Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Besmette Stad | Emy Koopman

Emy Koopman geeft met 'In een bar met de naam Troost' een artistiek antwoord op 'Folies Bar' uit Paul van Ostaijens bundel Bezette Stad.
Door Emy Koopman op 17 mrt 2020
Podcast
Tekst
Literatuur & taal
Besmette Stad

In een bar met de naam Troost
 

 

Binnengelaten, los gelaten,        vrijheid, maar gereguleerd

(in plaats van een kaars, flesje handgel op tafel)

wiegen we,        op  arm-lengte  afstand, op het ritme  van  

een Nieuw Normaal

‘Hey little girl, wanna go for a ride?’

 

We weten hoe ze eruitziet: een aardbol met enkel bomen

We weten hoe ze klinkt: liefelijk en eindeloos, looping and folding,

een losgeslagen wees-gegroet

– Gezet op muziek, lijkt alles innemend

‘But it tricks our ear

      the same way

the virus tricks our cells.’

‘It'd be so much easier if I drove’

Jij en ik, we proosten, en zeggen dat we onszelf, niet anders kennen,

dan kwetsbaar

– meisjes immers, middenklasse-meisjes, gevoed met gevaar dat uit

bosjes komt springen

‘Diane (Diane) Diane (Diane) Diane’

Het gevaar is – statistisch gezien – zelden een vreemde. Het gevaar

is binnenshuis, het gevaar is binnenshuids.

Het gevaar is iets dat binnenkomt, wat je niet binnen wilde laten

Het gevaar is, overwegen we, dat je aan te tasten bent. Is het

mogelijk ervoor te kiezen

niet aangetast te zijn? Is het wenselijker, hetgeen te zijn dat

aantast?

‘You’re the cutest girl I’ve ever seen in my life’

(Ik zeg je niet dat ik, de dreiging goed beu, opzettelijk de mannen

ging aaien)

‘But it’s over now, with my knife’

 

 

Aan de grote tafel links van ons, zitten zeker twaalf mensen,

dicht op elkaar

Virussen leven niet, zeggen ze,

maar verschillen daarover van mening – wie bepaalt wat leven is?

HIV, HPV, hé – wie is hier De Roker? Wie is hier De Hoer? Wie is hier

Dor Hout?

 

‘Humaan’ begon de naam

van het virus dat ik droeg

Overheidsinformatie vertelde, dat 80 tot 90 procent

en dat huid op huid volstaat

mits intiem

Ergens is iets VOLKOMEN UIT DE HAND

 

Ik denk na over virussen, over wanneer die winnen – als ze binnen

ons huizen, in stilte

Ik wou dat mijn virus op muziek was gezet – welk curieus verlangen

(kleingeestig, afgunstig, aangeschoten) 

‘Mijn virus’ – nog altijd 300.000 dode vrouwen, elk jaar. Ja ja, vooral

in ‘arme landen’. Nee nee, laten we geen gesels gaan vergelijken.

Laten we het gezellig houden. Laten we het droog houden.

Laten we – zingen? Dansen?

‘Wanneer mogen we weer dansen?’ Dansen met mannen te bang

om te dansen

Laten we in godsnaam dansen!

‘Hey little girl, is your daddy home?’

‘Wat is dit voor playlist?’ vraag jij, en je lacht, met blinkende tanden

als

kleine

opalen

‘I’ve got a bad desire’

Muziek vult de ruimte, mensen die kruipen, dichter op elkaar

 

We troosten onszelf, met de geruststelling

van vrouwen en kinderen laatst

We troosten onszelf, met de illusie

van een rechtvaardige ramp

We troosten onszelf, met de heimelijke hoop, op een straf

van Moeder Aarde

(Maar dat zullen we nooit zeggen, want we willen graag empathisch, en we willen niet bijgelovig, en wie zegt nog ‘Moeder Aarde’? En zul je net zien dat jij, die uitzondering)

‘My point is that illness

is not a metaphor’

            Maar de metafoor werkt. Zolang er afstand is,

tussen jou

en wat jou

 

probeert te verwoesten

 

Zolang                  er                           afstand                is

 

Laatste ronde –                we proosten op het leven, we proosten

op Greta, op de hot priest uit Fleabag, en boven dat alles,

op een tijd

van huid

op   huid,

zonder bedreiging      

 

Een hand op een schouder

Een hand op een hand

Een hand op een buik

waarin de dood wilde groeien

Overleven is toch, een valse belofte

 

(en dan reik je

 

naar de fles

 

die moet

 

desinfecteren

 

en je vraagt

 

of we samen

naar huis

kunnen fietsen)

© Sacha de Boer

Emy Koopman

Emy Koopman (1985) onderzoekt, leest en schrijft. Zij nam in 2013 deel aan de schrijversresidentie van deBuren. In september 2016 promoveerde zij op lezersonderzoek naar empathische reacties op literaire teksten. Diezelfde maand verscheen haar debuutroman Orewoet bij Prometheus. Haar tweede roman, Het boek van alle angsten, verschijnt naar verwachting in september 2020.

Vertel het verder: