Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Lotte Jensen over de verhalen die ons vormen en de Nederlandse canon

Voor de reeks 'Werkelijkheid en verbeelding' vroegen we aan onderzoeker en docent aan de lerarenopleiding Els Consuegra en hoogleraar literatuur- en kunstgeschiedenis Lotte Jensen om een visie te formuleren over onderwijs en emancipatie. Lees hier de bijdrage van Lotte Jensen: 'Als de literatuur ons iets laat zien, dan is het wel dat er vele stemmen en visies op onze werkelijkheid mogelijk zijn. Niet voor niets is de literatuur een krachtige motor achter veel emancipatiebewegingen geweest.'
Door Lotte Jensen op 10 dec 2019
Tekst
Literatuur & taal
Lotte Jensen brengt haar statement
Els Consuegra en Lotte Jensen in gesprek

De verhalen die ons vormen 

 

Als kind las ik graag boeken. Ik vond het heerlijk om te verdwijnen in de wereld die schrijvers als Roald Dahl, Erich Kästner, Enid Blyton en Jan Terlouw schiepen. Op de middelbare school kwamen daar nog heel veel schrijvers uit de wereldliteratuur bij: van A.F.Th van der Heijden tot Virginia Woolf, van Samuel Beckett tot Doris Lessing. Een speciaal plaatsje in mijn hart draagt The Catcher in the Rye van J.D. Salinger. We lazen het in de derde klas van de middelbare school en onze lerares wist prachtig uit te leggen hoe dit boek eigenlijk ging over een jongen die zich afzet tegen hokjesdenken. De hoofdpersoon, Holden Caulfield, haat het dat mensen altijd maar in hokjes gestopt worden, en verzet zich tegen het nepgedrag van volwassenen. Wat zijn ze toch ‘phoney’ (nep) verzucht hij keer op keer.

 

Ik vond het een geweldig boek, ook al had ik weinig gemeenschappelijk met Holden Caulfield: hij woonde in Amerika, ik in Nederland. Hij gedroeg zich nogal opstandig, gebruikte voortdurend grof taalgebruik, en schopte tegen alle heilige huisjes aan. Ik was nogal een brave leerling, die nooit de barricades opging. Maar, en daar raakten onze levens elkaar, net als hij was ik bezig te ontdekken wie ik was en koesterde ik allerlei idealen. En de volwassenen: ja, dat waren degenen tegen wie je wilde afzetten. Het boek hielp me bovendien na te denken over groepsvorming : bij wie wilde ik wel en niet horen? Ik was zo onder de indruk van het boek dat ik meedeed aan een essaywedstrijd van de Amerikaanse ambassade in Nederland. Tot mijn verrassing won ik een reis naar Amerika daarmee, echt waar. U begrijpt: Holden Caulfield en ik waren vanaf dat moment elkaars beste vrienden.

 

 

'Als de literatuur ons iets laat zien, dan is het wel dat er vele stemmen en visies op onze werkelijkheid mogelijk zijn'

 

Ongetwijfeld heeft u ook allemaal zo’n lievelingsboek uit uw kinder- of jeugdtijd, een boek dat een speciale plaats in uw hart heeft. En mogelijk vervulde een leraar of lerares daar eveneens een sleutelrol bij. Dit voorbeeld laat zien hoe vormend en verrijkend de verhalen zijn die we lezen. Je maakt kennis met andere werelden, verplaatst je in personen die soms wel en soms niet op jezelf lijken. Maar je wordt bovenal aan het nadenken gezet over de vraag wie je zelf bent of zou willen zijn.

 

Als de literatuur ons iets laat zien, dan is het wel dat er vele stemmen en visies op onze werkelijkheid mogelijk zijn. Literatuur kan ook de wereld veranderen. Niet voor niets is de literatuur een krachtige motor achter veel emancipatiebewegingen geweest. Denk bijvoorbeeld aan Max Havelaar van Multatuli uit 1860 of The Color Purple van Alice Walker 1985.

 

Juist het onderwijs is de plaats waar het lezen van literatuur gestimuleerd kan worden. De literatuur opent werelden, laat meerdere perspectieven op de werkelijkheid zien en verrijkt je denken. Het literatuuronderwijs heeft het in dit multimediale tijdvak helaas moeilijk. Het aantal uren dat er op middelbare scholen aan besteed wordt, is de laatste jaren sterk afgenomen, en dat is jammer. Daar zou verandering in moeten komen. Maar gelukkig beperkt de vormende kracht van verhalen zich niet alleen tot het vak Nederlands, maar kan die ook worden ingezet bij de andere talenvakken, zoals het Duits, Frans en Engels. En natuurlijk spelen verhalen ook een belangrijke rol bij geschiedenis. Want hoewel dit vak ‘feiten’ uit het verleden leert aan jongere generaties, worden ze altijd in de vorm van een verhaal overgebracht. Geschiedenisdocenten zijn verhalenvertellers. En ook hun verhalen zijn vormend voor leerlingen.

 

Net als bij het lezen van literatuur kan de geschiedenis de poort openen naar het onbekende en vreemde. Niet voor niets luidt de bekende uitspraak van L.P. Hartley: ‘the past is a foreign country, they do things differently there’. Tegelijkertijd gaan we ook met dat verleden een verbinding aan: hoe verhouden we ons tot ons verleden, dat soms problematisch is, maar ook elementen van emancipatie en bevrijding in zich herbergt?

 

 

'De Nederlandse canon is geen instrument van natievorming, maar een middel om leerlingen een geschakeerd, pluriform en divers beeld van het verleden te laten zien'

 

U heeft ongetwijfeld gehoord dat we in Nederland momenteel de canon van Nederland aan het herijken zijn. De canon dateert uit 2006 en wordt vooral in het primaire en secundaire onderwijs gebruikt. Deze bestaat uit 50 vensters van personen en gebeurtenissen, en aan elk venster zijn verschillende didactische lessen verbonden. Het venster over Aletta Jacobs, de eerste vrouwelijke arts van Nederland, geeft bijvoorbeeld niet alleen zicht op de eerste feministische golf, maar bespreekt ook latere emancipatiebewegingen. De herijkingscommissie gaat bezien of er aanpassingen en actualiseringen nodig zijn. De kennis van het verleden staat immers niet stil en ook onze visie op het verleden is voortdurend in beweging. Hoewel de opdracht tot herijking vanuit de politiek kwam, is van meet af aan duidelijk geweest dat de commissie, bestaande uit experts, volledig onafhankelijk van de politiek opereert.

 

Het zal niemand ontgaan zijn dat ook in Vlaanderen de canon onderwerp van debat is: moet er een Belgische canon komen en zo ja, en zou deze er dan uit moeten zien? De kwestie ligt uitermate gevoelig, maar het Nederlandse voorbeeld geeft wellicht hoop. De Nederlandse canon is namelijk geen instrument van natievorming, maar een middel om leerlingen een geschakeerd, pluriform en divers beeld van het verleden te laten zien. Elk venster biedt toegang tot een veelheid aan verhalen en perspectieven.

 

Kortom, meerstemmigheid is daarbij het sleutelwoord, en hier raken het literatuur- en geschiedenisonderwijs elkaar. Beide vakken laten leerlingen immers nadenken over processen van in- en uitsluiting, emancipatie, en democratisering. Verhalen laten ons kennismaken met het onbekende. Tegelijkertijd gaan we dankzij ons verbeeldingsvermogen een verbinding aan met die nieuwe werelden. En dan blijkt er plotseling een Holden Caulfield in je te huizen. Die ander zijn wij soms zelf.

 

Vertel het verder: