Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Wat is de impact van gegenderd speelgoed en spel op de spelervaring van zowel kind als volwassene? Wat is de waarde van genderneutraal speelgoed en spel? En overstijgt samen spelen de genderervaring? Kaouthar Darmoni reflecteert samen met Fiep van Bodegom over gender en spel.
Oud-schrijfresidente en CELA-auteur Lisa Weeda voedt het debat met een antwoord op de spreker en Betül Sefika en Nicole Van den Berg brachten filosofie in de praktijk in de Verwonderkamer.
AUTOPSIERAPPORT VAN MIJN SEKSUELE IDENTITEIT
Gedefinieerd vanuit spel en spelen
Het jaar dat ik uit de kast kom, ben ik vijftien. Voor mij is dat moment een eindpunt, een climax, een bevrijding. Voor anderen is het een motorisch moment, het startschot van een zoektocht: wat is de route die zij af kunnen leggen richting mijn, zogezegd, nieuwe identiteit? Een vriend van mijn ouders doet een duit in het zakje, een paar dagen na mijn kennisgeving. Hij zegt het volgende tegen mijn moeder: ‘Lesbisch? Maar, wisten jullie dit niet allang? Ik bedoel, Lisa speelde altijd met lego en auto's. Ze hing in bomen, ze voetbalt nota bene.’
Het, voor mij, voor zijn uitspraak neutraal lijkende speelgoed en de spellen uit mijn jeugd zijn opeens onlosmakelijk verbonden met mijn geaardheid. Mijn identiteit is te ontleden als een set van onderdelen, onderdeel X is de keuze voor specifiek speelgoed en specifieke vormen van spel. Op deze vreemde gedachtekronkel terugkijkend, lees ik voor jullie vanavond het spel-en-speelgoed-autopsierapport van mijn identiteit. (En laat ik hierbij even vooropstellen dat ik niet geloof in dat ik zo ben geworden door wat dan ook, dat niets invloed heeft gehad, ik was altijd al zo, lesbisch bedoel ik.)
DE BARBIE, 1994
Voor mijn vijfde verjaardag doet mijn tante me een Barbie cadeau. Ik neem de doos in mijn handen, schud er even voorzichtig mee en draai het zijlings, zodat ik door het plastic raampje van de roze kartonnen verpakking kan zien dat ik enkel haar hoofd, armen en benen kan bewegen, haar aan en uit kan kleden. Heel eerlijk zeg ik: ‘hier ga ik niet mee spelen, bedankt.’
DE LION KING CD, 1995
Ik playback alle stemmen van alle karakters uit het LION KING-lied als ik later koning ben. Ik speel de rollen van Simba, Zazoe, Nala en Scar. Ik dans stiekem in de woonkamer als mijn ouders boodschappen doen, beweeg als de dieren, oefen oeverloos, maar alleen als niemand me ziet. Ik ben man, vrouw, onbepaald, vogel, leeuw, stokstaart en everzwijn.
VOETBAL, 1997
De basisschooljongens stoppen briefjes in mijn lade, waarop staat dat ze op me zijn. Ze zijn op me omdat ik doe wat zij doen: voetballen, slidings maken, anderen aan hun mouw naar de grond trekken, tegen ze aan beuken zonder bang te zijn, mijn jas scheuren. Ze zijn op me, omdat ik te begrijpen ben, één van hen, tegenover de Anderen, de meisjes, die onbegrijpelijk lijken.
TAMAGOTCHI, 1997
Het scherm staat de hele tijd vol met drollen, het ding piept om de haverklap, houdt me wakker in de nacht, ik moet het laten sporten, het prikjes geven, eten voeren. Het interesseert me geen reet. Na drie sterfmomenten laat ik het ei-vorminge machientje voorgoed sterven in een la.
DE DROOMTELEFOON, 1998
Ik heb geen tijd voor geheime aanbidders, maar Sanne uit mijn klas vindt van wel, dus hang ik aan de Droomtelefoon. Ik luister naar een jongensstem die hints geeft over zijn uiterlijk. Ik moet hem zien te vinden in een zee van portretfoto’s, die tussen mij en Sanne in op bed liggen.
Ik houd van skateboarden, zegt de stem aan de telefoon.
Leuk, ik ook, zeg ik.
Zo werkt het niet, zegt Sanne.
SPICE UP YOUR LIFE, 1998
Om argwaan te voorkomen hang ik een poster van de Backstreet Boys boven mijn bed. Ik weet allang
hoe het zit, maar Brian, Nick, Howie, Kevin en AJ, mijn ouders, klasgenootjes en mijn groep zeven
leraar weten het nog niet. Dus kies ik, als iemand zoals Sanne er naar vraagt, voor Brian. Hij is net als
ik een beetje anders: gemiddeld genomen kiest niemand hem en zijn dansmoves zijn medium. Ik kijk
naar videoclips op MTV om zijn bewegingen na te kunnen doen tijdens de maandelijkse
playbackavond. Als de Spice Girls eindelijk hip genoeg worden om de Backstreet Boys te kunnen
vervangen, beeld ik me in dat ik Brian ben en ik na een gigantisch concert Mel-C tegenkom in een
backstage gang van een concerthal. Ze heeft een trainingspak aan, we kussen. Als ze wegloopt doe ik
een dramatisch dansje, waarbij ik om mijn as draai en haar nawijs met mijn arm en wijsvinger.
Het blijft ons geheim, zegt Mel-C. Ze legt haar vingers over haar lippen.
PS2, 2001
Ik heb verkering met Lodewijk omdat hij grappig en lief is. En omdat hij een Playstation heeft. Ik schaam me er niet voor. Soms kus ik hem, waarna we ons weer de ziekte buttonbashen. Ik spring over hem heen, hij maakt salto’s achteruit, we zijn in sync, we laten ons niet grijpen.
Als de Dragon Ball-Z game uitkomt, maak ik het uit.
GAME OVER
Lodewijk is misschien een dag verdrietig.
Als troost geeft mijn vader me een CD-rom van Grand Theft Auto 2.
ELVIS HAS LEFT THE BUILDING roept de game hakkelig als ik alle mannetjes in wit zwarte pakken heb neergemaaid met mijn 2D machinegeweer.
OVERIG
PANNA, AKKA ANNA KONTJEBRANDEN EZELEN HOOGHOUDEN
BB-GUN KOGELS uit de glimmend zwarte gun van de buurjongen met mijn bovenbenen opvangen, voluit op de skatebaan klappen, littekens sparen om aan vrienden te laten zien in het eerste uur,
fikkie stoken,
ringloos scoren,
wielie fixen op de BMX,
kickflip proberen,
arm breken,
pols kneuzen,
neusbot scheuren.
legosteden bouwen en weer afbreken
stenen scheren op de gladde oppervlakken van stille meren
de biljartbal volgen op het groene kleed van de biljarttafel, de schuimkraag van mijn vaders biertje wegslurpen,
twee keer twintig gooien, de roos missen, het pijltje tussen duim en wijsvinger houden, met mijn tong uit mijn mond eindeloos veel naar voren en achteren bewegen
golfballen door lange straten gooien, zien hoe vaak ze stuiteren,
een cape om de nek van de kat binden, Batman en Robin spelen, de wereld redden van al het kwaad
DESIGN FOR PLAY, 2020
In de televisieserie Abstract laat ontwerper Cas Holman haar visie op spel voor kinderen zien. De spel-objecten die ze ontwerpt, zijn gericht op bouwen en puzzelen, hebben amper kleur en vereisen samenwerking; niet competitie, niet een bepaald gender. Er is geen goed of fout antwoord, het gaat om dat een kind voor zichzelf kan denken. Holman ontwerpt geen speelgoed, ze ontwerpt spel, het spelen. Ze ontwerpt, zoals ze zegt: Toys that transcend Identity. “I want toys to be tools for children to feel understood.” Zo hebben de spellen waar ik wel aan deelnam en het speelgoed waarmee ik speelde altijd gevoeld: stelde het mij geen vraag, voelde ik me er niet in thuis, dan deed ik niet mee, los van of een ander vond of ik er wel of niet in thuishoorde.
Als expert in Gender Studies, Feminine & Erotic Capital en FeMale Leadership geeft Kaouthar Darmoni trainingen en lezingen in het bedrijfsleven over dit onderwerp, waarbij ze haar academische achtergrond (Assistant Professor in Gender & Media) combineert met haar bedrijfservaring. Kaouthar koos voor een innovatieve benadering die gendertheorie combineert met lichaamspraktijk: empowerende genderprincipes in het lichaam implementeren, via de dans, om balans te creëren tussen vrouwelijke en mannelijke kwaliteiten en een balans tussen geest en lichaam voor een beter leiderschap.