Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs laten eeuwenoude topstukken spreken vanuit één vraag: wat zie je als je met een genderblik naar deze werken kijkt?
Tijdens de Nacht van de Geschiedenis draagt Obe zijn tekst live voor bij het schilderij Festoen van vruchten en bloemen van Jan Davidsz. de Heem in de Eregalerij van het Rijksmuseum.
Vruchten en bloemen hangen aan het beroemde Maria-blauwe lint. Dat zijn wij, een festoen van vruchten en bloemen, hangend voor een nis, bedoeld als ornament. Daarom hangen wij hier. Zo wordt een barokconcept vanzelfsprekend. Gevraagd naar zijn associatie met een tros druiven antwoordt Joost: wijn, zeeën van om precies te zijn. Wij hangen te grabbel. Wij gebruiken niet voor niets de wij-vorm. Een ondeelbare eenheid. Wij zien je wel kijken hoor. Niks leuks aan, eigenlijk. Je kijkt en wijst ons uiterst gebiologeerd aan. Wat gebeurt er? Het jeukt. Jij, moordenaar of bondgenoot, confisqueert ons. Lokken wij dat uit? Wat is de betekenis van de perzik? Onze naaste. De bezoeker denkt: Momotarō. Hij, geboren uit een grote perzik die meedreef op de stroom, verklaarde tegenover de vrouw die de perzik meenam en haar echtgenoot dat hij door de goden gezonden was om hun zoon te zijn. Dat was een andere perzik hoor. Vergeet de peach emoji, vergeet de perzik die Elio neukte. Deze perzik wil, net als wij allen, zichzelf zijn. Deze perzik is niet het licht van de wereld. Tijdloze symbolen, ons niet gezien. Zo simpel is het: een beslissing, niets meer en niets minder. Nogmaals Joost: aan de andere kant kan ik me ook wel indenken dat bloemen en vruchten het heerlijk vinden om bejubeld te worden, anders roken ze ook niet zo heerlijk. Willen we daar iets over kwijt?
‘Vergeet de peach emoji, vergeet de perzik die Elio neukte. Deze perzik wil, net als wij allen, zichzelf zijn.’
Ja, wij worden bevolkt door allerlei vraatzuchtige insecten. En de rot die ons aftast. Wij zijn fruit, flora, authentiek. Wij willen gezien worden zoals Yotam Ottolenghi ons ziet. Wij, op zoek naar de vergeten raakvlakken, willen niets liever dan met onszelf samenvallen. Wij willen onszelf zijn. Marlon Brando wil ook gewoon Marlon Brando zijn. Meer vernis! Echt, laat die roos blozen, laat die druif glanzen. Het duurde niet lang of Jezus werd, net als de zon bij de Egyptenaren, afgebeeld als een pasgeboren kind in de armen van zijn moeder, de maagd Maria. Wat doe ik hier, denkt de vrucht. Wij willen heel duidelijk zijn: wij bestaan bij de gratie van onszelf. Wij hangen niet af van prima donna, bezoeker, jou. Wij zijn geen speelbal van Adam. Van niemand hangen we af, behalve van de vraatzuchtige insecten die in dezelfde beweging van ons afhangen. Elk vrij uurtje verwelkomen wij hen. Een verademing. Is dat niet genoeg? Voor hen hangen wij graag te grabbel. Niet voor de religieuze herinnering, de sektarische reflex. Het nonnetje werkt de rot bij. Wij moeten de mensen eraan herinneren vraatzucht en exces te ontlopen. En de vraatzuchtige symboliek zelf? Ketters. Waarom haten ze ons? Het is ons verboden iets anders te zijn, fruit te zijn. Fuck, wij zitten hier langzaam in de vergetelheid te raken. Gek hè? Maar het voelt eigenlijk heel goed. Wij blijven de granaatappelpitten in de mond van de geroofde Persephone. Nu zijn wij het die het vijgenblad wegrukken. Lieverd, die tegenwind doet je goed.
Obe Alkema (1993) publiceerde in de afgelopen jaren in/op diverse bladen en platforms en debuteerde met de poëzieglossy Obelisque (2018, Het balanseer), die genomineerd werd voor de C. Buddingh’-prijs 2019.
Jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs laten eeuwenoude topstukken spreken. In korte poëzievoordrachten en prozavertellingen laten zij je schilderijen van Frans Hals, Jan Steen en andere grootmeesters uit de 17e eeuw op een unieke manier beleven.
deBuren gaat sinds 2012 iedere zomer met een groep aanstormend schrijftalent uit de Lage Landen naar Parijs. Twee weken verblijven ze daar om over de grenzen heen elkaars werk en ideëen te leren kennen en aan nieuw materiaal te werken. De lichting van 2019 brengt een schilderij uit de Eregalerij van het Rijksmuseum op literaire wijze tot spreken in hun eigen artistieke taal. Onze vraag aan hen was even simpel als uitdagend. Schrijf een nieuwe tekst over een oud werk, vanuit één kernvraag: wat zie je als je door een genderbril naar deze schilderijen kijkt?
Tijdens de Nacht van de Geschiedenis bezetten de literaire talenten uit onze schrijfresidentie de Eregalerij in het Rijksmuseum waar de topstukken van de meesters van de zeventiende eeuw te zien zijn. Obe Alkema schreef over het schilderij Festoen van vruchten en bloemen (1660 - 1670) van Jan Davidsz. de Heem.
Je kunt deze verhalen, gedichten en reflecties ook lezen en beluisteren op de website van Maand van de Geschiedenis.