In De muzikant beschrijft Anna Enquist de muzikale vreugde én de eeuwige plankenkoorts van een ervaren celliste. De stress van het spelen in een orkest en het geven van concerten is een bedreiging voor haar gemoedsrust en gezondheid. Om toch door te kunnen gaan klampt ze zich vast aan haar liefde voor muziek. "Het wordt altijd weer elf uur. Wat er ook gebeurt. Je denkt: ik ga sterven, daar op dat podium, ik raak eruit, de stok schiet uit m'n hand, ik zet het verkeerde stuk in – maar de klok tikt door, het wordt elf uur, het publiek vertrekt en de zaal gaat sluiten. Einde."