Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Filosoof en wiskundige Jean Paul Van Bendegem bijt de spits af van de tweede reeks 'Spelbrekers', een reeks filosofische gesprekken over spel. Hij legt je het hemel-helspel voor, moderator Fiep van Bodegom vraagt hem uit. Spoiler alert: je zal het moeten opnemen tegen de oneindigheid.
Dichter en oud-schrijfresident Malika Soudani breekt het spel op met een antwoord op de spreker. Aan het einde van het programma brengen Arno Boey en Anne-Goaitske Breteler filosofie in de praktijk in de Verwonderkamer.
Arno Boey
‘Vanaf twee zijn we vertrokken.’
Volgens Genesis begon het leven met een simpele splitsing en vermenigvuldiging. De rib van één werd tot twee gemaakt. Twee kwam uit één en de dingen gingen tellen. Eén kreeg twee en een vraag kreeg een antwoord. Eén ging naast twee liggen en hoorde zijn adem resoneren. Eén ging op in twee als een lelie in de vijver. Twee was een plaats om samen te zijn. Gedachten konden rijpen, zaadjes konden rusten tot de lente kwam. Eén telde zichzelf met twee op en kwam bij drie uit. Eén en twee sliepen in de kamer naast drie. Wanneer de slaap niet kwam, telden één en twee verder. Als boeren hun vee en herders hun schapen. Vier kwam na drie en elf na tien. Er werd geteld. Als een reiziger die de zonnebloemen langs de kant van de weg telt. Elk getal voelde als een trede hoger. Soms zaten één en twee met hun hoofd in de wolken. Dan raakten ze de tel kwijt. De zonnebloemen en de schapen, de lelies en het vee: ze raakten uit het zicht.
‘Tellen lijkt een trap zonder einde,’ zei één.
‘Al klimmend vatten we de slaap niet,’ antwoordde twee. ‘Terugkeren naar het begin helpt.’
De terugreis lijkt altijd sneller, en één valt onderweg steeds in slaap. Eén past in twee, als een droom in mijn hoofd. Twee kwam uit één en de dingen kregen betekenis. God is een wiskundige, wordt er gezegd. God is een wiskundige en heeft ons leren tellen zodat één nooit alleen zou zijn.
Anne-Goaitske Breteler
Heel al
Mijn vader leerde mij eens tellen. Spekkige vingertjes die het liefst tegelijk, maar toch afzonderlijk ‘1,2,3’ omhoog tilden. Mijn vader rekende mee: 3 voor de ‘ljippen’ (de kievieten) in het veld. 2 Voor de honden bij de kachel. 1 voor ‘heit’ (mijn vader) zelf.
Toen kwamen de rekenboeken op school en ging het mijn begrip te boven. Mijn vingers werden cijfers op papier
en vermenigvuldigden zich nog ver daarbuiten.
Hoeveelheid werd chaos.
Als Pietje 10.450 appels heeft en zijn vriend Jantje steelt er 5.200, wat houdt Pietje dan over?
Een slecht gevoel misschien?
Of ja, wat moest hij toch al met zoveel appels?
Toen ik snapte dat Nederland 17 miljoen inwoners kent, van wie ik nog geen een % zou kunnen kennen, was het helder buiten.
Mijn vader telde mee. ’11,12,13’ maar dan met negen nullen.
Zo oud is het heelal.
En wij? Die 7,6 miljard op aarde. Wij bestaan voor iets over onze helft. 4,5 miljard. Bijna een hand vol. Met negen nullen.
Mijn vader zegt dat we nog even te gaan hebben. Dat we op de helft van de eeuwigheid zitten ongeveer.
Maar hoe kan ik de eeuwigheid vatten als ik aan mijn vingers niet genoeg heb. Dan maar hopen dat ik lang genoeg kan houden wat telt:
1. Voor ‘heit’,
2. Voor de honden bij de kachel,
3. Voor de ljippen, (de kievieten) in het veld.
4. Voor de mensen die ik liefheb.
5. Voor de lange ochtenden in het weekend
6. Voor de wandelingen over de zeedijk
7. Voor de gezondheid
8. Voor de drank, de seks en vooral in combinatie
9. Voor de boeken in de kast.
10. Voor later.
Jean Paul Van Bendegem is hij emeritus professor aan de Vrije Universiteit Brussel, voorheen was hij buitengewoon hoogleraar aan diezelfde universiteit voor de vakken logica en wetenschapsfilosofie. Van 2005 tot en met 2009 was hij decaan van de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte aan de VUB. Naast zijn lesopdracht was hij tevens directeur van het Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie waar een twintigtal onderzoekers aan verbonden zijn en is hij nog steeds de uitgever van het logica-tijdschrift Logique et Analyse. In 2008 verscheen Over wat ik nog wil schrijven (Garant), in 2009 verscheen Hamlet en entropie (VUBPRESS), in 2012 De vrolijke atheïst, in 2014 Elke drie seconden en in 2017 Verdwaalde stad – Filosoferen langs straten en pleinen (Houtekiet).