Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Bij aanvang van een les literatuurgeschiedenis is mijn uitzicht vaak ontmoedigend: pubers die zuchten, klagen of steun zoeken bij hun tafel. Opmerkingen in de trant van ‘We hebben dit al lang bij geschiedenis gehad’. Slechts een enkeling is zo beleefd om desinteresse te verbergen. En toch: het kan altijd erger. Van de ene op de andere dag veranderen de leerlingen in schokkerige beeldschermen. Waar ik normaal gesproken door ‘echt’ contact de houding zag veranderen, viel er vanuit mijn huiskamer weinig meer op te merken. Als docent wil je vooral de liefde voor het vak overdragen, maar hoe doe je dat met enkel schermen? Dit is mijn verhaal hoe De Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart noodgedwongen digitaal tot leven kwam.
Wie niet sterk is, moet slim zijn. Om de kans op succes zo groot mogelijk te maken, heb ik gekozen om het verhaal van Sara Burgerhart interactief te maken. Zo kon ik ook op afstand persoonlijk en leerlinggericht literatuuronderwijs geven, wat het beste aansluit bij de behoeften van deze doelgroep (Slings, 2000; Bonset en Braaksma, 2007). Geïnspireerd door een storybook van Reinaert de Vos besloot ik een soortgelijke variant te creëren. De lezer wandelt als het ware door het verhaal, maar komt steeds voor een keuze te staan. De keuze is gebaseerd op de belevingswereld van de leerling. Het lijkt alsof deze keuze het verdere verloop van het verhaal bepaalt.
Tegelijkertijd dient dit verhaal als ‘verleider’ om een tekstfragment (brief 139) uit deze roman te lezen. Aan dat tekstfragment is een domeinoverstijgende opdracht gekoppeld. Immers, de integratie van literatuuronderwijs met gespreksvaardigheid en schrijfvaardigheid werkt bevorderend (Schrijvers, 2018). Het is een mogelijke weg naar meer leesplezier en uiteindelijk naar taalvaardigheid, geletterdheid en verhaalwijsheid (Koopman, 2017). Daarnaast is het ook praktisch van aard: er is op deze manier ruimte om een niet-verplicht examenonderdeel alsnog aan te bieden aan havisten. Ik zou de leerlingen de kans niet willen ontnemen om na te denken over het historische gedachtegoed, juist omdat het aanzet tot creativiteit, reflectie, empathie en kritiek (Neijt e.a., 2016).
Het resultaat is een les geworden waarbij ik via Teams de leerlingen het storybook deelde. De leerlingen hebben het verhaal individueel doorgewerkt totdat meneer R. in beeld komt. Wat zou er gaan gebeuren? Daarna lazen we gezamenlijk brief 139 waarin het antwoord te vinden is wat de plannen van deze man zijn en hoe Sara daarop reageert. Vervolgens speelden de leerlingen het verhaal uit en zijn ze bezig gegaan met de verwerkingsopdracht. In tweetallen schreven zij als vriendin van Sara een brief terug, waarbij ze ingingen op de vraag of Sara zichzelf iets te verwijten had en haar advies gaven (‘misschien moet je voortaan wat beter nadenken?’).
De brieven van de leerlingen bewijzen dat een tekstfragment uit 1782 met behulp van wat didactische vernuft en enthousiasme van een docent ook op afstand doeltreffend is. Het zuchten en klagen heb ik tijdens deze les niet gehoord. Het digitale onderwijs geeft andere geluiden: een papegaai kraaide op de achtergrond en een moeder vroeg of het al tijd was voor koffie. Wat een bereik!
Tijdens de Dag van de Literatuurkritiek 2021 presenteerde Anne-Marie Heideveld deze good practice aan collega-docenten. Je kunt de presentatie hieronder downloaden.