Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Wakker worden met een kater | Mohamed Ouaamari

Achttien jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs laten schilderijen van Frans Hals, Rembrandt en andere grootmeesters spreken. Mohamed Ouaamari laat een personage uit een schilderij van Jan Steen aan het woord. De man lijkt niet te willen leren van zijn fouten in het verleden. ‘Mijn hoofd staat op barsten, ik wil slapen, ik wil terug naar mijn droom.’
Door Mohamed Ouaamari op 4 okt 2019
Tekst
Literatuur & taal
Schrijfresidentie Parijs
Jan Havicksz. Steen, Kinderen leren een poes dansen, bekend als 'De dansles' (1660 - 1679) Collectie: Rijksmuseum, Amsterdam.

Jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs laten eeuwenoude topstukken spreken vanuit één vraag: wat zie je als je met een genderblik naar deze werken kijkt?

 

Tijdens de Nacht van de Geschiedenis draagt Mohamed zijn tekst voor bij het schilderij Kinderen leren een poes dansen, bekend als De dansles van Jan Steen in de Eregalerij van het Rijksmuseum.

Wakker worden met een kater 

 

Ik weet niet of ik slaap of al wakker ben. Op warme melodieuze tonen die in de verte klinken, zweef ik tussen droom en werkelijkheid. Ik wil niet wakker worden, ik wil blijven dromen. Het is het geblaf van mijn hond dat dwars doorheen mijn kater breekt. Het luik van mijn bedstee staat op een kier. Ik open zachtjes mijn ogen om zo weinig mogelijk licht toe te laten. Elke lichtstraal die op mijn netvlies valt, voelt aan als een brandende priem. Hoe harder ik mijn oogleden uit elkaar tracht te halen, hoe dichter ik bij de aarde zweef. De melodieuze tonen raken langzamerhand overstemd door steeds luidere, steeds minder melodieuze klanken. Ik hoor duivels gelach, kattengejank en -gehuil die de priemen dieper in mijn hersenen duwen. Ik ruik tabak.

 

Ik doe het luikje van mijn bedstee voorzichtig open. Ik kijk naar beneden en probeer mijn troebele blik scherp te krijgen. Ik herken het felle geel-blauwe kleed van mijn kleindochter en de contouren van haar gezicht. Ik zie dat ze niet alleen in de kamer zit, geen idee wie haar gezelschap is. Zijn dat nou jongens? Ik knipper enkele keren hard met mijn ogen terwijl ik mijn hoofd stevig schud. Eindelijk kom ik de werkelijkheid binnen. Mijn blik richt zich op de jongeman die mijn kat leert dansen, begeleid door verleidelijke tonen afkomstig van de fluit van mijn kleindochter. Wat een schaamtelijk schouwspel, zij is net zo losbandig als haar moeder.

 

Mijn dochter was net veertien toen mijn vrouw het slachtoffer werd van de pest. Drank werd mijn nieuwe minnares. Ik werd geacht om voor mijn dochter te zorgen, maar ik was te druk bezig met zweven. Zij zorgde voor brood op de plank. Ik zag niet dat ze onder mijn eigen ogen haar lichaam ter beschikking stelde aan het halve dorp. Ze hield er amper iets aan over, buiten het nieuwe leven dat zich in haar nestelde. De schenker bleef onbekend.

              Zij wilde af van het kind dat groeide in haar buik, maar daar stak ik een stokje tussen. Mijn dochter wilde zich schuldig maken aan kindermoord, dat kon ik niet toelaten. Ik kon het kind redden. Dat was mijn keuze. Ik vond dat ze niet het recht had om naar eigen goeddunken een onschuldige ziel ter dood te veroordelen. Ze bracht het meisje op de wereld, ze liep weg. Dat was haar keuze. Tot vandaag heb ik haar nooit meer gezien.

‘Ik werd geacht om voor mijn dochter te zorgen, maar ik was te druk bezig met zweven.’

Met wat ik nu zie, heb ik misschien toch de verkeerde keuze gemaakt. Dat zieltje in de baarmoeder van mijn dochter blijkt toch niet zo onschuldig te zijn als ik toen dacht. Iedereen is schuldig tot het tegendeel bewezen is.

 

Mijn hoofd staat op barsten, ik wil slapen, ik wil terug naar mijn droom. Ik roep de kinderen vermanend toe: “Ga buiten kabaal maken en laat mijn verdomde kat met rust!”

© Marianne Hommersom

Mohamed Ouaamari

Mohamed Ouaamari (1991) werkt als social-mediastrateeg en onlineredacteur Hij becommentarieert de actualiteit direct en scherp, maar altijd in humor verpakt. Zijn brievenreeks in blogvorm Groetjes uit Vlaanderen resulteert in een gelijknamige boek, dat najaar 2019 verschijnt bij Prometheus.

Oude werken, jonge schrijvers. De Eregalerij ongegendered
 

Jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs laten eeuwenoude topstukken spreken. In korte poëzievoordrachten en prozavertellingen laten zij je schilderijen van Frans Hals, Jan Steen en andere grootmeesters uit de 17e eeuw op een unieke manier beleven.

 

deBuren gaat sinds 2012 iedere zomer met een groep aanstormend schrijftalent uit de Lage Landen naar Parijs. Twee weken verblijven ze daar om over de grenzen heen elkaars werk en ideëen te leren kennen en aan nieuw materiaal te werken. De lichting van 2019 brengt een schilderij uit de Eregalerij van het Rijksmuseum op literaire wijze tot spreken in hun eigen artistieke taal. Onze vraag aan hen was even simpel als uitdagend. Schrijf een nieuwe tekst over een oud werk, vanuit één kernvraag: wat zie je als je door een genderbril naar deze schilderijen kijkt?

 

Tijdens de Nacht van de Geschiedenis bezetten de literaire talenten uit onze schrijfresidentie de Eregalerij in het Rijksmuseum waar de topstukken van de meesters van de zeventiende eeuw te zien zijn. Mohamed Ouaamari schreef over het schilderij Kinderen leren een poes dansen, bekend als De dansles (1660 - 1679)  van Jan Havicksz. Steen.

 

Je kunt deze verhalen, gedichten en reflecties ook lezen en beluisteren op de website van Maand van de Geschiedenis.

Vertel het verder: