Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

'Als je niet bereid bent om van standpunt te veranderen, moet je de reis niet maken.'

Waar ligt de grens tussen fictie en non-fictie? Wat betekent empathie voor een schrijver? En wat met morele verantwoordelijkheid? Arnon Grunberg beet de spits af van onze achtste schrijfresidentie in Parijs. Hij opende de eerste gespreksavond in een reeks van vier met een korte toelichting bij drie cruciale momenten in zijn schrijverschap. Een samenvatting in drie mijlpalen.
Door deBuren op 19 jul 2019
Tekst
Literatuur & taal
Schrijfresidentie Parijs

1. De ontdekking van het pseudoniem

 

Arnon Grunberg werd na het succes van zijn debuut Blauwe maandagen voltijds schrijver. Plots stond niet alleen zijn boek, maar ook zijn persoon in het middelpunt van de belangstelling. Hij ontdekte dat het imago dat je opbouwt als schrijver met je aan de haal kan gaan. Toen hij via De Geus de gelegenheid kreeg om onder een pseudoniem te publiceren, ging er een hele nieuwe literaire speeltuin voor hem open. Het pseudoniem Marek Van der Jagt bood hem de mogelijkheid om van uitgeverij te veranderen zonder overspelig te zijn én hij kon bepaalde wetten met de voeten treden, wat voor de schrijver Arnon Grunberg, althans volgens de publieke opinie, ongeoorloofd zou zijn.

 

De illusie dat niemand zou weten dat hij achter Van der Jagt zat, heeft hem ontzettend geholpen om te groeien als schrijver. Het gaf hem het gevoel dat alles kon; dat hij niet gebonden was aan zijn eigen naam, faam en persoonlijke geschiedenis: 'Het gevaar is namelijk dat je de censuur verinwendigt die de buitenwereld je als schrijver oplegt door je werk aan deze drie elementen te verbinden. Schrijven onder pseudoniem kan dan heel bevrijdend zijn.' Als Marek Van der Jagt bouwde hij een alternatieve identiteit uit en gaf hij interviews (per e-mail) en reacties op lezers. Uiteindelijk werd hij ontmaskerd.

 

Een roman als De asielzoeker zou er volgens Grunberg nooit zijn gekomen zonder die periode. 

2. 9/11

 

Sinds 1995 woont Grunberg in New York. Toen de twee vliegtuigen zich in de Twin Towers boorden, bevond hij zich op een steenworp van wat we later Ground Zero zijn gaan noemen. NRC Handelsblad, waarvoor hij toen columns schreef, vroeg hem in de dagen na de rampzalige gebeurtenis expliciet om er één te wijden aan hoe hij die dag beleefd had.

 

Hij pende een heel realistische weergave neer van wat hij die dag had gedaan, hoe de gesprekken verliepen, met als sprekende kop 'Leef je nog?', verwijzend naar de talrijke bezorgde sms'en, voicemailberichten en e-mails hij die dag kreeg. De column legde de nadruk op de meligheid die zo'n rampzalige gebeurtenis uitlokt en wilde tonen hoe een ervaring van een gebeurtenis in realtime verschilt van de manier waarop dezelfde gebeurtenis wordt geframed op CNN en andere internationale nieuwsplatformen.

 

Hij beschreef bijvoorbeeld hoe hij een pizza had gedeeld met een aantal mensen en de vrij banale gesprekken die gevoerd werden tijdens de lunch. Of hoe zijn buurvrouw hem had aangeboden om te komen kijken naar de ramp van op het dak van het appartementsgebouw, omdat het uitzicht daar veel beter was. Gunberg wilde in zijn column eer doen aan de gebeurtenissen zoals hij ze die dag had ervaren door ze zo realistisch mogelijk weer te geven, maar relativeerde daardoor meteen ook de hysterie die er in de rest van de wereld was ontstaan:  'Hoe heftig de gebeurtenissen ook waren, in zekere zin ging het leven ook gewoon door.'

 

De publicatie veroorzaakte een storm van negatieve reacties in Nederland, omdat Grunberg zogezegd zou zijn voorbijgegaan aan het leed en de hoge dodentol die de terroristische aanslag had veroorzaakt, terwijl hij zelf het gevoel had dat hij op een esthetische én ethische manier recht had gedaan aan hoe die dag had plaatsgevonden, dat hij de gesprekken die hij had gevoerd naar waarheid had weergegeven.  

 

Pas nadien besefte Grunberg de consequenties van 9/11 als het tastbare einde van de 20ste eeuw en kon hij de boze reacties in hun context plaatsen: 'Als schrijver van columns mag je de actualiteit niet naast je neerleggen. Een relativerend stukje wijden aan een gebeurtenis die zo ingrijpend was, was onvoldoende. Het is een morele plicht om de actualiteit te kaderen, de actualiteit benutten als inspiratie is niet genoeg.'

"Als schrijver van columns mag je de actualiteit niet naast je neerleggen"

Ondanks de morele plicht om aan de slag te gaan te gaan met de actualiteit in zijn werk, beschouwt hij zichzelf niet als een journalist. Hij maakt een scherp onderscheid tussen fictie en non-fictie. Zijn columns zijn non-fictie, niets is verzonnen, maar een journalist beschrijft niet zichzelf. Als schrijver doet hij dit expliciet wel. Hij tracht de werkelijkheid op te tekenen zoals die zich aan hem voordoet, zonder zelf te oordelen. Het oordelen laat hij aan de lezer, die er zelf maar wat van moet vinden. 

3. Je kan overal embedded zijn

 

Embedded zijn betekent dat je een tijdje letterlijk 'meeleeft' met een groep mensen wier leefwereld je vreemd is en waarin je je 24/7 onderdompelt: je slaapt met hen, je staat met hen op, je eet met ze en brengt samen de dag door, wat er ook op je pad komt. De nieuwsgierigheid die je in de richting duwt van het onbekende is voor Grunberg een wezenlijke eigenschap van een schrijver en bij uitbreiding van een goed mens: 'In het verlaten van je eigen comfortzone schuilt een intense gelukservaring.'

 

Zijn eerste embedded ervaring had Grunberg als journalist/columnist/schrijver voor NRC Handelsblad toen hij een aantal weken mee mocht reizen met soldaten in Afghanistan. Nadien volgden nog periodes als o.a. kamermeisje in een Beiers hotel, masseur in Roemenië, 'vervangvader' inwonend bij een gezin met vier kinderen in Zutphen, psychiatrisch patiënt in een gesloten instelling in Zoersel en was hij zelfs een tijdje embedded mantelzorger voor zijn eigen moeder.

 

'Zelfs met het meest wreedaardige monster kan je je op een bepaalde manier verbinden. En zo kom je altijd iets over jezelf te weten. Er is niemand op wie je niet lijkt en er is niemand die niet op jou lijkt. Als schrijver mag én moet je over alles kunnen schrijven. Er is geen grens aan wat kan en wat niet kan.' In die zin heeft literatuur volgens Grunberg universalistische pretenties: 'Alle mensen worden op eenzelfde manier geraakt wanneer ze bijvoorbeeld een geliefde verliezen, maar lachen ook met dezelfde dingen. Er blijkt toch in zekere zin één mensheid te zijn.'

"De nieuwsgierigheid die je in de richting duwt van het onbekende is een wezenlijke eigenschap van een schrijver. In het verlaten van je eigen comfortzone schuilt een intense gelukservaring."

 

Oordelen als schrijver over mensen met wie je praat en die je gebruikt voor je werk is te gemakkelijk. Het oordeel is aan de lezer. Hierin verschilt fictie niet van non-fictie, maar de roman is bij uitstek eem ambigue genre. Een goede roman is volgens Grunberg geen morele les: 'Een boek kan wel dilemma's aanstippen en onderzoeken, maar mag geen stellinginname zijn. Een empathische blik op je personages is hierbij onontbeerlijk, of ze nu verzonnen zijn of echt bestaan. En empathie betekent in de eerste plaats de bereidheid om naar hen te luisteren, de tijd die je bereid bent te investeren.'

 

Een van de mooiste dingen die Grunberg hoorde tijdens een van zijn embedded reizen was van een soldaat in Afghanistan, die hem bedankte voor de tijd die had uitgetrokken om met een oprechte interesse het reilen en zeilen van de troepen te volgen en te documenteren. 'Want zelfs mijn eigen vrouw kan het geen reet meer schelen', had de man hem laconiek gezegd. 

 

'Als je een poosje embedded leeft in een voor jou onbekende omgeving, gaat het even niet om jou. Het kan je helpen om je als schrijver los te maken van jezelf, van je eigen wereldbeeld, je standpunt en de oordelen die daarbij horen. Als je niet bereid bent om van standpunt te veranderen, moet je de reis niet maken', aldus Grunberg.

Lees- en luistertips!

 

  • Van Arnon Grunberg: De gebroeders Karamazov van Fjodor Dostojevski.
  • Van deBuren: Arnon Grunberg schreef een citybook over Lublin, dat je in zes talen kan nalezen én beluisteren op de website van citybooks. Aangifte illustreert de manier waarop fictie en non-fictie elkaar kunnen ontmoeten, het is een tekst waarin de schrijver (on)gewenst embedded raakt én het roept morele en emotionele vragen op die aan de lezer zijn om te beantwoorden. 

 

Arnon Grunberg

Arnon Grunberg (1971) is een van de belangrijkste schrijvers van de Lage Landen. Naast romancier is hij columnist, essayist en journalist. Zijn werk wordt vertaald in vele landen en is meermaals bekroond. 

Vertel het verder: