Een jongeman gaat na het verlaten van de middelbare school meteen in militaire dienst. Het moet nu eenmaal en dan kan je er maar beter meteen vanaf zijn, zo redeneert hij. Helaas blijken de romantische verhalen van zijn ooms over hun diensttijd niet te kloppen. In plaats daarvan ligt maandenlange verveling op de loer. Hij voelt zich als intellectueel aangelegde gymnasiast ook niet helemaal thuis tussen zijn lotgenoten: "grofgebouwde jongens met de goedmoedige ambitie truckchauffeur of tegelzetter te worden". Daarom besluit hij al snel zich wegens onaangepast gedrag te laten wegsturen, maar het pakt allemaal anders uit dan hij had voorzien.