Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Bloed geven doet leven | Finalist Het Rode Oor 2018

'Bloed geven doet leven' won een finaleplek voor Het Rode Oor 2018, de literaire erotische schrijfwedstrijd van deBuren, Stichting Nieuwe Helden en De Nieuwe Liefde. Een jaarlijkse zoektocht naar de mooiste erotische kortverhalen om naar te luisteren.
Door Martje Wijers op 1 sep 2018
Podcast
Tekst
Literatuur & taal
Politiek & samenleving
Het Rode Oor

Hieronder kan je Bloed geven doet leven van Martje Wijers beluisteren of lezen.

Mijn benen, stram van het zitten, zou ik moeten bewegen, mijn bloed weer laten stromen. Al de hele ochtend zit ik ongeconcentreerd achter mijn laptop. In een poging de atmosfeer te veranderen schuif ik het raam open, maar het is alsof de buitenlucht er niet doordringt. De lucht binnen en buiten heeft exact dezelfde temperatuur. Een jas zal vandaag niet nodig zijn.

 

Uit automatisme loop ik naar het plein met de supermarkt waar ik doorgaans boodschappen doe. Anders dan normaal staat er midden op het plein een enorme trailer met een afbeelding van een arm en het woord ‘Geef!’.

 

Terwijl ik stilsta om te bekijken wat het voorstelt, drukt een oudere vrouw een flyer in mijn hand. ‘Bent u al bloeddonor?’ vraagt ze. ‘Bloed geven doet leven!’ vervolgt ze triomfantelijk voor ik antwoord kan geven. Ik weet niet goed waarom, maar voor ik er erg in heb, sta ik in de trailer.

‘Welkom,’ zegt een jonge man met scherpe jukbeenderen en een opengeknoopte, witte jas. Hij steekt zijn hand naar me uit. ‘Fijn dat je bloed komt geven!’

 

‘Uhm …’ Aarzelend beantwoord ik zijn uitgestoken hand. ‘Ik weet het eigenlijk niet zeker. Het was een opwelling. Ik wil best, maar ik ben niet zo dol op bloedprikken. Ik ben wel eens flauwgevallen, vandaar.’ Ik wil me omdraaien, maar zijn stem vouwt zich om me heen als een dwangbuis van pluche. Een vreemd soort kalmte overvalt me.

‘Geen zorgen, we doen het rustig aan. Ik blijf bij je en zodra je voelt dat het fout gaat, stoppen we meteen.’

‘Oké,’ hoor ik mezelf zeggen.

 

We nemen een medische vragenlijst door. Op de vraag of ik de afgelopen twaalf maanden seksueel contact heb gehad met een man, die seksueel contact heeft gehad met een andere man, antwoord ik: ‘dat durf ik niet met zekerheid te beweren, maar ik geloof van niet.’

‘Dan schrijf ik nee op,’ lacht hij schalks en ik lach terug, niet uit ongemak, maar uit een soort trots dat ik hem aan het lachen heb gemaakt.

’Wil je je vest misschien even uitdoen? Ik ga je bloeddruk meten.’

Ik laat mijn vest van mijn blote schouders glijden en besef nu pas dat ik geen beha aanheb. Ik draag alleen een hemdje. Mijn tepels vormen blozende bobbeltjes in de stof. Hij schuift dichterbij zodat zijn bovenbenen de mijne raken. De bovenkant van zijn hand strijkt héél even langs de zijkant van mijn linkerborst als hij het klittenband rond mijn bovenarm bevestigt. Dan zwelt de band op en ik voel het bloed door mijn aderen pompen. 

‘Je bloed is perfect, dus als je het nog steeds ziet zitten, mag je hier komen liggen.’ Hij klopt op de behandelstoel.

‘Je mag mijn bloed hebben,’ zeggen mijn lippen.

 

Met zijn vingers wrijft hij zachtjes over de dunne huid van mijn elleboogholte. Er loopt een rilling van mijn borst richting mijn schaambeen. ‘Denk maar even aan iets fijns,’ zegt hij. ‘Mag ik?’ Ik knik en denk aan zijn handen die mijn lichaam strelen op zoek naar kloppende aderen, hoe alles wat onder mijn huid verborgen ligt, waar bloed door stroomt, zijn best doet door die handen gevonden te worden. Hij mag het hebben.

 

Even biedt mijn huid weerstand maar dan glijdt de naald soepel mijn ader binnen.

Hij glimlacht tevreden. ‘Zo, die zit. Hier, knijp maar in mijn hand als je wil.’ Hij reikt me zijn warme hand weer. Ik krul mijn klamme vingers eromheen en knijp met pulserende bewegingen in zijn vlees. Naast me beweegt een weegschaal met daarin de zak waar mijn bloed in druppelt, op en neer in een gelijkmatig ritme. ‘Om te voorkomen dat je bloed stolt,’ legt hij uit.

 

Ik ben niet bang dat mijn bloed stolt, ik ben bang dat al het bloed naar mijn wangen en schaamlippen stroomt, zodat er in het midden van mijn lichaam en mijn armen niks meer overblijft. ‘Kijk maar weer naar mij en niet naar het bloed,’ zegt hij. Ik voel me een cliché uit een doktersromannetje wanneer ik opnieuw in zijn pupillen staar. Ik adem sneller dan normaal zou moeten zijn in een ligstoel en heb het koud en warm tegelijk. Mijn tepels zijn nieuwsgierig geworden, proberen zich een weg naar buiten te drukken.

‘Voelt dit oké?’ vraagt hij. Ik knik. Even kijkt hij weg om te controleren of alles nog klopt of misschien omdat ook zijn wangen rood zijn geworden.

 

Hoe langer we kijken en zwijgen, hoe slapper mijn lijf en hoe lichter het wordt in mijn hoofd. Toch wil ik niet dat het stopt. Ik moet alleen mijn ogen even sluiten en diep ademhalen.

‘Blijf je bij me?’ vraagt hij.

Ik knik en knijp extra hard in zijn hand.

‘Nog eventjes,’ fluistert hij en ik weet dat ik zometeen nog niet onmiddellijk op zal kunnen staan.


Organisatie: deBuren, Stichting Nieuwe Helden en De Nieuwe Liefde. Het Rode Oor is onderdeel van het project Yes, please!, een initiatief van Stichting Nieuwe Helden in co-productie met deBuren en in samenwerking met De Nieuwe Liefde, Compagnietheater, Marres Maastricht en HKU.

Vertel het verder: