Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs laten eeuwenoude topstukken spreken vanuit één vraag: wat zie je als je met een genderblik naar deze werken kijkt?
Tijdens de Nacht van de Geschiedenis draagt Iduna haar gedicht live voor bij het schilderij Officieren en andere schutters van wijk XIX in Amsterdam onder leiding van kapitein Cornelis Bicker en luitenant Frederick van Banchem, gereed voor de ontvangst van Maria de’ Medici, koningin-weduwe van Frankrijk, in september 1638 van Joachim von Sandrart in de Eregalerij van het Rijksmuseum.
Ik zag het wel: met hun snorren veegden ze de straten schoon
en hun munitie haalden ze uit de bestekla. Stelletje slappe
vlaggen, gehesen voor Franse zwaai, zie al die schutters
staan, bleek van geluk
ze zijn voor mij, de overdresste bustes en bijtgrage kragen
stroppen die weten hoe ze hun heer naar de mond
moeten praten, o wat betalen ze graag voor hun
eigen verstikkingsgevaar
en wat doet de regentes aan de achterzijde van
het doek? Trekt ze een mes, een satéprikker voor
de zachte gevallen, zoekt ze de zoon die haar bord
leeghaalde en zei: vreet je vol met je eigen
zaken en als er iets is roep je maar?
‘en wat doet de regentes aan de achterzijde van
het doek? Trekt ze een mes, een satéprikker voor
de zachte gevallen’
Er staat een ragout van fluweel voor mij klaar. Lieve
jongens, wat is holler dan een lege maag, een afgelaste
show? De treden die we bestegen zijn weggetrapt
en begraven, rotten al na
en ik ben de klapkaart op tafel. De muziek is gestopt,
de microbatterij stierf een dichtgeplakte dood,
de gapende felicitaties marcheren nog door mijn kaken
net als de woorden citymarketing, duurbeklede sloep
en de zin
de koningin droeg een aaibaar vaandel maar tijdens
het buffet brak ze haar kies en moesten we slaan.
Wat niemand aan zag komen: de erehaag werd grafgelid
de feestmusketten klodders slijm, het lofpamflet zegt
alleen nog verarmt und vereinsamt en zwijgt dan
beschaamd.
*
Dit gedicht lees je ook in Iduna’s debuutbundel De grom uit de hond halen (2019, Querido)
Iduna Paalman (1991) schrijft poëzie, proza en toneelteksten. Ze publiceerde in De Gids, Revisor, Het Liegend Konijn en NRC Handelsblad en is vaste columnist van Hard//hoofd. Haar poëziedebuut De grom uit de hond halen (2019) verscheen bij Querido.
Jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs laten eeuwenoude topstukken spreken. In korte poëzievoordrachten en prozavertellingen laten zij je schilderijen van Frans Hals, Jan Steen en andere grootmeesters uit de 17e eeuw op een unieke manier beleven.
deBuren gaat sinds 2012 iedere zomer met een groep aanstormend schrijftalent uit de Lage Landen naar Parijs. Twee weken verblijven ze daar om over de grenzen heen elkaars werk en ideëen te leren kennen en aan nieuw materiaal te werken. De lichting van 2019 brengt een schilderij uit de Eregalerij van het Rijksmuseum op literaire wijze tot spreken in hun eigen artistieke taal. Onze vraag aan hen was even simpel als uitdagend. Schrijf een nieuwe tekst over een oud werk, vanuit één kernvraag: wat zie je als je door een genderbril naar deze schilderijen kijkt?
Tijdens de Nacht van de Geschiedenis bezetten de literaire talenten uit onze schrijfresidentie de Eregalerij in het Rijksmuseum waar de topstukken van de meesters van de zeventiende eeuw te zien zijn. Iduna Paalman schreef over het schilderij Officieren en andere schutters van wijk XIX in Amsterdam onder leiding van kapitein Cornelis Bicker en luitenant Frederick van Banchem, gereed voor de ontvangst van Maria de’ Medici, koningin-weduwe van Frankrijk, in september 1638 (1640) van Joachim von Sandrart.
Je kunt deze verhalen, gedichten en reflecties ook lezen en beluisteren op de website van Maand van de Geschiedenis.