollandse clichés. In het Belgische paviljoen blijven ze haken aan de geblokletterde woorden die Jef Geys in vilstift aan de meertalige pancartes heeft toegevoegd. 'Het is wel grappig om plots weer woorden uit je eigen taal te zien - dat doet deugd', zucht Marjolein.

 

Grappig is vooral dát ze er zo over denkt. Home is the place you left, laat de Londense kunstenaar Simon Fujiwara ergens in het Deense paviljoen optekenen, en daarmee ontwortelt hij het begrip 'thuis' tot een woord met een globale betekenis. Desondanks blijkt de mens voorgeprogrammeerd om op vreemde grond te zoeken naar het vertrouwde. Te midden van een indrukwekkende verzameling kunst van meer dan 90 internationale kunstenaars proeven deze meisjes met smaak de vertrouwde Nederlandse klanken op hun tong. De klank van het woord 'asperges', bijvoorbeeld. Asperges à la flamande.

Waar is kunst thuis?

 

 

12u34: scène 3

 

'Ei da hezien? Ip d'affiche van de tentwonstellinge Glasstress in Palazzo Franchetti stoat er een prente van Jan Fabre. Die gloazne duve, dadde e van em. 'k Vin da wel straf, vo zuk een kljin landje, damme widder ip een affiche stoan.'

 

'Typisch wij', denk ik onwillekeurig, wanneer het koppel West-Vlaamse vijftigers uit het blikveld is verdwenen. Ondanks de lyrische tot hagiografische berichtgeving in de Vlaamse pers ('Belgen maken het mooie weer in Venetië', 'Belangstelling voor Belgen in Venetië is overweldigend') hebben i fiamminghi met de voeten in de klei niet de gewoonte hun kunstenaars te ridderen tot sant. Het nuchtere scepticisme van de Vlaamse bezoekers staat daardoor soms in schril contrast tot de positieve reacties van buitenstaanders. Zoals de tweeelegante zussen uit de Parijse beau monde, die welhaast extatisch het paviljoen verlaten. Odile en Loulou (geen pseudoniemen) zijn allebei beeldend kunstenares, bezoeken regelmatig exposities in de lichtstad, en ja, ze kennen de wereld van l'art contemporain op hun duimpje. Ce Jef Geys? Elles ont adoré, absolument adoré. Daarvan willen ze de kunstenaar dan ook hoogstpersoonlijk kond doen. 'Il est où, ce p'tit monsieur? Il faut absolument qu'on organise une soirée à Paris...'Het idee van de nuchtere, schuchtere Kempense Geys op een Parijse soirée doet glimlachen, maar het contrast met de autochtone onverschilligheid van voorgaande bezoekers smaakt toch wat wrang. Misschien lijdt het Vlaamse publiek toch nog te veel aan het calimerocomplex?

 

Entr'acte

Een Italiaans homokoppel nadert arm in arm het Belgische paviljoen, aarzelt op de drempel, werpt een vluchtige blik binnen en draait zich terstond weer om op de elegante hakken. Daar sta je dan, Jef Geys. Een visueel spektakel is Quadra Medicina inderdaad niet. Maar wie niet kijkt, heeft niets gezien.

 

 

14u26: scène 4

 

Ik schat hem veertien jaar oud. Hij draagt Nikes en een T-shirt waarop staat 'I'm only here because my server is down'. Stoer! Toch staat hij al minstens vijf minuten te turen naar een schets: onbeweeglijk, de handen in de zakken. Met ruwe, vluchtige vegen heeft Geys' hand daarop een vrouw doen verschijnen, enkel gekleed in een opvallend juweel. Ciao, zeg ik. Bevalt het je? Hij knikt overtuigd. Ik vraag wat de tekening hem vertelt. Hij denkt lang na. Kijkt dan op, heldere ogen, en zegt dan plechtig: 'Het toont hoe eenvoudig mooi een vrouw kan zijn'. Hij verdwijnt, en laat me perplex achter.

 

 

15u14: scène 5

 

Silvio vraagt me uit over de staatsstructuren binnen i Paesi Bassi. Waar het leeuwtje boven de deur van het Belgisch paviljoen vandaan komt, of ze in Nederland erg gehecht zijn aan hun vorstenhuis, of België een nationaal motto heeft. Ik grimlach. L'union fait la force, vertel dat aan Bart De Wever. Maar het blijft natuurlijk een raar gegeven, die nationale vertegenwoordiging van landen op de Biënnale. Wat betekent het begrip 'nationaal' in een artistieke omgeving? Zie je aan het werk van Jef Geys of Fiona Tan waar hun wieg stond? Geys is een Vlaming die tijdens de volgende kunstbiënnale per forza wordt opgevolgd door een Waal - en dan nog een geluk dat de Brusselaars en het Duitstalig landsgedeelte er zich niet mee bemoeien. Tan werd geboren uit een Chinese vader, een Australische moeder en groeide op in Indonesië. Beide maken werk dat respectievelijk inzoomt op de begrippen 'grootstedelijkheid' en 'hybride identiteit'. Of Vlamingen en Nederlands niet beter zouden samengaan, peutert Silvio verder. De paviljoenen liggen toch al broederlijk naast elkaar, alsof de architecten ooit een eenmaking hadden voorzien. Neen, zeg ik beslist. Daarvoor steken we elkaar toch net iets te graag de loef af bij het voetbal.

 

Wat betekent dat, nationaal? Toch is dat vergrijsde, lelijke gebouw met dat triestige leeuwtje me op de een of andere manier lief. Ik herinner me een interview met Joost Vandecasteele, een Vlaamse theatermaker die in zijn laatste productie They Eat People het starre gepolariseerde denken van zowel rechts als links op de korrel nam. 'Het ergste wat het Vlaams-nationalisme me heeft aangedaan, is dat ik tijdens de Ronde van Vlaanderen mijn Vlaamse Leeuw niet meer durf buitenhangen', zei hij. 'Want ik ben beschaamd, ik wil niet doorgaan voor een extremist. De flaminganten hebben me elke fierheid over mijn Vlaams-zijn ontnomen.' Het toont aan hoe bon ton het tegenwoordig is om termen als 'vervagende grenzen, globaal bewustzijn, overkoepelende identiteiten' in de mond te nemen, terwijl rond genegenheid voor de eigen nationaliteit steevast een verbrand geurtje hangt. Twee zestienjarigen die eenvoudigweg verlangen naar huis bewijzen dat dat niet zo hoeft te zijn. Kunst schept eenheid, maar binnen die eenheid mag eigenheid ons lief blijven.

 

 

18u45: epiloog

 

Een late bezoekster betreedt in looppas het Nederlandse paviljoen. Ze heeft een canvas draagtas onder de arm. Smile, art loves you, staat erop.

 

 

Op 19 oktober 2008 discussiëerde Pascal Gielen bij deBuren o.a met Boris Groys, Michael Hardt, Chantal Mouffe en anderen over de Kunstbiënnale als Globaal Fenomeen, strategieën in neopolitieke tijden. Tijdens de maanden juni en juli zullen deBuren vanuit Venetië rapporteren over de Biënnale van 2009. Wij vroegen aan Bert Bultinck, Geert Buelens, Chris Van Camp, Joke van Leeuwen, Bart Dirks, Jan Haerynck, Evelyne Coussens en Pascal Gielen om een commentaarstuk te schrijven over deze editie van het Venetiaans kunstfeest.

Vertel het verder: