Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Hieronder kan je Zij haatte omdat zij heersen wilde van Mira Sys beluisteren of lezen. Het verhaal werd ingesproken door Elsa May Averill.
Het meisje zat op een vuurtoren. Ze overzag de zee, zorgde ervoor dat de schepen niet konden verdrinken.
Ze mocht niet gestoord, want dan kon het zomaar eens te laat zijn.
Het meisje heette Lilith. Lilith verfde haar krulharen rood, dat kon je zien aan de lichtblonde lijn bij haar kruin. Ik vond het prachtig.
Wanneer ze haar belangrijke werk uitvoerde, bracht ik Lilith ribbelchips en Fanta. Die vroeg ik dan aan mama, onder het voorwendsel dat ik het zelf zou gaan eten en drinken. Mama dacht vast dat ik een veelvraat was geworden.
Maar dat was ik niet. Ik was een dienaar.
Soms, als ik geluk had, mocht ik even naast haar zitten. Dan hield ik mijn adem in. Ze vond het vervelend hoe ik geluid maakte wanneer ik uitblies.
Ik hield zoveel van Lilith dat ik mijn adem niet meer nodig had. Maar er was altijd weer een moment dat ze me beu was, of dat ze vond dat ik te veel afleiding verzorgde.
Ik kon mezelf wel vervloeken toen ik een keer zo hard niesde dat ik meteen weer werd weggestuurd. Teleurgesteld daalde ik dan het kleine houten draaitrapje weer af en wachtte tot ik terug mocht komen.
Een keer had Lilith haar broer Marcellus meegenomen. Die mocht wel naast haar zitten, en zelfs af en toe haar verrekijker in zijn handen houden. Hij had blonde haren die net als die van Lilith krullend alle kanten uit sprongen.
Haar broer was maar een paar jaar ouder dan wij, maar had wel al zijn maagdelijkheid verloren, vertelde Lilith vol trots. Ik gruwde een beetje. Toch was ook ik, net als Lilith, wel nieuwsgierig. We bestookten hem met vragen, en hij genoot.
‘Hoe ging dat dan? Wat deed je dan? Wie was het?’
Hij was zichtbaar trots toen hij vertelde over het knappe meisje met de lange haren van bij ons op school, en over hoe goed hij was met zijn tong.
‘Laten zien!’ Riep Lilith plots. ‘Bij haar!’ Ze wees naar mij.
Ik schrok. Maakte ze een grapje? Maar de ernstige frons op het gezicht van mijn vriendin vertelde me iets anders.
Het zou net zijn als kussen, maar dan daar beneden, verzekerde ze me.
Liliths broer grijnsde. Hij zei dat hij wel zeker wist dat het beter zou zijn dan kussen.
Ik had al een keer een jongen gekust. Dat was toen erg tegengevallen, maar ik wilde Liliths broer niet kwetsen. En stiekem was ik nog het meeste bang om tegen haar orders in te gaan.
Dus ging ik braaf op de vloer liggen, zoals zij had bevolen. Haar broer pakte de randen van mijn onderbroekje vast en trok het wat onhandig onder mijn rokje vandaan, over mijn knieën. Ik voelde me net als bij de dokter.
Plots voelde ik hoe zijn tong zich een weg naar mijn binnenste glibberde. Hij stopte heel even om een haar uit zijn mond te halen. Opeens schaamde ik me, omdat ik mij misschien net als Marina van een paar jaar boven ons had moeten scheren.
Maar hij volhardde. Zijn tong voelde heerlijk warm, aaide langzaam mijn binnenkant. Het kriebelde in mijn buik. Hij moest nu blijven glibberen. Niet meer weggaan.
Lilith was ons in alle ernst aan het bestuderen. Ik keek naar haar. Het was best fijn, haar ogen zo op mij gericht.
En toen kwam ze plotseling naar mij toe.
Ze ging op de grond naast me zitten, en begon me te strelen. Ik sloot mijn ogen. Voelde haar vingers door mijn T-shirt heen, over mijn borstjes. Ze kneedde mijn tepels, als balletjes klei. Begon door de stof heen te likken. En haar broer, met zijn heerlijke, warme tong… en toen kwam het plots, sneller dan waar ik me op voor kon bereiden. Een warme gloed, een lichtflits. Ik kreunde.
De houding van Marcellus was veranderd. Hij stond op en keek om beurten van mij naar zijn zus, een beetje onwennig.
Maar Lilith niet. Mijn liefje overzag alweer de zee.
Ze moest ervoor zorgen dat er niks gebeurde.
Dat niemand verdronk.
Inspiratie: het gedicht Lilith van Marcellus Emants
Mira Sys (1995) is een Vlaamse schrijfster en onderzoeksjournalist. Ze studeerde Nederlandse Taal en Communicatie en volgde de masteropleiding Journalistiek en Media aan de Universiteit van Amsterdam. Ze was hoofdredacteur van het tijdschrift voor Neerlandistiek Absint en schreef voor diverse media als de Volkskrant, NRC Handelsblad en De Correspondent. Inmiddels werkt ze vast als onderzoeksjournalist voor Follow the Money en schrijft daarnaast fictie. In april 2022 is haar debuut De beschermelinge verschenen bij Meulenhoff.
Organisatie: deBuren, Stichting Nieuwe Helden, De Nieuwe Liefde, Hard//hoofd en The Writer's Guide (to the Galaxy). Het Rode Oor is onderdeel van het project Yes, please!, een initiatief van Stichting Nieuwe Helden.