Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Hieronder kan je Boodschappen van Werner de Valk beluisteren of lezen.
Ik laat drie bananen vallen en daarna een perzik, een hele rijpe. Soms schrik je van een schoonheid, doet ze je naar adem happen. Ik raap het fruit weer op, doe het in mijn mandje en begin zenuwachtig mijn boodschappenlijstje af te werken. De andere mensen in de winkel komen opvallend rustig over, alsof ze niet doorhebben wat er speelt.
Ik kies mijn route zo, dat ik kriskras door de winkel ga. Hoe vaker ik langs de kassa’s kom, hoe beter. Dat ik zo langer over mijn boodschappen doe maakt niet uit. Verdwaasd loop ik tegen mensen op, mompel verontschuldigingen.
Ze zit bij kassa drie. Geen pinkassa, maar een gewone, waar je ook contant mag betalen. Ze is niet eens fotomodelachtig, meer zoals druipend kaarsvet mooi is, of een giechellach die per ongeluk komt, olijven tussen lippen.
Telkens als ik langs haar kassa kom kijkt ze naar me. En ik denk echt dat ze glimlacht.
Ik moet mijn kleren uitdoen. Dat is beter, dan kan ze me goed bekijken. Dan laat ik mijn schoenen hier achter bij het beschuit, leg ik mijn jas naast de koekjes, mijn trui bij het brood en winkel ik door alsof er niets aan de hand is.
Ondertussen pas ik mijn boodschappenlijstje zo goed mogelijk aan de situatie aan. Ik koop artikelen die ik nog nooit in huis heb gehaald, saaie dingen laat ik liggen. Voor haar alleen de allerduurste honing.
Nu nog mijn kleren uitdoen, al is het maar mijn jas.
Ik winkel totdat ik niets meer kan bedenken. Ik loop richting kassa drie.
Het meisje achter een andere kassa ziet me staan wachten. Haar kassa is net opengegaan en er staat nog niemand, terwijl er voor nummer drie zich een hele rij klanten heeft verzameld. Ik veins dat ik nog wat ben vergeten, maak een nieuw rondje door de winkel, loop langs de koekjes, langs mijn jas, en kom precies goed getimed uit bij de juiste kassa.
Ik leg de boodschappen een voor een op haar band.
Ik begin mijn fruit op te poetsen, goed te poetsen, zodat het zal gaan glanzen. Daar houdt ze van, dat weet ik zeker. Ik moet snel te werk gaan, voordat je het weet staan we oog in oog.
Ze ziet het. Ze ziet mijn glanzende fruitstukken en ze likt haar lippen af. Ze wil vast wel een sappig stukje. In gedachten beweeg ik het vruchtvlees naar haar mond.
Stap voor stap kom ik dichterbij. Ze handelt de klanten af, schenkt ze nauwelijks aandacht, kijkt meer naar mij en mijn fruit dan naar hen.
Dan krijg ik het nog warmer dan ik het al had. Want hoewel mijn boodschappen stuk voor stuk perfect zijn valt er toch eentje uit de toon. Ik wacht totdat de man naast me even niet kijkt. Dan pak ik het balkje dat onze boodschappen scheidt en plaats het verderop weer neer. Die nieuwe stofzuigerzakken koop ik morgen wel.
Ik sta tegenover haar. Haar vingers glijden over de boodschappen, sierlijk als dieren. Bij elke bliep kijkt ze op, haar blik glijdt over mijn lichaam, blijft hangen bij mijn lippen, mijn halfopen mond. De prijs op het display stijgt, bij elk nieuw artikel klimt hij, hoger en hoger. Het pak melk. De bananen. IJsjes.
Dan pakt ze de perzik. Ze knijpt erin. Eerst zacht. Dan iets harder, en steeds harder, totdat ze afdrukken maakt in het vlees en we het vocht eruit zien lopen. Het sap glijdt langs haar vingers en haar polsen en verder naar beneden en ik wil met alles meeglijden.
Dan stopt ze ineens, kijkt me strak aan.
Ze leest een getal voor.
Ze vraagt: ‘Wil je een bonnetje?’
Organisatie: deBuren, Stichting Nieuwe Helden en De Nieuwe Liefde. Het Rode Oor is onderdeel van het project Yes, please!, een initiatief van Stichting Nieuwe Helden in co-productie met deBuren en in samenwerking met De Nieuwe Liefde, Compagnietheater, Marres Maastricht en HKU.