Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Ik zit opgesloten in een mythe. Een bloederige,
verstillende mythe. Ik spreek een taal
van zwijgen,1
onbewust
opgelegd.
Laat me ten eerste stellen:
Ik hou van mythen.
Ik heb meer dan eens beweerd een mythe te willen zijn.
Ik dacht altijd een Griekse.
Ik heb een buitenproportionele fascinatie voor ‘De Metamorfosen’ van Ovidius.
Laat me stellen dat ik verlang te leven vanuit het luisteren. Ik leen mijn oor aan geheimen en verzwegen
waarheden. Ik verlang die verborgenheden een stem te geven.2 Om het beeld dat we hebben van de vrouw,
van haar stem, en in het bijzonder van de vrouw en haar verstomming, omver te stoten en te herplanten.
Intussen heeft het verhaal van de vrouwelijke stem, mijn eigen voornaamste instrument,
meer geheimen dan ik dacht. Geheimen die zich in de waas van de nacht onthullen.
Ik leg Ovidius naast me neer op mijn nachtkastje, draai me om. Ik waak.
Droom vermengt zich met realiteit.
Ik ontleed het lijf van mijn schrijven. Mijn essay beschouw ik als volwaardig gewervelde. De wervels zijn
als voelbare stapstenen van het denken.
Ik begin onderaan, bij de diep verborgen bekkenbodem die soms mythe heet.
Mythe is het woord van de oorsprong.
Een mythe is een deur naar een wereld die verborgen zingeving blootlegt
— een deur op zoek naar een stem om hem op een kier te zingen.
Een mythe is ook een cultuurbreed vastgehouden misvatting
— een dichte deur waarvan men dacht dat ie al open was.
Ik open de bekkenbodem. Ik droom niet.
Een gewerveld verhaal nestelt zich beneden. Het klimt zich een weg naar boven.
Er is een lange weg te gaan,
met rechte rug.
'Een mythe is een deur naar een wereld die verborgen zingeving blootlegt'
Ze noemen mij een vrouw. Zo verhoud ik mij tot het woord vrouw, tot de mythe van de vrouw. Die mythe
maakt mij en vele anderen tot een rondwandelend fenomeen. Ik plant mijn schoenen in de aarde. Ze slijten.
Mijn lijf en stem hebben vooral een vaste betekenis voor anderen. Had ik in een andere buitenwereld geleefd,
dan had ik mij tot een heel ander woord verhouden. Tot een andere mythe. Tot andere aarde. Wie weet tot iets
woordeloos. Ik had misschien anders gelopen. Het zou anders gelopen zijn.
De vrouw, van oorsprong meer dan enkel een woord, is nu met dat woord ook een dichte deur geworden.
Ik zet de weg voort van de bekkenbodem de ruggengraat omhoog.
Knoken zijn aangetast. Onderweg naar boven, obstakels, wervel voor wervel, gekromd.
Bij het heiligbeen aangekomen, kniel ik. Het heilige beeld huist in mijn liezen. Mijn wervels bergen gebogen
gewelven van een zingende kathedraal, sinds Christendom kroppen nog steeds rotte vruchten op in mijn
botten. De schoenen geplant in een samenleving geschoold op erfenissen van kapers4, ook mythes zijn
gekaapt. Eva uit Adam’s rib geboren en voor altijd de Ander, afwijkend van5. Archetype zonder adem.
Ik waad door de rivier van het dagelijkse wat mijn rug doet krommen. Het lot van de vrouw die schrijft over
het lot van de vrouw die schrijft over haar eigen lot van de vrouw die schrijft over haar lotgenoten. Vindt in
zichzelf weinig bondgenoten. Ik klim uit het heiligbeen naar de staart, het aanhalingsteken dat hard werkt
aan een conclusie, elke dag. Ik kwispel, maar op wiens maat?
De weg vervolgt, naar boven, de botten, de graat. Ik drijf op mijn rug in de poel van mijn eigen groep. Ik
voel de vrouwelijke bloedlijn die mijn moeder me beschreef. Ik kan me bijna voorstellen hoe mijn rug zou
voelen na het baren van een kind. Hoe ik dan zou ademen. Mijn rug krijgt spieren.
Langzaam, een steek. De twijfel ontsteekt. Een spiegel gelijk, dualiteit, alles komt tot mij in tweeledigheid.
Wie vrouw zegt moet ook man zeggen. Wie man is, zou een vrouw in zijn ribben kunnen laten wonen. Elke
vrouw geboren uit de kast van een man, elke man gezoogd door een vrouw, de oorsprong, alweer, de
oorsprong van de twee woorden die verschijnselen zijn, man en vrouw, de oorsprong van het indelen, in twee
en enkel twee, de vraag naar meer dan twee, naar meer dan woorden, de oorsprong van gender en binariteit,
niet enkel mythologisch maar ook biologisch. Spreid uw benen, niet uw vleugels. Het lijf zal het bij het
rechte einde hebben. Biologie bewijst dat óók de afwijking6, de Ander net zo’n gewervelde is al ik en jij.
Andere chromosoomsamenstellingen. Andere inwendigheid. Uitwendigheid. Lesbian. Gay. Trans. Queer.
Zwart. Wit. Intersex. Asexual. Non-binair. Fluïde. Niet toe te schrijven. Er is altijd meer dan wat we zien. Er
is altijd meer dan wat we in ons geroeste denken kunnen opsommen. Woorden als omheining. De vrouw als
woord. Het woord, stil. Onderweg, stromend bloed, pezen. Bloed, stolt. Waar valt er nog te drijven?
Opeens voel ik hem. Adam.
Bij het dichten van mijn adem zit hij achterin in mijn keel,
met een appel van wie weet de tuin van Eden.
In mijn keelorgaan zit de mythe van een zonde.
In mijn keelorgaan zit de naam van een man.
Voor ik over de stem van de vrouw spreek,
moet ik eerst haar stilte hoorbaar maken.
Aangemeerd bij het strottenhoofd, verdwaal ik in de grotten van mijn keel.
Onder het gehemelte klinkt gezang. Het ‘Ik’ vermenigvuldigd, meerstemmig in alle holten. De vele stemmen
zingen lijfliederen die niemand ooit hoorde. Simultaan belichaam ik al wat kan bestaan, simultaan omdat ik
verander. Alles verandert, niets vergaat7.
Het is niet voor niets dat de stem en het lied een belangrijke symboliek vormen in de mythologie van over de
hele wereld . Het is niet voor niets dat de verstomming een symbolische 8 ontmenselijking is in diezelfde
mythologie. De metaforische wereld die op mijn nachtkastje ligt, onthult in heldere waas een stekende
wereld die nog steeds als scherven aan onze voeten ligt, nog steeds niet volledig opgeraapt en geheeld. Ik
waan me in een dromend verhaal van uitgesneden tongen, van vrouwen verkracht, ontmenselijkt, ongehoord,
veranderd in plekken of verschijnselen die enkel verschijnen, niet meer spreken.
Semiramis, wordt veranderd in een duif.
Syrinx, wordt veranderd in een panfluit.
Menthe, wordt veranderd in een muntplant.
Leuconoë, wordt veranderd in een vleermuis.
Arsippe, wordt veranderd in een vleermuis.
Alcithoë, wordt veranderd in een vleermuis.
Galantis, wordt veranderd in een wezel.
Scylla, wordt veranderd in een vogel.
Ariadne, wordt veranderd in een ster.
Phene, wordt veranderd in een vogel.
Aglauros, wordt veranderd in een standbeeld.
Niobe, wordt veranderd in steen.
Io, verkracht door Zeus, wordt veranderd in een koe.
Callisto, ontmaagd, bezwangerd door Zeus,
wordt veranderd in een beer.
Leucothoë, verkracht door de zon,
wordt veranderd in een wierookstruik.
Daphne, vervolgd door Apollo,
wordt veranderd in een laurierboom.
Ocyrhoë, heeft profetische krachten,
wordt veranderd in een paard.
Arethusa, geschonden door een riviergod,
wordt veranderd in een waterbron.
Arachne, weeft de waarheid, wordt veranderd in een spin.
Philomela, verkracht en met een mes van haar tong
ontnomen, wordt veranderd in een vogel.
Theophane, verkracht door Neptunus.
Liriope, verkracht door Cephisus.
Melantho, verkracht door Neptunus.
Chione, gedood door Diana die een pijl in haar tong schiet.
Byblis, intens verliefd op haar eigen broer,
wordt veranderd in een bergbron.
Myrrha, intens verliefd op haar eigen vader,
wordt veranderd in een mirreboom.
Iphis, intens verliefd op een andere vrouw,
wordt uit noodzaak veranderd in een man.
Hecuba, aanschouwt gedwongen de moord op haar kinderen,
wordt veranderd in een huilende hond.
Nyctimene, gedwongen tot incest, wordt veranderd in een uil.
Medusa, verkracht door Neptunus,
wordt veranderd in een monster.
Caenis, verkracht door Neptunus, wordt veranderd in een man.
Helena, gebruikt, gekaapt, wordt veranderd in een mythe.
Dit is slechts een selectie van de manieren waarop vrouwenfiguren in het epos van Ovidius een metamorfose
ondergaan die hen van hun menselijke stem berooft. Die roof gaat meer dan eens gepaard met een
verkrachting, een ontering van hun mens-zijn. Ook al zijn deze vrouwen na hun transformatie vaak nog
levend, soms zelfs nog in staat om geluid te produceren, altijd is hun menselijke stem verstomd9. Zo kan Io
enkel nog loeien als een koe, kan Hecuba enkel nog huilen als een hond, kan Galantis enkel nog kinderen baren via haar wezelsmond. Zo is Helena geen mens meer maar een concept: een projectie van geweld en
van vrouwelijkheid geboren uit de door mannen geschapen en beschreven Griekse Oudheid10.
Ik lees tot diep in de nacht. Ik waan me in de verhalen die in hun onwetende doorvertelling ook míjn keel
dichtknijpen. Het niet kunnen spreken in de letterlijke en figuurlijke zin, is een bestaan tussen leven en dood.
De vrouw verstomt in de verhalen. De mythologie zwijgt. De verstomming vertelt men door zonder door te
hebben. De wereld zwijgt op zijn beurt.
Stem heeft alles te maken met kracht.
Verstomming alles te maken met macht.
Ik wankel.
Ik vervolg mijn gewervelde weg.
Mijn stem trekt het zwijgen in twijfel.
In zijn luidheid confronteert de wereld me met mijn eigen stilte. Waarom blijf ik stil terwijl er veel te zeggen
valt? Waarom denk ik dat ik aan iets moet voldoen om bij te dragen aan het discours? Waarom plakken de
vele stemmen aan mijn gehemelte vast?
En toch is ook zwijgen tweeledig.
Is zwijgen ook een drijfkracht, een vacuüm, een deining in tijd en ruimte.
In zijn luidheid spreekt de wereld mijn innerlijke stilte aan. Als ik naar de woeste zee van Bretagne kijk, de
plek waar ik geboren ben, het gaat binnenkort regenen, er is geen andere ziel op de rotsen, de zee klettert en
ruist: op die momenten ervaar ik overweldigende stilte, word ik gewezen op het oog van de storm dat ik
soms mag zijn.
'We kunnen deuren openzetten naar verhalen die wonden genezen'
Ik sta op en laat het nachtkastje achter.
Ik sta op. Ik manifesteer.
Een stem is zowel een fysiek instrument als een politiek instrument. Een stem is het voortbrengen van klank
en het voortbrengen van innerlijke identiteit en ideeën over de wereld. Een stem hebben is niet enkel naar de
stembus mogen, maar ook zeggenschap hebben. Een stem garandeert bestaansrecht; haalt ons weg uit het
luchtledige tussen leven en dood, of laat ons tenminste op de grenzen ervan dansen.
We hebben invloed op hoé we mythen doorgeven. We hebben invloed op de stemmen die we aandacht
geven. We kunnen deuren openzetten naar verhalen die wonden genezen.
Ik schreef van de verborgen bekkenbodem die soms mythe heet,
langs de ruggengraat die de vrouw overeind houdt,
tot aan te keel die haar stem doet geven.
Ik weet dat,
om dit verhaal juist te eindigen,
ik nog een kleine trap naar boven klimmen moet.
Ik weet dat ik wil eindigen bij het oor.
“To have a voice is to be human. To have something to say is to be a person. But speaking depends on
listening and on being heard; it is an intensely relational act.”11
Een Andere mythe is een vraag om een relatie. Het vraagt om een grondige verhouding, om het oor, om het
luisteren, om het opbouwen van een connectie met het onbekende. Het vraagt om verhalen tussen droom en
realiteit, ver weg op de kaart maar dicht bij de ziel.
Ik spreek mijn wens uit naar mythen:
dat zij potentiële genezers mogen worden.
Ik spreek mijn wens uit naar geheimen:
dat zij ons tot het diepste punt van het onderbewuste doen komen,
met de nacht als onbekend maar herkenbaar vaarwater.
Ik schrijf als subversieve daad. Taal is mijn manier van liefdevol ontwrichten.
Ik spreek als subversieve daad. Stem is het luik waarmee ik de buitenwereld binnen neem.
Ik zing als subversieve daad.
Ik zing om stiltes te creëren.
Ik zing in de grotten van mijn keel, meerstemmig, tussen leven en dood in.
Het lied is mijn manier van straffen en tegelijkertijd helen.
Ik zie nu pas hoe veel letters mijn naam gemeen heeft met dat woord. Helen.
1. Uit ‘Between Voice and Silence’ van Jill Mclean Taylor, Carol Gilligan, Amy Sullivan - in de woorden van een Afro-Amerikaanse vrouw die ze interviewden: “Reporting her own experience she says: “I was never taught absolute silence, I was taught it was important to speak but to talk a talk that was itself a silence. Taught to speak and beware of the betrayal of too much heard speech, I experienced intense confusion and deep anxiety in my efforts to speak and write. (1989, p. 7)”, Hoofdstuk 1: Holding Difference, Sustaining Hope, blz. 24
2. In juli 2020 ben ik afgestudeerd aan de Performance-opleiding van de Toneelacademie Maastricht. Ik ben theatermaker, actrice,
zangeres, sound-designer en schrijver, niet per se in die volgorde.
3. “Theology’s entire conceptual system was invented by men to serve the interest of men — and not incidentally, to restrict and
suppress the interest of women.” Uit ‘The Women’s Encyclopedia of Myths and Secrets’ door Barbara G. Walker, onder Seksisme, blz. 921, 922
4. Het artikel ‘Institutioneel Racisme in Nederland: wat het is, waar het zit, en wat jij eraan kunt doen’ door Vera Mulder en Riffy Bol voor de Correspondent legt uit hoe onze welvaart gestoeld is op de plunderingen van onze voorouders, geraadpleegd van: https://decorrespondent.nl/11317/institutioneel-racisme-in-nederland-wat-het-is-waar-het-zit-en-wat-jij-eraan-kunt-doen/18288471563978-d497773f
5. “(…) ‘And it should be noted that there was a defect in the formation of the first woman, since she was formed from a bent rib, that is, a rib of the breast, which is bent as it were in a contrary direction to a man. And since through this defect she is an imperfect animal, she always deceives.’” Uit ‘The Women’s Encyclopedia of Myths and Secrets’. Hier haalt Barbara G. Walker zelf Heinrich Kramer & James Sprenger aan.
6. “Hoewel al deze varianten zeldzaam zijn, betekenen zij wel dat zelfs op het niveau van fysieke morfologie er gewoon geen scherpe verdeling van mensen in twee geslachten is.” - Uit ‘De Leugens die ons Binden’ van Kwame Anthony Appiah, Een, Classificatie, blz. 35
7. Uit ‘Metamorphosen’ XV, 156-172, Ovidius, in vertaling van Marietje d’Hane-Scheltema
8. Clarissa Pinkola Estés zegt hierover in haar boek ‘De Ontembare Vrouw’: “Het woord pneuma (adem) deelt zijn oorsprong met het woord psyche, beide worden als woorden voor ziel beschouwd. Dus als er in een verhaal of mythe een lied voorkomt, weten we dat men de goden verzoekt om de zaak in kwestie wijsheid en kracht in te blazen. Dan weten we dat de krachten in de geestenwereld druk aan het werk zijn om een ziel te creëren.” Jagen: het hart als eenzame jager, blz. 174
9. Diane Theresa Pintabone legt in haar essay ‘Women and the Unspeakable: Rape in Ovid’s Metamorphoses’ het verband uit tussen verstomming en ontmenselijking binnen het kader van ‘De Metamorfosen’ van Ovidius, Chapter three: Silence is Gold (Age), blz. 255
10. “Helen was a construction of the Greek male imagination, and the myths and literary treatments of Helen can teach us nothing about the lives even of women in classical Greece, let alone women in Sparta in the Bronze Age: she is a concept, not a person.” Uit ‘Slut Shaming Helen of Troy’, een review van het boek ‘Helen of Troy: Beauty, Myth, Devastation’ van Ruby Blondell door Emily Wilson voor The New Republic: https://newrepublic.com/article/117430/helen-troy-beauty-myth-devastation-ruby-blondellreviewed
Hélène Vrijdag is sopraan, sound-designer en studeerde in 2020 af als performer. Daarnaast is taal haar grote liefde. Haar werken centreren zich rond de mythe, de vrouw en het onaantastbare. Haar huidige project heet La Loba, een opera over de herrijzenis van vrouw en man.