Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Sopranos, of verschillende vertelvormen
Uphoff en Van Vliet vragen alle residenten bij aanvang door welke vertelvormen ze zich laten inspireren. De antwoorden gaan van natuurdocumentaires over afgeluisterde treingesprekken tot reality tv, een variëteit die de sprekers zeer appreciëren. Zij hebben een WhatsApp-groep waarin ze delen wat hen interesseert, of het nu artikels uit The New York Times zijn of berichten op De Speld. Inspiratie kan uit verschillende disciplines komen en ook verschillende vormen aannemen. Uphoff en Van Vliet zijn naast moeder en dochter ook collega’s en bieden met hun bedrijf Master Your Story o.a. schrijfbegeleiding. Een belangrijke les daarin is dat het verhaal eerst komt en de vorm later.
Voor Uphoff zijn beeldende kunst, films en series belangrijke invloeden in haar werk. Waar bingewatching vroeger werd weggezet als passief tijdverdrijf, is seriekijken tegenwoordig een erg actief proces. Series als Sopranos en The Wire gebruiken literaire technieken, zoals heen en weer schieten in de tijd of perspectiefwissels. ‘De beste literatuur is tegenwoordig op televisie te zien!’ Op deze manier wordt de wereld geschoold in literaire conventie, iets waar prozaschrijvers de vruchten van plukken. Uphoff merkte dat een van haar boeken, met een zogenaamd complexe structuur, makkelijk werd begrepen door seriekijkende scholieren.
De laatste getuigen, of conflicterende verhalen
Het is een menselijke behoefte om oorzaak en gevolg te willen koppelen, vooral wanneer verschillende werelden door elkaar lopen of tegen elkaar aan schuren. Maar vaak bestaan werkelijkheden naast elkaar. In Vallen is als vliegen, bijvoorbeeld, breekt Manon Uphoff met de veronderstelling van een veilige kindertijd en een bittere volwassenheid.
Ook Svetlana Alexijevitsj speelt met zulke conflicterende verhalen in haar boek De laatste getuigen, waarin ze mensen aan het woord laat die kind waren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze vertelt deze verhalen uit het perspectief van de kinderen van toen, wat een enorme kunstgreep is. ‘Je leest er bijna overheen, maar Alexijevitsj smijt je dwars door tijd en ruimte!’ Wanneer je bijvoorbeeld leest hoe een kind wakker wordt op de borst van zijn dode opa, is dat vanuit diens perspectief niet zo bijzonder. De volwassen lezer beseft wel hoe angstaanjagend zo’n gebeurtenis is, net als de volwassene die Alexijevitsj interviewt. ‘Er is niets vreselijker dan te beseffen dat je niet in het verhaal past.’
Gone with the Wind, of ‘verboden’ verhalen
Een kwestie waar veel gesprekken tijdens de residentie over gingen, is of je verhalen mag schrijven uit andermans perspectief. Uphoff en Van Vliet erkennen de complexiteit van die vraag. Enerzijds wil je als schrijver een shapeshifter zijn, die niet geboden is aan een eigen gender, kleur, leeftijd… Anderzijds is deze houding ontstaan in een tijd waarin alleen witte mannen die vrijheid hadden; andere auteurs vinden het vandaag wel prettiger en waarheidsgetrouwer om zélf het eigen verhaal neer te schrijven. Uphoff en Van Vliet werken nu samen aan een speelfilmscenario over twee vluchtelingenfamilies in Nederland en stellen dat je je vooral de vraag moet stellen: ‘Welke ruimte neem ik in en waarom doe ik dat?’ Als je die vraag tegenwoordig niet goed weet te beantwoorden, dan is de kans groot dat het publiek dat ook niet kan.
Van Vliet raadt de Netflixdocumentaire Disclosure aan, waarin transgenders analyseren hoe zij geportretteerd werden in films als Ace Ventura, The Crying Game en The Silence of the Lambs. Dat wil echter niet zeggen dat zulke films offline gehaald moeten worden. Uphoff en Van Vliet herbekeken onlangs nog Gone with the Wind, waarin wat ooit een romantische en hartstochtelijke liefdesrelatie leek, nu vooral een toxische relatie portretteert, met zelfs een scène die je nu kunt interpreteren als verkrachting binnen het huwelijk. ‘Daar moet je een gesprek over kunnen hebben. Je dacht dat iets mooi was, maar het was lelijk: dat is een verlies en dat doet pijn.’
Vallen is als vliegen, of autobiografische verhalen
‘Als schrijver is het erg ingewikkeld om iets te maken over wat jou gemaakt heeft’, stelt Uphoff. Zij schreef al 25 jaar fictionele verhalen toen ze in een crisis terechtkwam: als ze haar persoonlijke verhaal niet opgeschreven kreeg, zou ze geen letter meer op papier krijgen. Omdat misbruik een deel van dat verhaal is, ging daar veel denkwerk aan vooraf. Samen met Van Vliet maakte ze in voorbereiding op deze bijeenkomst een lijst met de negatieve connotaties bij autobiografisch werk: navelstaarderig, zelfzuchtig, lui, wraakzuchtig, aandachtszoekerij, slachtofferdenken… ‘Zulke connotaties leven overigens niet alleen bij het publiek, maar ook in het hoofd van de schrijver.’
Dus zocht Uphoff oplossingen. Ze injecteerde heel wat fictie in het verhaal (heksen, een minotaurus…) om niet gek te worden als schrijver en omdat ze gewoonweg houdt van fictie schrijven, ‘ik zie niet in waarom het autobiografische daarbij in de weg moet staan.’ Ook koos ze voor een prominente vorm vol verwijzingen naar kunst, geschiedenis en literatuur. ‘Ik wilde tonen dat dit verhaal geschreven is door iemand die vorm kan geven. Anders gaat het alleen over misbruik en ben ik alles kwijt als schrijver.’ Bovendien verliest slachtoffer de mogelijkheid om zelf vorm te geven aan de wereld; dat wilde ze teruggrijpen. De ervaringen van Ondergetekende schreef Uphoff fragmentarisch op, omdat een chronologische weergave niet overeen zou stemmen met de psychologische ontwikkeling. In die fragmenten heeft de verteller ook steeds een andere stem, wat overeenkomt met de gevoelde emoties. ‘Ik moest als een dirigent alle instrumenten beheersen en tot een melodie brengen. Ik weet niet meer hoe ik het gedaan heb; het was zeer moeilijk.’
Uphoff en Van Vliet keren aan het eind van het gesprek terug naar de verschillende disciplines die inspirerend kunnen werken. Tijdens het schrijven van Vallen is als vliegen was Uphoff veel bezig met beeld, film en muziek. En met een blauwe balpen: ‘Het verwondert me zo, dat we met stylostreepjes tekens kunnen maken. Je verplaatst iets in de ruimte, en het wordt iets anders.’ Door het negatief te nemen van een balpentekening, ontstond het omslag van Vallen is als vliegen. Iets donkers werd iets lichts, vallen werd vliegen. Met haar boek nam Uphoff in zekere mate macht over haar verhaal terug, al toont het proces evenzeer dat literatuur nooit een genoegdoening kan zijn voor wat gebeurd is. ‘Kunst moet het afleggen tegen de werkelijkheid, alleen met dat besef kun je het serieus nemen.’
Het afgelopen maanden stond Manon Uphoff volop in de kijker met haar roman Vallen is als vliegen, een ‘in de werkelijkheid gewortelde roman ’over het misbruik door haar vader in haar jeugd. Uphoff onderzoekt ’de grens tussen werkelijkheid en fantasie om zo haar (familie)geschiedenis op te schrijven en tegelijkertijd te verwerken’ (De Reactor). ‘Meer dan alleen een aanklacht van het jarenlange misbruik wil deze roman een onderzoek zijn naar wat “thuis” betekent, ook in een toxische maar nooit eenduidige situatie als die waarin Uphoff opgroeide.’ (de-lage-landen.com).
De ervaringen in haar jeugd speelden al een rol in haar eerste roman Gemis (1997), waarvoor zij net als met Vallen is als vliegen genomineerd werd voor de Libris literatuurprijs. Uphoff debuteerde met de verhalenbundel Begeerte in 1995. Je komt heel wat complexe personages in moeizame relaties tegen in haar intussen indrukwekkend oeuvre dat naast romans en verhalenbundels ook novelles en verhalende essays bevat. Ze was genomineerd voor en won verschillende prijzen. Naast schrijver is Uphoff scenarist en beeldend kunstenaar, ze was redacteur voor De Revisor en betrokken bij PEN Nederland.
Voor onze ontmoeting in Parijs, verwelkomen we Manon Uphoff samen met haar dochter Iris van Vliet. Zij werken al jaren nauw samen, onder meer via Masteryourstory.nl. Iris is scriptcoach en filmdocent. Ze studeerde film- en televisiewetenschappen, was scripteditor en werkte als onderzoeker aan de Universiteit Utrecht (faculteit Media en Cultuurstudies). Met haar eigen bedrijf The Story Room begeleidt ze filmmakers bij het schrijfproces en ontwikkelt en doceert cursussen voor onder meer Editio.nl, Het Literatuurhuis en het Louis Hartlooper Complex in Utrecht.