Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Onderdeel 1: weergave in pancartes
Onderdeel 2: inzichten
- BKZ heeft sinds haar afstuderen aan de Gerrit Rietveld Academie verschillende vormen gecombineerd in haar werkpraktijk:
- Haar argumenten hiervoor:
1. ‘Ik kom uit een familie van bloemverkopers en het ondernemerschap zit in me.’
2. ‘Als je meer aan de productionele kant staat, moet je eens niet met je eigen werk bezig zijn.’
3. ‘Het is fijn om veel samen te werken en je naast je schrijverschap te vermengen met mensen die andere disciplines beoefenen.’
- Haar argumenten hiertegen:
1. ‘De versnipperde opdrachten happen tijd weg uit het geconcentreerde autonome schrijven.’
2. ‘Ik ben geen goede broodschrijver. Ik steek net zo veel werk in een stom marketingtekstje van één alinea als in de eerste pagina van een essay.’
- Conclusie: BKZ heeft besloten haar praktijk eens te vernauwen tot alleen schrijven, een beeldend project en doceren. ‘Ik heb het nooit zo gedaan, dus ik ben heel benieuwd wat het gaat teweegbrengen.’
Onderdeel 3: weergaven BKZ
Onderdeel 4: bekentenissen
Onderdeel 5: tips en instructies
‘Toen ik op schrijfresidentie was trokken Marieke Lucas Rijneveld, Lize Spit en ik zich het grootste deel van de tijd terug in onze kamers. Geen Parijstips dus. Doe dat zeker anders!’ (zie ook: vragen)
Onderdeel 6: weergaven schrijfresidenten
Onderdeel 7: vragen
- MH: ‘Word je wel teruggevraagd als je meer vraagt dan ze je aanbieden voor een opdracht?’
- BKZ: ‘Ja, juist wel! Je moet nadenken over de aard van de organisatie en er een gesprek over voeren, maar voegt waarde toe aan je schrijverschap, omdat je jezelf serieus neemt.’
- AMV: ‘Hoe ziet je proces eruit?’
- BKZ: ‘Ik doe veel onderzoek, lees veel, maak notities. Ga naar plekken, bezoek mensen. Dan verwerk ik mijn notities; dat is mijn meest gedisciplineerde tijdvak. Ik probeer de dingen open te breken: waarom heb ik dit opgeschreven? Wat als ik het ondersteboven zet, gebeurt er dan iets anders? De woorden tikken elkaar aan, ze genereren zichzelf. Er komen spanningen tussen zinnen waar weer nieuwe lijnen uit komen… Het is een heel heen-en-weer gaan gedurende een lange tijd.
- DdJ: ‘Zorgen de verschillende disciplines die je beoefent voor ruis in je werk?’
- BKZ: ‘Ik heb ruis heel lang als een verrijking ervaren. Het voedt me om verschillende rollen in verschillende disciplines te hebben, want als je schrijft redigeer je ook en een boek samenstellen heeft veel gemeen met een gedicht samenstellen.
- LV: ‘Wanneer weet je dat een poëziebundel af is?’
- BKZ: ‘Goeie vraag, dat heb ik niet helemaal zelf bepaald in dit geval. Ik stuurde na lang aandringen wat ik al had naar de uitgeverij en zij wilden het uitgeven. Maar het voelde niet af, dus ik heb er nog twee maanden aan doorgesleuteld. Op mezelf had ik er misschien nog vier jaar aan doorgesleuteld. Enkele teksten van kort na mijn eerste bundel heb ik niet opgenomen, omdat ik me er niet meer in herkende. Dat is misschien jammer, maar ik wil trouw zijn aan wat de bundel moet zijn.’
- DdJ: ‘Waarom vind je het geen goed idee dat we in Parijs veel tijd doorbrengen op onze kamers?’
- BKZ: ‘Ik heb geleerd dat er veel gebeurt als je niet werkt, dat je ook moet ontspannen. Soms betrap ik mezelf erop dat ik mijn waarde afmeet aan hoeveel ik werk. Eigenlijk vind ik dat belachelijk.’
- DdJ: ‘Je kunt de tekst ook meenemen naar de wereld?’
- BKZ: ‘Dat is mooi gezegd. Door nu veel werkzaamheden stop te zetten, hoop ik te ontdekken wat er gebeurt als ik dat doe.’
Onderdeel 8: de biografie
Bernke Klein Zandvoort is een Nederlandse dichteres. Ze publiceerde txwee bundels: Uitzicht is een afstand die zich omkeert in 2013 en Veldwerk in 2020 Ze schrijft daarnaast ook essays en creëert lecture performances met tekst en beeld. Ze heeft ook ervaring als curator: ze stelt programma's en boeken samen en verzamelt poëzie voor De Revisor. In 2014 nam zij deel aan de schrijfresidentie van deBuren.