Op 19 mei organiseren we de tiende editie van Speech Battle. Zelf zin gekregen om mee te doen? Je hebt nog tot maandag 11 april om mee te doen!
Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
deBuren: De jury en het publiek werden het meest gecharmeerd door jullie speeches. Maar wat vonden jullie het fijnst aan de Speech Battle?
Derre: Ik besef dat er geen manier bestaat waarop ik dit bescheiden kan uitdrukken, maar het fijnst aan mijn deelname aan de Speech Battle was winnen. Schrijven wordt vaak als een zachtaardig en schadeloos tijdverdrijf gezien. Als je dan de zeldzame kans krijgt om dit in competitieverband uit te oefenen, dan is winnen extra plezierig. Ik moet er wel aan toevoegen dat de finale halen al een groot deel van de overwinning uitmaakte. De andere finalisten uit mijn editie waren allebei sterke en ervaren schrijvers, het was mooi om daar tussen te staan.
Boersema: Ik was het meest onder de indruk van de manier waarop actrice Thekla Reuten mijn speech voordroeg. Zij wekte de speech echt tot leven door de contrasten te benadrukken die ik erin had gelegd en de melodie te volgen. Ik had best veel zitten schaven en polijsten, maar glans krijgen woorden alleen bij een mooie voordracht.
Graauwmans: Het schrijven zelf was ook plezierig. Ik schreef een speech voor de oprichter van een nieuw mediabedrijf en dook in de wereld van fake news: ik leerde gekleurd nieuws en alle uitwassen ervan helemaal doorgronden, inclusief de methodieken en de trucjes. Een plezier!
deBuren: Dat het een fijne ervaring opleverde, betekent niet meteen dat het makkelijk ging. Wat vond je lastig aan het schrijven van een speech?
Boersema: Ik vind het altijd lastig om me te beperken: niet te veel gedachten in één speech, niet te veel woorden in één zin, niet te rijke stoffering van de taal. De boodschap komt beter over als je speech geen volgehangen kerstboom is.
Derre: Inderdaad: elk woord telt. Je kunt je geen uitvoerige beschrijvingen veroorloven of een vage metafoor gebruiken, een speech moet in woordgebruik ongelooflijk precies zijn; elk woord en elke spatie heeft een nut. Waar een gedicht of een roman soms een zijweg neemt om iets te vertellen, gaat de speech recht op zijn doel af. Bovendien moet je bij de speech rekening houden met de voordracht als extra component.
Graauwmans: Het is als puzzelen. Alle stukjes al schuivend en schrappend in de juiste plek passen. Bovendien is geloofwaardigheid heel belangrijk. Het mag geen staaltje pochen van de schrijver worden - ‘Zie mij eens met taal spelen.’ Het moet, met een duur woord, authentiek zijn en echt uit het hart komen.
deBuren: Jullie werden alle drie uitgeroepen tot winnaars van de Speech Battle. Leverde dat, behalve de overwinning, ook nog iets anders op?
Boersema: Heel concreet heeft het ervoor gezorgd dat ik tegenwoordig werk als speechschrijver voor het Nederlandse ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Ik had al wel wat ervaring met het schrijven van speeches voor de Tweede Kamer, maar ik merkte dat ik met mijn winnende speech bij de Speech Battle indruk kon maken op de sollicitatiecommissie.
Graauwmans: De taal voedt mij. De voortdurende wisselwerking op gebied van techniek, het spel tussen taal en betekenis, het gebruik van emotie en ratio, contrast en ritme, komen terug in de verschillende teksten die ik schrijf. Of het nu gaat om mijn gedichten, speeches, redactionele teksten of monologen, ze beïnvloeden en verrijken elkaar. Verder was ook de masterclass van gerenommeerd speechschijver Renée Broekmeulen zeer motiverend.
Derre: Ik heb vooral ontdekt hoe weinig ik eigenlijk weet over speeches en dat mijn eigen stijl nogal klassiek Amerikaans was. Van Renée Broekmeulen leerde ik meer speechstijlen en speechtradities kennen. Af en toe moet ik voor mijn werk of op een familiefeest zelf een speech houden. Ik slaag er zeker niet in altijd de perfecte speech af te leveren, maar ik voel wel dat ik groei in het metier. Ik kan de verschillende bouwstenen van een speech steeds beter herkennen en zie meer mogelijkheden voor variatie.
‘Een speech heeft niet het applaus als doel, maar moet tintelen’
deBuren: Waren er clichés die je echt wilde vermijden in je speech?
Graauwmans: De slecht geschreven speech: de speech die geschreven is door de mensen van de marketingafdeling die te dicht op hun onderwerp zitten of de speech die geschreven is vanuit de eigen navel en vergeet de toehoorders aan te spreken en mee te nemen in het universele verhaal. Een speech heeft niet het applaus als doel, een speech moet tintelen.
Boersema: Ik schreef een speech over de klimaatverandering, en wilde daarin absoluut niet gezegd hebben ‘dat het vijf voor twaalf is met het klimaat’. Ik lees en hoor het nog heel vaak. Dat werkt één keer. Daarna is het beeld uitgewerkt. De tijd tikt door, en toch blijft het steeds nog vijf voor twaalf. Als je wilt laten zien dat het menens is en dat er geen tijd te verliezen is, moet je dat met echte beelden aannemelijk maken.
Derre: Mijn opdracht was om een speech te schrijven voor Kamala Harris: een succesvolle politica die als zwarte vrouw een belangrijk symbool is binnen de vrouwenbeweging en de strijd tegen racisme. Ik vind het feminisme en de strijd tegen discriminatie erg belangrijk, maar als witte man heb ik die vormen van onderdrukking nooit aan den lijve ondervonden. Ik heb moeten zoeken om daarin de juiste toon te vinden, zonder te geforceerd te klinken. Ik had aanvankelijk de neiging om me te veel op die gevoelige thema’s te concentreren, terwijl een speech voldoende concreet mag zijn en het vooral mocht gaan over Kamala Harris als persoon en haar verwezenlijkingen. Om de goede balans te vinden, heb ik de tekst laten nalezen.
deBuren: Tot slot zijn we nog benieuwd naar jullie favoriete speeches uit Lage Landen!
Boersema: Ik kan enorm genieten van historische toespraken, juist als die wat barokker zijn dan we tegenwoordig nog acceptabel vinden. Ik las laatst bijvoorbeeld de bekende toespraak die Aletta Jacobs in 1919 hield om de invoering van het vrouwenkiesrecht te vieren. Ze voelt haarfijn aan dat de invoering van het vrouwenkiesrecht van grote historische betekenis zou zijn. En Jacobs presenteert niet de man als de vijand van het vrouwenkiesrecht, ‘maar domheid, vooroordeel en angst voor het nieuwe’. De toespraak is honderd jaar later nog steeds heel goed te volgen, en er zitten een paar knappe formuleringen in. Bovendien is het niet alleen maar ernst, maar er zit er ook vileine humor in. Ze illustreert hoe mannen met tegenzin het vrouwenkiesrecht accepteren door een boer op te voeren die ze op een van de propagandabijeenkomsten tegenkwam: ‘Ja, mijn verstand zegt, je hebt gelijk, maar mijn hart – en daarbij wees hij op zijn maag – verzet er zich nog tegen.’
Derre: In eigen land (nvdr. België) ben ik een enorme fan van politicus Raoul Hedebouw. Op tekstueel niveau is hij niet van de grote metaforen of de bombast, maar hij richt zich op de actualiteit en de feiten. Juist zijn simpel woordgebruik geeft hem in zijn fenomenale voordracht zoveel souplesse. Hij kan van ernstig, over kwaad naar grappig gaan in enkele seconden, en het werkt. Geef mij een zak popcorn, en ik kan makkelijk twee uur naar Hedebouw kijken en luisteren. Hij begrijpt wat een speech moet doen: entertainen en overtuigen.
Omdat ik dankzij de Amerikanen en hun rijke speechtraditie van speeches ben gaan houden, geef ik graag ook een Amerikaans voorbeeld mee. Niet van Obama (zoals zovelen), maar zowaar van Joe Biden. De laatste tijd spreekt die helaas wat langzamer, maar één keer hield hij een prachtige speech voor familieleden van overleden militairen. Biden, die in zijn leven zelf enkele familieleden verloor, beschrijft vanuit zijn eigen ervaring de verschillende dimensies van ‘rouw’. Hij houdt het woordgebruik simpel en persoonlijk, en iedereen herkent meteen dat het ook om zijn verhaal gaat. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik eraan denk.
Graauwmans: Een van de sterkste speeches die ik ooit zag, was de monoloog Weg van Josse De Pauw. In deze monoloog komt alles samen wat een goede speech moet zijn: een goed verhaal, een stilistisch vernuftige tekst, een sterke stem en de presence van de spreker. Afkruiden met humor, een snuifje emotie en … een stilte op het goede moment. Timing is alles.
Inspirerende speeches volgens de finalisten:
Benieuwd naar de speeches van Charles, Dick en Steven zelf waarmee ze de Speech Battle wonnen? Surf naar www.deburen.eu/speechbattle
Op 19 mei organiseren we de tiende editie van Speech Battle. Zelf zin gekregen om mee te doen? Je hebt nog tot maandag 11 april om mee te doen!
Steven Graauwmans is dichter, freelance acteur, copywriter en journalist. Hij won Speech Battle 2020 met een speech over fake news.
Dick Boersema is speechschrijver voor het Nederlandse ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Hij won in 2017 met een speech over klimaatverandering en zat vorig jaar mee in de jury.
Charles Derre is redacteur bij uitgeverij LannooCampus. Hij won Speech Battle 2021 met een speech voor Kamala Harris.