Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Koffiedik kijken | Sanne Aletta van Otten

Achttien jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs lieten zich inspireren door 19e eeuwse artefacten uit het Rijksmuseum, met oog voor ongezien werk. Sanne Aletta van Otten geeft het woord aan een koffiefilterkan van Fa.Diemont uit 1816. ‘Het porselein zei dat ik me geen illusies moest maken’.
Door Sanne Aletta van Otten op 7 okt 2021
Tekst
Podcast
Politiek & samenleving
Literatuur & taal
Schrijfresidentie Parijs
Collectie Rijksmuseum, Amsterdam | Koffiefilterkan van Fa.Diemont uit 1816

Koffiedik kijken

 

Komt u toch iets dichterbij. En legt u uw hand tegen de vitrine.
Zal ik uw toekomst voorspellen?
Dat kan ik, ja.
Verbaast u dat?

De kunst van tasseografie heb ik afgekeken van een oude kokkin die ’s avonds laat de kopjes van de dienstbodes las. Ik wist meteen dat het iets voor mij was. Maar niemand geloofde in me. Het porselein zei dat ik me geen illusies moest maken, zoiets ingewikkelds zou een simpele koffiekan als ik nooit leren. Het kristalglas vond koffiedik kijken iets voor marginale imitatiekoperen potten. Het zilver zei dat ik mijn klep moest houden.

Maar ik dacht, wat heb ik te verliezen? Ik verveelde me stierlijk in de salon, tussen al die vrouwen in fijne japonnen.

Ik werkte hard. Als ik op tafel stond bekeek ik aandachtig de patronen in de gebruikte kopjes. Ik volgde alle gesprekken, om te weten hoe het de mensen verging die bij ons op visite waren geweest. Zo leerde ik stapje voor stapje wat koffiedik onthult over de wereld.

De eerste keer dat ik mijn kennis in praktijk bracht, sloeg ik een enorme flater. Ik voorspelde dat een achternicht van mijn eigenares spoedig een baby zou krijgen, maar ik had me van kopje vergist. Nog geen maand later hoorden we dat ze hysterisch was verklaard en naar een kliniek was gebracht. U kunt zich voorstellen hoe hard het porselein heeft gelachen. Het zilver was woedend; ik had niet alleen mezelf maar iedereen uit de zilverkast belachelijk gemaakt.

Pas toen ik drie keer na elkaar een juiste voorspelling deed, begon het servies in mij te geloven. En toen ik tegen alle verwachtingen in voorspelde dat de nieuwe dienstmeid, die was betrapt met de stalknecht, zou mogen blijven, werd ik officieel erkend als helderziende.

Het was een heerlijke tijd. Ik kreeg de beste plaats in de zilverkast. Als we werden gepoetst, zorgden de andere zilverstukken ervoor dat ik als eerste aan de beurt kwam. En als ik werd gevuld, treuzelde het water in de ketel, zodat ik het keukenmeubilair kon vertellen wat de toekomst zou brengen. Even was ik het belangrijkste gebruiksvoorwerp in het huishouden.

Tot ik op een donkere ochtend voorspelde dat een deel van het porselein door een onhandigheid van de heer Verbleek van tafel gestoten zou worden. Het servies gaf mij ervan de schuld en verbood me om ooit nog een voorspelling te doen.

Toen ik voorzag dat al het zilver aan dit museum geschonken zou worden, hield ik me stil, maar zoals altijd wanneer ik iets ergs zag, sloeg ik zwart uit van verdriet. Het zilver riep dat het zwarte magie was. De dienstmeid kreeg er een uitbrander voor.

Ondanks het verbod van de andere serviesstukken, houd ik me nog steeds bezig met waarzeggerij. Het is mijn roeping. Van de schoonmakers hier in het museum leerde ik dat er ook manieren zijn om de toekomst te voorspellen zonder koffiedik.

Komt u toch iets dichterbij, zodat ik uw hand iets beter kan zien. 
Wat denkt u, zal ik uw toekomst voorspellen? 


© Sanne De Wilde

Sanne Aletta van Otten

Sanne Aletta van Otten (1990) studeerde Nederlandse taal en letterkunde in Amsterdam en Wenen en werkt nu voor een koffiebranderij in Gent. In haar verhalen balanceert ze graag op de dunne grens tussen verbeelding en werkelijkheid. Ze deed mee aan De Zomerkaping 2019 waar ze leerde werken met audio. Sindsdien maakt ze korte audio-documentaires. Haar werk verscheen in Kluger Hans, ZINK en Deus Ex Machina en ze werd genomineerd voor de NTR podcastprijs 2020. 

Meer over Oude werken, jonge schrijvers
 

deBuren gaat sinds 2012 iedere zomer met een groep aanstormend schrijftalent uit de Lage Landen naar Parijs. Twee weken verblijven ze daar om over de grenzen heen elkaars werk en ideëen te leren kennen en aan nieuw materiaal te werken. De lichting van 2021 brengen werken uit zalen van de 19e eeuw van het Rijksmuseum op literaire wijze tot spreken in hun eigen artistieke taal. Onze vraag aan hen was even simpel als uitdagend: schrijf een nieuwe tekst over een oud werk, vanuit één kernvraag: wat zie je als je met oog voor onzichtbaar werk naar deze objecten kijkt?  

Vertel het verder: