Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Uitademen | Inzending Het Rode Oor 2021

Uit liefst 205 inzendingen selecteerde de jury acht teksten voor de finale van Het Rode Oor 2021. Van mislukte relatietherapie tot de betere natuurdocumentaire: acht uiteenlopende verhalen, met slechts één onderwerp: erotiek. 'Uitademen' haalde de finale nét niet, maar krijgt een eervolle vermelding.
Door Eelkje Christina Bosch op 3 nov 2021
Tekst
Podcast
Literatuur & taal
Het Rode Oor

Hieronder kan je Uitademen van Eelkje Christina Bosch beluisteren of lezen. Het verhaal werd ingesproken door Elsa May Averill.

Mara kauwt langzaam op het vruchtvlees in haar mond. Ze besluit dat dit de laatste hap was van haar appel, dichter bij het klokhuis vindt ze niet lekker. Het doet haar te veel denken aan de boom die weer uit de appel zal groeien, en aan de boom waar die vanaf kwam. Te veel hout. Haar vingertoppen plakken. Wanneer ze die een voor een in haar mond steekt, haar kleverige appelhuid op haar tong, ziet ze de vrouw op het parkbankje aan de overkant van het water. Met de schok van een gemiste traptrede ziet ze dat deze vrouw haar recht in haar ogen aankijkt. Niet per ongeluk, zoals je blik even op iemand valt die in je blikveld opduikt, maar doelgericht, alsof ze eerder al gekeken had en nu zoekt naar haar gezicht, de aanraking van haar ogen. Mara merkt dat ze is stilgevallen, haar middelvinger tussen haar lippen. Wat een paar seconden geleden nog een manier was om de plakkerigheid van haar vingers af te krijgen, is nu een zwoele verleidingsmethode geworden. Cliché maar krachtig.

 

De vrouw schuift heen en weer op haar bankje en ademt uit, Mara ziet het aan de damp die uit haar mond komt. Ze ademt zelf ook uit, nu zijn het rooksignalen, haar ademwolk een antwoord. Heel zachtjes, nog maar net hardop, zegt ze: ‘Vind je me mooi?’ Ze stelt zich voor hoe haar signaal over de singel waait. Dat het de ogen en oren van de vrouw bereikt. Knikt ze? Mara blaast haar longen leeg in de richting van de vrouw. Alsof ze de kaarsjes op een verjaardagstaart uitblaast. Of probeert aan te wakkeren. Het wolkje drijft vol met appelgeur en betekenis over het water, en komt uit bij het gezicht van de vrouw. Ze ademt in, glimlacht, en wenkt Mara.

 

Mara zet de tijd even stil, bekijkt de vrouw, een personage in een film dat niet weet dat ze bekeken wordt door een publiek. Niet als de acteur op de set. Ze heeft lang donker haar, bijna zwart, het glanst in de lage zon. Een jas als een vacht, nee, als een klassiek meubelstuk: harde lijnen, sterke structuur, zacht maar stevig. Haar gezicht met diezelfde monumentale hoekigheid. Symmetrisch, leeftijdloos. Ze zou halverwege de dertig kunnen zijn, of bijna zestig, dat kan Mara niet goed zien vanaf haar bankje. De huid van de vrouw lijkt zo glad dat ze haar vingers er overheen wil laten glijden. Over haar wangen, haar lippen, haar hals, haar kaaklijn. Nu ze eraan denkt voelt ze het al bijna, in haar vingers en haar buik. Ze zou willen dat ze beter kon zien hoe de vrouw zou voelen onder haar vingertoppen, die net nog in haar eigen mond staken. Ze heeft meer detail nodig om het zich voor te stellen.

 

Ze kijkt zoekend om zich heen. Naar links en naar rechts ziet ze geen brug. De singel is bedoeld om te scheiden, niet om overgestoken te worden. Mara trekt haar schouders omhoog, gebaart naar de vrouw, hoopt dat ze het snapt. De vrouw staat op. Mara houdt haar adem in. De vrouw trekt haar wollen jas uit, laat die zonder zich om te draaien achter zich vallen. Als een groot, sluipend beest in het bevroren gras. Haar vest laat ze van haar schouders glijden, ze trekt haar dunne shirtje over haar hoofd. Ze staat daar, in haar laarzen, beha, rokje en panty, tegenover Mara. Het water tussen hen in. Dan trekt ze één voor één haar laarzen van haar voeten, het lijkt een nog kwetsbaarder handeling dan het blootgeven van haar buik. Mara knippert met haar ogen, en alsof ze het beeld heeft doorgespoeld ziet ze nog net de panty van haar voet glijden. Alsof ze haar huid afstroopt, denkt ze nog, en dan ritst de vrouw haar rok los, laat die op het gras vallen. Even staat ze tussen haar kleren alsof ze ermee gevochten heeft. Mara ziet in een flits hoe zij zelf uit haar kleren kruipt, elke avond, hoe ze zich dan voelt als een kind dat haar volwassen huls aflegt. Deze vrouw is ook zonder kleding volwassen, vrouw, dit is een mens dat vrouw is zonder huls. Vrouw in ondergoed.

 

Dan stapt ze op blote voeten naar voren, naar het water toe. De zon barst achter een gebouw vandaan, staat nu zo laag dat ze bijna een silhouet is tegen het licht. Het silhouet haakt haar beha los. Mara staat op, het dwingende gevoel tussen haar benen maakt het onmogelijk om rustig te blijven zitten. Als de vrouw haar onderbroek naar beneden schuift, schijnt de zon recht in Mara’s ogen, en ziet ze even helemaal niets meer. Dan glijdt er een wolk voor de zon, en is er alleen het gras, het water, het bankje. De smaak van appel op haar tong.

Eelkje Christina Bosch

Eelkje Christine Bosch zoekt in het spelen met taal en beeld naar manieren om verder te reiken dan haar lichaam of ratio toelaten. Naast haar werk als boekverkoper schrijft en schaaft ze aan een poëziedebuut, publiceerde columns op Vers Beton, schrijft korte verhalen en werkt aan een kinderboek. Ze stond met plezier op podia van o.a. Woordcomplot, Woordnacht Rotterdam, het Nijmeegs Boekenfeest en in de loofgangen van Dichters in de Prinsentuin. Haar gedichten waren te lezen op Meander, in Hyfe, Op Ruwe Planken en Het Liegend Konijn.


Organisatie: deBuren, Stichting Nieuwe Helden en De Nieuwe Liefde. Het Rode Oor is onderdeel van het project Yes, please!, een initiatief van Stichting Nieuwe Helden in co-productie met deBuren en in samenwerking met De Nieuwe Liefde, Compagnietheater, Marres Maastricht en HKU.

Vertel het verder: