Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Eenopeen | Inzending Het Rode Oor 2021

Uit liefst 205 inzendingen selecteerde de jury acht teksten voor de finale van Het Rode Oor 2021. Van mislukte relatietherapie tot de betere natuurdocumentaire: acht uiteenlopende verhalen, met slechts één onderwerp: erotiek. 'Eenopeen' haalde de finale nét niet, maar krijgt een eervolle vermelding.
Door Bert Lesaffer op 3 nov 2021
Tekst
Podcast
Literatuur & taal
Het Rode Oor

Hieronder kan je Eenopeen van Bert Lesaffer beluisteren of lezen. Het verhaal werd ingesproken door Rashif El Kaoui.

Mijn hand trilt wanneer ik de deur open. De bassen zijn in de klink gedrongen. De smalle trap naar beneden is vaal belicht. De mannen die we kruisen kijken ons nieuwsgierig aan. Mijn vingers herkennen de textuur van de wanden. Op deze trappen heb ik meer dan eens gewacht, gehuild, gestruikeld, gedronken, gekotst, gekust. Hier heb ik Bram ontmoet en hier zijn we samen naar boven gelopen, door de deur en naar huis. In al die jaren zijn we nooit teruggekomen. Tot nu.

 

De neonletters aan de bar stralen een rode gloed uit en wanneer Bram zich door de massa wurmt, zie ik hem zoals toen. Kortgeschoren haar en blauwgrijze ogen. Een moedervlek boven de rechterwenkbrauw die meedanst met zijn humeur.

 

De nostalgie dicteert dat we shots drinken. Daarna kus ik hem zoals ik dat toen deed en dansen we zoals we dat toen deden. Ik steek mijn hand onder zijn shirt. De mensen rondom trekken ons uiteen en drukken ons tegen elkaar en ik hijg heen en weer.

 

Rook heeft zich als een deken rond mij gewikkeld en het duurt even eer ik besef dat hij er niet meer is. Hij staat iets verderop, onder zacht flikkerende lampen. Hij staat niet alleen. Jij staat erbij. Je donkere ogen prikkelen de lucht. Ik heb je gezicht niet meer gezien sinds diezelfde avond. Je had je verstopt je in mijn herinneringen, gehuld in de mist die je nu in één keer uitblaast.

 

Bram wijst mij aan. Je kijkt. Je knikt. Je onderdrukt iets. Ik heb Bram nooit iets over jou verteld, niet je naam en niet je rol in het verhaal. Eerst leek het niet nodig, daarna leek het niet meer mogelijk. Ook nu zwijg ik.

 

Jullie roken hetzelfde merk sigaretten. Het is koud buiten en ik neem een trek, eerst van Bram en dan van jou, de filter van tussen je volle lippen. Ik draai de tip van mijn schoenen tegen de grond. Het is stil en ik weet niet waarom ik ‘en waar hou jij van?’ vraag. Je hoestlacht. Je drinkt. Je denkt na. ‘Vermoedelijk van dezelfde dingen als jij,’ antwoord je. ‘Hij houdt er alleszins van om mij te kussen,’ zegt Bram, hij is heel erg dronken. Je bovenlip trekt naar binnen en je wijst naar mij. ‘Mag ik hem eerst kussen?’ vraag je verontschuldigend aan Bram. Hij knikt. Je komt dichterbij en je ogen verblinden me. Je lippen raken me. Je mond maakt zich meester van de mijne. Mijn lijf herinnert zich alles.

 

Deze kus gebeurt niet enkel nu. Ik ben jonger en ik kom hier al jaren en jij bent jonger en jij komt hier al jaren en al jaren spelen wij hetzelfde onmogelijke spel. We hebben geprobeerd om het spel te stoppen en we hebben geprobeerd om een ander spel te spelen, maar het enige waar het telkens naar leidde, was diezelfde kus.

 

Bram knippert langzaam en ik weet niet wat hij ervan maakt. Hij gooit zijn sigaret op de grond en maakt zijn lippen klaar voor de jouwe.

 

Je sluit de deur van het toilet achter je. Op die ene vierkante meter is er geen ontsnappen meer. Op die ene vierkante meter is er geen plaats meer voor mij en jou en hem apart. Onze lippen kleven, onze monden worden één mond, onze tongen verknoopt. Ik heb handen in de hand en mijn oksel wordt ingepalmd. Ik lik in oren en trek aan haren. Vingers schrapen over mijn tong en alles wordt nat. Ik bijt en grijp wat ik kan grijpen. Slierten adem bundelen zich. Geuren intoxiceren de lucht. Ik neem hem eerst naar binnen en ik volg zijn cadans. Jij kijkt toe en je neemt jezelf vast. Je duwt Bram opzij want genoeg is genoeg. Je ademt in mijn oor en likt mijn zweet op. Ik kan niet meer kiezen tussen jou en hem, tussen vroeger en nu. Ik zuig mezelf naar jullie toe. Ik neem jullie allebei naar binnen en jullie kreunen op dezelfde golf. Er is nog maar één stem en jullie verliezen elkaar in elkaar en ik kan geen onderscheid meer maken. Jullie stromen samen en bijten en verzwelgen tot er maar één overblijft. Misschien zijn jullie nooit afzonderlijk geweest.

 

Op de dansvloer is de muziek stilgelegd, aan de bar zijn de flessen leeggemaakt. De rook is verdampt en de mensen zijn naar huis. Wij blijven samen over op die vierkante meter en vertrekken doen we nooit.

Bert Lesaffer

Bert Lesaffer studeerde psychologie en werkt in de filmsector.


Organisatie: deBuren, Stichting Nieuwe Helden en De Nieuwe Liefde. Het Rode Oor is onderdeel van het project Yes, please!, een initiatief van Stichting Nieuwe Helden in co-productie met deBuren en in samenwerking met De Nieuwe Liefde, Compagnietheater, Marres Maastricht en HKU.

Vertel het verder: