Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
De consus onder de lezers luidt: "In het begin is hij zeker niet antipathiek." Sommigen vinden hem een zeer goede vader, andere vinden hem best oké over de hele lijn.
Moerman, schetste Daniël eerst als een stereotype Verkavelingsvlaming en daarmee is het personage een mogelijk realistisch persoon, maar er moet iets aan hem schelen om hem geschikt te maken voor een roman. Hij vindt het ook wel belangrijk dat zijn decor en personages een internationaal karakterbehouden.
Ik wil de dubbelheid in de mens weergeven. Het categoriseren van anderen is natuurlijk en we doen het al na een eerste indruk, maar eigenlijk is dat helemaal niet evident. Daarom wou ik in dit boek de complexiteit weergeven die achter elk gezicht schuilt. Op sociale media schilderen we ons anders af dan wie we echt zijn. Daarbovenop is ons zelfbeeld totaal verschillend van andermans blik op ons.
Dat Moerman pas laat weet wat er gaat gebeuren, is niet zo verrassend wanneer je zijn schrijfproces onder de loep neemt. Hij is een schrijver die in zijn verhaal zit zoals een lezer. De lezer weet zelf zelden wat er te gebeuren staat en dus weet Moerman dat ook pas later. Hij schreef dit boek van A tot Z, aan een stuk door van begin tot eind. Hij zegt dat hij dagelijks twee uur tussen de 500 en 1000 woorden schrijft en telkens tot de helft van een hoofdstuk, zodat die steeds even fris en spannend blijven, of toch minstens zo eindigen.
Het boek werd ook eerst voor een groot deel in het Engels geschreven, waarna het vertaald werd in het Nederlands. Moerman houdt alles liever zo neutraal mogelijk, dus de lezer bepaalt zelf waar het zich afspeelt. "Het boek moet als een kleurboek zijn, de lezer kleurt het zelf in." De meesten onder de lezers aanwezig vonden het zeer Vlaams en konden het zich dan ook alleen maar zo voorstellen. Moerman, daarentegen, ziet het zich eerder afspelen in Amerika.
Moerman vertelde over hoe het boek dat wij als lezers kennen, niet helemaal hetzelfde is als dat wat hij intiteel schreef. Hij schreef de stukken vanuit Benny's perspectief verspreid over de roman, maar wij lezen eerst alles door de ogen van Daniël waarna we het verhaal van Benny voorgeschoteld krijgen. Doordat het zo in elkaar zit krijgen wij nu het gevoel dat er iets niet klopt. Dat maakt de roman natuurlijk des te spannender.
Deze roman heb je heel snel uit door de kortere hoofdstukken, de aangename bladspiegel, de opbouwende spanning naar het einde toe, etc. De meesten onder ons (ons zijnde de lezers in de leesclub) vonden dat het boek erg vlot las. Als we Moerman mogen geloven werd het even vlot geschreven. Hij schrijft elke ochtend twee intensieve uren en telkens in een boog over een hoofdstuk heen. Nu begrijpen we ook waarom de spanning nergens wordt neergelegd en waarom we op het einde van een hoofdstuk telkens al naar het volgende wilden.
Het is belangrijk om receptief te zijn als schrijver. Je bent uiteindelijk leugens aan het verzamelen en maakt iets van niets.
Daniël heeft het allemaal lekker voor elkaar. Een knappe vrouw, twee dochters en een handvol verdienstelijke figuranten. ’s Dinsdags gaat hij tennissen in zijn SUV. Op het hoogtepunt van zijn geluk loopt hij zijn oude klasgenoot Benny tegen het lijf, waarna er zich een soort vriendschap ontspint. Daniëls gevestigde orde begint echter barsten te vertonen. Zijn dochters worden groter, zijn vrouw ontgroeit zichzelf en Daniël kan de boel niet meer bijeenhouden. Wanneer hij een ultieme poging doet om de orde te herstellen, gaat het helemaal mis.
De werkelijkheid is complex, terwijl iedereen maar één paar ogen heeft om mee te kijken. Benny gaat over de bijrol die we spelen in andermans leven.
Bert Moerman (Brugge, 1987) gaf in 2016 zijn job op om in New York zijn debuut te gaan schrijven. Hij kwam terug met Niet dat het iets uitmaakt, dat in 2018 de Bronzen Uil Publieksprijs wegkaapte. Intussen woont en werkt hij in Antwerpen.