Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Een grondwet, zo leert een vluchtige ontleding van het woord, vormt de basis van de wetgeving in een land. Heel het rechtssysteem, de staatsstructuur en de functionering van een land zijn gestoeld op wat wordt bepaald in de artikelen van de grondwet. Er kan niet van worden afgeweken, en als er twijfel bestaat over de interpretatie, dan kunnen constitutionele experten hun oordeel vellen in de daartoe bevoegde organen. Zo gaat het toch in veel landen die zichzelf het imago van een rechtsstaat aanmeten.
Niet zo in de Volksrepubliek China. Daar gaapt op heel wat vlakken een kloof tussen wat er in de grondwet staat en de realiteit in het land. In de eerste plaats gaat het dan over de vrijheden, een heikele zaak in de Chinese samenleving. Artikel 35 van de grondwet van 1982 bepaalt dat de burgers van China kunnen genieten van de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, vrijheid van vereniging en vrijheid om te demonstreren. Elders wordt ook de vrijheid van religieuze beleving gegarandeerd (en de vrijheid om niet te geloven).
Helaas, in de Chinese Volksrepubliek is er van de meeste van die vrijheden amper sprake. Het hele politieke en maatschappelijke systeem wordt beheerst door de Communistische Partij. Die heeft als enige de echte macht in handen. En daardoor vervallen automatisch alle vrijheden. Recht op vrije meningsuiting, vereniging – zeker als het om partijvorming gaat – of demonstratie gaat lijnrecht in tegen de alleenheerschappij van de Partij. En vermits zowat alle media in China (met uitzondering van die in Hongkong en Macao) worden gecontroleerd door diezelfde Communistische Partij, is er van persvrijheid ook geen sprake. Wat godsdienstvrijheid betreft: ook aan dat principe zijn de voorbije jaren flink wat deuken toegebracht.
‘Alles wat ingaat tegen de belangen van de Partij wordt niet gehonoreerd. Zelfs al is het in strijd met de geest of zelfs de letter van de grondwet’
Opmerkelijk is dat in recente aanvullingen op de Chinese grondwet ook de ideologische gedachten van de huidige leider – president Xi Jinping – zijn opgenomen. Daarmee evenaart of overtreft hij de status van de stichter van de Volksrepubliek, de legendarische roerganger Mao Zedong. De ‘Gedachten van Xi Jinping over het socialisme met Chinese karakteristieken voor een nieuw tijdperk’ prijken sinds vorig jaar in de preambule van de grondwettelijke tekst. Het illustreert de macht van Xi. Wat nog eens werd versterkt door de verwijdering uit de grondwet – ook vorig jaar – van het maximum aantal van twee ambtstermijnen voor het Chinese staatshoofd. Het geeft Xi in principe de mogelijkheid om tot het einde van zijn levensdagen de touwtjes in handen te houden in China.
Laten we terugkeren naar het fameuze artikel 35 van de Chinese grondwet. In een normaal functionerende rechtsstaat zou je daarmee al die vrijheden kunnen afdwingen, bijvoorbeeld via een procedure bij het Grondwettelijk Hof. Alweer: niet in China. De controle over en toepassing van de grondwet is er in handen van het Chinese parlement (het Nationaal Volkscongres) en dat danst helemaal naar de pijpen van de Communistische Partij. Alles wat ingaat tegen de belangen van de Partij wordt niet gehonoreerd. Zelfs al is het in strijd met de geest of zelfs de letter van de grondwet.
Niet dat er nooit geprobeerd werd om de rechten en vrijheden die gestipuleerd zijn in de grondwet ook af te dwingen. Enkele jaren geleden gebeurde dat nog – schoorvoetend – door een invloedrijke krant in het zuiden van China, de Nanfang Zhoumo (Zuidelijk Weekblad). In een gepland editoriaal naar aanleiding van Chinees Nieuwjaar begin 2013 had een commentator het gewaagd om te suggereren dat de grondwet ook daadwerkelijk moest worden toegepast. Het was een reactie op een speech van de – toen nieuwe – partijleider Xi Jinping, die daarin zelf had gezegd dat de grondwet beter moest worden gerespecteerd.
‘Niet dat er nooit geprobeerd werd om de rechten en vrijheden die gestipuleerd zijn in de grondwet ook af te dwingen’
Maar de interpretatie die de krant eraan gaf, namelijk dat ook diverse vrijheden daadwerkelijk zouden moeten worden gegarandeerd, dat was een brug te ver. En dus kreeg het Zuidelijk Weekblad het bevel van de Partij om een ander editoriaal te plaatsen, waarin de rol van de Communistische Partij werd opgehemeld. Het leidde tot solidariteitsprotesten op straat, flink wat discussie op de Chinese sociale netwerken en veel lovende commentaar voor de journalisten van de krant. Maar daarna werd het weer stil rond de toepassing van de grondwet. De wet van de Partij, dat is het enige wat telt in China.
Dat kon – veel vroeger – ook een gerenommeerd criticus van het Chinese politieke systeem ervaren. Liu Xiaobo was al van in de jaren tachtig actief als voorvechter van mensenrechten en vrijheden. Hij belandde daarvoor regelmatig in de cel. Maar in 2008 was het voor de Chinese autoriteiten genoeg geweest. Liu Xiaobo had samen met een reeks geestesgenoten een manifest gepubliceerd, het Charter 08, waarin – naar analogie met Charter 77 van toenmalig Tsjechoslovaaks dissident Vaclav Havel – de invoering werd gevraagd van de rechtsstaat in China. De tekst moest worden openbaar gemaakt op de zestigste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, in december 2008. Maar nog voor dat gebeurde, verdween initiatiefnemer Liu Xiaobo. Verdween. Geen raar werkwoord in China.
Een jaar later dook hij weer op, met handboeien aan, in de rechtbank. Liu werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van elf jaar. Nog een jaar later, in 2010, ontving hij in absentia de Nobelprijs voor de Vrede. Liu had in 2020 moeten vrijkomen. Maar zijn gezondheid ging er in de gevangenis op achteruit. Hij kreeg kanker, en overleed in de zomer van 2017. Met hem leek ook alle hoop op een versoepeling van de politieke toestand in China te sterven. Onder Xi Jinping zijn de vrijheden er alleen maar op achteruitgegaan. De Partij is zelfverzekerd, gesterkt door de groeiende welvaart en de alsmaar groter wordende rol van China in de wereld. Intussen blijft de Chinese grondwet wat hij was: een tekst waarvan veel – in westerse ogen cruciale – bepalingen niet meer zijn dan een dode letter.
Stefan Blommaert is journalist. Tijdens zijn carrière versloeg hij als buitenlandcorrespondent voor de Belgische openbare omroep de val van de Sovjet-Unie begin jaren negentig. Nadien trok hij naar de Balkan, waar hij onder meer het beleg van Sarajevo meemaakte. Van 2012 tot 2014 was hij correspondent in Peking. Begin 2019 verschijnt zijn nieuwste boek, De eeuw van Xi. Hij kwam erover vertellen in De Afspraak en De wereld vandaag op Radio 1.