Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Covid-19, 'bestelbaby's' en andere pijnpunten binnen transnationale adoptie

Psycholoog Miranda Ntirandekura Aerts was vijf jaar oud toen ze geadopteerd werd en van Rwanda naar België verhuisde. Ze onderzoekt de gevolgen van het coronavirus op transnationale adoptie, staat stil bij het fenomeen 'bestelbaby's' en biedt een ander perspectief op de dominante berichtgeving daaromtrent - dat van de geadopteerde zelf.
Door Miranda Ntirandekura Aerts op 9 dec 2020
Tekst
Politiek & samenleving
Vraag en antwoord
Miranda Ntirandekura Aerts tijdens haar brainwashtalk over interlandelijke adoptie

Adoptie: een ander perspectief 

 

 

November is in de Verenigde Staten National Adoption Awareness Month, kortweg #NAAM. Het wordt verkocht als  een feestelijke maand om mensen aan te moedigen zich meer te informeren over adoptie en om positieve adoptie-gerelateerde verhalen te delen. Vele geadopteerden binnen en buiten de VS zijn geen fan van de pro-adoptie propaganda omtrent #NAAM en zetten een eigen narratief op de voorgrond. Hun kant van het verhaal dat begint met afgestaan zijn, verlies en een rouwproces dat vaak geen bestaansrecht krijgt. Onder National Adoptees Awareness Month vragen zij om meer erkenning van de keerzijde van adoptie - de pijn en traumatische gebeurtenissen waarmee dit gepaard kan gaan. Adoptie is tenslotte voor velen iets waar ze in de eerste plaats mee (moeten) leren leven in plaats van een heus festijn. Vanuit die filosofie kruip ik zelf ook in mijn pen, in het belang van bewustwording en om woorden te geven aan perspectieven waar we als maatschappij te snel aan voorbij gaan.

 

Een kritiek die ik regelmatig krijg, is dat ik geen oog heb voor de positieve verhalen binnen adoptie. Terwijl mijn verweer net is dat men de voorbije 50 jaar zodanig bezig is geweest met krampachtig het positieve karakter van adoptie voorop te plaatsen, dat men het leed bij verschillende betrokkenen over het hoofd zag, alsook veel te weinig actie ondernam om dit te voorkomen. Dat adoptie een ingrijpende gebeurtenis is voor de eerste familie (ouders en hun kind), wat vervolgens in de adoptiecontext een positief verloop kent, zijn twee waarheden die naast elkaar bestaan. Net zoals er ondertussen voldoende getuigenissen zijn van geadopteerden die aantonen dat hun adoptie gepaard ging en gaat met heel wat onrecht. Ik hoor zulke verhalen quasi dagelijks binnen en buiten mijn praktijk, waarbij ze zoekend naar hun ware ik, incluis depressieve stemmingen, angsten, opgekropte woede, mentale kwetsuren geconfronteerd wordt met de zwaarte van een systeem dat hen niet gelooft of serieus neemt (tenzij een wit persoon er plots onderzoek over doet). Voor vele onder hen is het leven eerder een dagelijkse strijd om te overleven. Anderen zijn moe gestreden.

Adoptie en corona: 'bestelbaby's' en dilemma's 

 

In mei van dit jaar verloren we op tien dagen tijd twee transnationaal geadopteerden die zelf uit het leven stapten. Mogelijks zorgde corona voor de spreekwoordelijke druppel. Geen afleiding, weinig perspectief, de uitzichtloosheid, een gevoel van benauwdheid, de overheersende uitputting en moeheid van dat goedgezinde masker dat dagelijks werd opgezet? Eén ding is zeker, ondanks dat het voor de buitenwereld schijnbaar goed leek te gaan met hen, ervaarden ze hun eigen binnenwereld als ondraaglijk.

 

Zelfdoding bij geadopteerden is wereldwijd een onderbelichte problematiek. En terwijl dit verlies bij mezelf en anderen heftig binnenkomt, blijft vanuit het Vlaams adoptielandschap met enige regelmaat het gekende positieve riedeltje terugkeren. Want volgens Juffer, toont onderzoek aan dat de overgrote meerderheid van geadopteerden, ruim 80% prima functioneert. Een in haar ogen kleine minderheid kampt met gedragsproblemen of depressies door een onverwerkt verleden.1 Dat iemands goed functioneren niet noodzakelijk een correcte voorspeller is voor diens denken, voelen en handelen wordt achterwegen gelaten. Hoewel het verband tussen zelfdoding en psychische stoornissen in de mentale welzijnssector goed is vastgesteld, gebeuren veel zelfdodingen impulsief in tijden van crisis. Verdere risicofactoren zijn onder meer ervaring met verlies, eenzaamheid, discriminatie, het verbreken van een relatie, financiële problemen, chronische pijn en ziekte, geweld, misbruik en conflicten. En daar waar de pandemie de hele wereld in zijn greep heeft, is de impact op geadopteerden voelbaar. De berichtgevingen die in de media verschijnen belichten echter alleen de stem van kandidaat-adoptieouders.

 

Zo is er het nieuwsbericht uit Oekraïne.  Honderden baby’s bedoeld voor adoptie kunnen niet worden opgehaald. Aspirant ouders die 10 000 euro of meer neertelden voor het commercieel draagmoederschap werden de toegang tot het land ontzegt of zaten er vast omwille van gesloten landsgrenzen. Dit resulteerde in kamers vol huilende ‘bestelbaby’s’, die naar beste vermogen verzorgd werden door verpleegkundigen. Het exacte aantal van pasgeboren baby’s die hun eerste maanden zo hebben moeten doorbrengen, blijft onduidelijk. Want naast het beperkt aantal landen dat commercieel draagmoederschap toestaat, gebeurt dezelfde praktijk ook in de illegaliteit. En ondanks dat in de video van BioTexCom de goedlachse verpleegkundigen willen aantonen dat alles goed ging met de baby’s en niemand zich  zorgen moet maken, stel ik mij serieuze vragen bij deze vorm van kinderen op bestelling. Het is nogmaals gebleken dat indien er zich problemen voordoen, de kinderen er in de eerste plaats de dupe van zijn.  

 

Ook bij de traditionele buitenlandse adopties doen er zich gelijkaardige problemen voor. Veel aspirant adoptieouders zijn het lange wachten beu en willen dat de regering iets doet. Eén koppel was echter reeds ter plaatse in Gambia. Het koppel en hun biologische dochter brachten enkele dagen samen door met hun adoptiezoon, in afwachting van een visum en paspoort. Door het coronavirus wilden ze zo snel mogelijk terug naar België vertrekken, maar al gauw bleek dat het visum en paspoort niet sneller in orde kon worden gemaakt. Ze stonden voor een dilemma. Of ze bleven met vier samen in Gambia, weliswaar met het perspectief op een onzeker terugkomst. Of ze vertrokken met z'n drieën terug naar België en brachten hun adoptiezoon terug naar het weeshuis. Het werd het laatste. Een argument dat meespeelde in die keuze was de overtuiging niet te kunnen vertrouwen in de Gambiaanse gezondheidszorg. Een wantrouwen dat zo groot is dat ze de pijnlijke keuze maakten om hun adoptiezoon achter te laten.

 

1. Gelezen in Blauwdruk Nazorg Adoptie (2007)

 

De pandemie in Europa en Afrika: feiten en perceptie

 

Ik weet zelf weinig van het gezondheidssysteem in Gambia, maar net zoals ik het coronabeleid en de cijfers opvolg van Rwanda, doe ik dat ook voor Gambia en enkele andere landen. Sommige van de jongere cliënten die in mijn praktijk komen, maken zich namelijk zorgen over hun families daar, maar willen hun adoptieouders niet ongerust maken. Ik doe vervolgens dus een beetje extra opzoekwerk en maak eenvoudige grafiekjes om hen te informeren over hun geboorteland. Op 10 maart zijn er in België al een 700tal bevestigde COVID-19 besmettingen. In Gambia nog geen enkele. Het eerste gerapporteerde geval volgt daar pas een week later. Vervolgens nam de Gambiaanse overheid preventief strenge en strikte maatregelen zoals de sluiting van de landsgrenzen, luchthaven, verschillende diensten en horeca. Dat dit gevolgen had voor de algemene werking van veel diensten, lijkt me logisch. Toch is dit een andere realiteit dan degene die geschetst wordt in het artikel uit Het Nieuwsblad, waarin men spreekt over ‘het virus kreeg Gambia in zijn greep’ en ‘het gerechtelijk apparaat lag plat’.

 

Dit is een voorbeeld dat aantoont -puur afgaande op de COVID-19 situatie-, het subjectief veiligheidsgevoel primeert op de objectieve informatie, namelijk dat wat de cijfers tonen. Ik zou durven stellen dat ongeacht wat de cijfers zeggen, wat vertrouwd en gekend is positiever wordt gewaardeerd, en wat onbekend is onbemind blijft. De pandemie toont hier aan dat objectieve gegevens niet noodzakelijk onze perceptie veranderen of onze keuzes beïnvloeden. De eerste golf was stevig in België en ondanks de dagelijks cijfers (objectieve gegevens) zijn we er niet in geslaagd om een tweede golf te vermijden (keuzes en gedrag). Net zoals er reeds vanaf het begin werd gepraat en geschreven over de rampscenario’s die COVID-19 zou teweegbrengen op het Afrikaanse continent, op basis van weinig feitelijke informatie daarover. De teloorgang van Afrika werd mogelijks vooral gevoed door een vastgeroeste perceptie, waarbij Afrika in vele geheugens vooral symbool staat voor onderontwikkeld, armoeding en onveilig.

 

Als we met betrekking tot de pandemie, nu acht maanden later de balans opmaken met tussen Gambia en België, Rwanda en België, of meer algemeen Afrika en Europa kunnen we op z’n minst stellen dat het tijd wordt dat we onze paternalistische en denigrerende kijk op het Afrikaanse continent inruilen voor een realistische en open blik. Het zou ons als maatschappij zo waar iets kunnen leren. Tot slot hoop ik dat nu we met z'n allen meer stilstaan bij het belang van een vertrouwde context en onze hardnekkige hunkering daarnaar ook als die niet ideaal is. Men moet zich er ter dege van bewust worden dat kinderen, in het kader van transnationale adoptie, uit hun vertrouwde context halen, ook iets fundamenteels doet met hun subjectief veiligheidsgevoel.

 

 

 

Wie met donkere gevoelens zit, kan terecht bij de zelfmoordlijn.


Wie met donkere gevoelens kampt, kan terecht bij de zelfmoordlijn.

Vertel het verder: