Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
een duet
door ANKE
en TED
Tien jaar en dagdromer op het dakterras.
Maanreiziger in het diepst van zijn gedachten.
Westenwind waait en flapoortjes fladderen
als vleugels van vlinders.
Jongetje wil opstijgen, de lucht in,
de wolken tegemoet.
De avond valt, de staklok geeuwt
en vader beveelt dat bedtijd is aangebroken.
Morgen vroeg op en handen uit de mouwen.
Leren werken, leren weten dat het niet meer is
dan leren vrede nemen met het lot van vaders fabriek,
later op zijn smalle schouders.
Dagdromer duikt de nacht in.
Nog even dolen. Even denken.
Hoe ver is ver.
Sterren tellen.
Sterrenstelsel gaat met hendeltje aan het draaien.
Hoe ver is ver.
Plots heel dichtbij. Op schaal in de slaapkamer.
100 miljoen jaar geleden
leefde de Spinosaurus waar nu Egypte is.
Een vleesetende dino van wel achttien meter lang.
Met een groot zeil op zijn rug,
maar waarvoor het gediend heeft is niet bekend.
Een kop als van een krokodil
om grote glibberige vissen te eten.
Kegelvormige tanden,
om zijn prooi krachtig beet te nemen.
Ik heb er drie.
Twintig jaar, Beatleshaar en nog steeds geen diepzeeduiker gebleken.
Lange lokken, verliefd op het leven.
Op alle landen in de wereld.
Op haar, half Indonesisch en stiekem bezig zijn beste vriend te begeren.
Verlaten. Verloren. Bevreesder dan ooit tevoren.
Bang voor de blik van anderen.
Niet gestudeerd. Zelfs niet geprobeerd.
Amper de basisschool doorlopen.
Vaders fabriek moedwillig ontlopen.
Dit is de Lophophora Williamsii.
Is hij dom. Is hij verachtelijk.
Is hij de moeite waard om aandacht aan te besteden.
Hij wordt ook wel Peyote genoemd.
Ja verdorie. Want het borrelt in zijn binnenste.
Het is een cactus vol mescaline hallucinogeen.
Hij wordt soms opgegeten op zoek naar hogere sferen.
Dromerige sferen.
In Mexico is hij heilig, voor de Huichol indianen.
Die jagen erop met pijl en boog om de geest ervan te vangen.
Om hem tijdens ceremonies te consumeren.
Helemaal niet lekker hoor, dat mag je weten.
Geen heil meer in verdoving. Wel in handwerk met focus.
Glas in lood.
Dagen gesoldeerd. Geconcentreerd.
Autodidact met gemak, tien op tien.
Maakt spiegels om zichzelf weer graag te zien.
Je schrijft het met ‘v’ maar je zegt ‘w’.
Vajra. Of gewoon dorjé.
Boeddhistisch of hindoeïstisch.
Bliksemschicht of donderkeil. Diamanten scepter.
Het symbool van mannelijkheid.
Viriliteit.
In India kan je het zo kopen.
Ik moet hier ergens nog een hele grote hebben,
maar ik zie hem nu niet liggen.
Dertig in de Almondestraat.
Thuishaven en uitvalsbasis.
Bebaard en besnord het pad op.
Bulgarije Turkije Iran Afghanistan Israël India Nepal Macedonië Zwitserland Oostenrijk
Cycaden.
Ik heb ze zelf met een netje gevangen in Joegoslavië.
Ik heb ze verzorgd tot ze er op een dag hartstikke dood bij lagen.
Ik heb ze niet geplet, maar juist jaren in de alcohol gezet.
En dan voorzichtig met dunne speldjes
op hun eeuwige rustplaats vastgeprikt.
Andorra Denemarken Pakistan Marokko Zweden Noorwegen Italië Spanje Thailand.
Thailand.
En altijd weer Rotterdam.
Want waar anders kan de deur op slot en voelen muren veilig.
Geboren en getogen. Geworteld en gevleugeld.
Man met bijzonder boemerangvermogen.
Didgeridoos.
Ik speelde er één keer op in een muziekwinkel
en had meteen de grondtoon te pakken.
Deze heb ik zelf gemaakt van berkenhout.
Een boomstam uitgehold.
Geschuurd, geschaafd, geplakt en gevernist.
Veertig in de Almondestraat en de liefde weer opgevist.
Vanaf nu ook zelf vader.
Twee bedjes in de hobbykamer. Twee spruitjes bij aan tafel.
Half Thais, half Rotterdams.
Gezin van vier viert gezelligheid.
Tot oma in Bangkok het leven laat
en mama in Nederland naar adem snakt.
Dichtklapt. Zonder woorden wegzakt.
Kortsluiting in ieder contact.
Dit bot komt uit het oor van een walvis.
Het zit gewoon los in z’n hoofd.
Het trilt mee met de geluiden in de zee.
Het is een boela.
Walvissen moeten elkaar toch ook kunnen verstaan.
Vijftig met vleugels
die zich eenzaam om zoon en dochter slaan.
Zonder vrouw nog weinig man,
in z’n eentje papa én mama dan maar.
De Almondestraat het hart dat hij zorgvuldig doet bonzen.
Pompt als het moet zonder fronsen zelf het water door de buizen,
vangt de muizen, kookt, wast, strijkt, poetst
op z’n best want alleen dan is het goed genoeg.
Lust je graag Kombucha?
Eindelijk een functie, een duidelijke plaats
en twee wezentjes waarvoor hij niets aan het toeval overlaat.
Dat is gefermenteerde thee.
Ik brouw het helemaal zelf.
Een plank vol glazen bokalen.
Kijk, deze lijkt op een paddenstoel
maar eigenlijk is ‘t een symbiose tussen een bacterie en een gist.
Tiert welig op de suiker in de thee.
En deze teentjes knoflook fermenteren ook gezellig mee.
Zestig jaar, een pak wijzer en weer ontdekkingsreiziger.
Stukjes geluk uit alle landen belanden
op schapjes, in zakjes, in tasjes, in kastjes.
Vitrine om te beminnen.
De Almondestraat.
Thuis in curiositeitendepot de woonkamer.
De keuken. De traphallen.
Buddha kijkt toe, Shiva, Parvati, Ganesh,
witte Tara, groene Tara, de vrouw met duizend handen
en allemaal hun eigen adviezen.
Dit zijn kiezen.
Van een mammoet uit de Maasvlakte.
20 000 jaar geleden was de Noordzee nog land.
Toen liepen er daar mooi een heleboel van die grote oude olifanten rond.
Detaillist tot in de kist.
Meten is weten, maar in het hart: alleen maar verhalen.
Zelfverklaard archeoloog, bioloog, geoloog,
feminist en sjaman
bestudeert, bespioneert,
verzamelt wat hij maar kan.
5 maart 1960 regende het meteorieten boven Burkina Faso.
Steenmeteorieten van wel tien kilo.
Dit is er een klein stukje van, pakweg twee gram.
Bijna zeventig
en de Almondestraat achter zich moeten laten.
Met bijna kaal, maar opgeheven hoofd
de wereld in dozen gestoken.
De straat uit gelopen.
Wat verderop in Hofdijk nummer 70 gestrand,
uitgepakt en uitgestald.
Ondertussen niet in staat zich te vervelen.
Hij probeert, maar er zijn zoveel spullen,
zoveel mensen, zoveel plekken te ontdekken.
Wierook in zijn heiligdom.
Zijn veiligdom.
Stralend van trots als hij in een zelfgemaakte spiegel kijkt.
Dit is Ted. In zijn eigen rariteitenkabinet.
Je hebt er allemaal geen reet aan.
Maar ik vind het leuk.
Anke Verschueren (1994) neemt haar grote liefde, de taal, overal mee naartoe. Van papier naar podium naar podcast. Ze heeft een masterdiploma Nederlands en studeert nu Woordkunst aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. In haar vrije tijd bewerkt ze Middelnederlandse literatuur tot luisterverhalen, doet ze stemmenwerk voor reclamespotjes en zingt ze. Tijdens de zomer van 2018 nam ze deel aan de schrijfresidentie van deBuren in Parijs.
Anke tekende het verhaal op van Ted, die haar een inkijk gaf in zijn klein museum van grote herinneringen.