Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Verslag van de boekvoorstelling
De islam in Europa: dialoog of clash
deBuren, dinsdag 9 september
Dat de islam vandaag een heet hangijzer is in het maatschappelijke debat is ongetwijfeld een understatement van formaat. Terwijl in Nederland publicist Paul Scheffer een aantal jaren geleden al het vuur aan de lont stak met zijn opzienbarende essay 'Het multiculturele drama', duurde het in Vlaanderen wat langer vooraleer het debat over de multiculturele samenleving volop op gang kwam. Het artikel dat de discussie écht deed losbarsten, was 'Bericht aan weldenkend links' van Benno Barnard en Geert van Istendael, dat in februari in De Standaard verscheen en een storm van reacties uitlokte.
Benno Barnard was een van de auteurs die een bijdrage schreef voor het net verschenen boek De islam in Europa: dialoog of clash?, dat dinsdagavond voor een volle zaal bij deBuren werd gepresenteerd. Drie auteurs die eveneens een polemisch artikel schreven in het boek waren LDD (Lijst Dedecker)-politica Mimount Bousakla en filosoof Jan De Pauw. Onder leiding van Johan Sanctorum, samensteller van het boek, gingen Barnard, Bousakla en De Pauw met elkaar in gesprek.
Islam en oorlog
"Wordt het nog wat met de islam?", ging Sanctorum van start. "Komt er een verzoening of zullen we onze identiteit moeten inleveren? En wat stelt onze identiteit nog voor?"
Een belangrijk moment in de vorming van de publieke opinie rond de islam is volgens Sanctorum de publicatie van het boek De weg naar Mekka van filsoof-muzikant Jan Leyers geweest, die met zijn gelijknamige televisieprogramma op Canvas de Arabische wereld de Vlaamse huiskamer binnenbracht. In de jaren '90, aldus Sanctorum, kwam de kritiek op de islam van rechts en extreem-rechts, en was de linkerzijde blind voor de problemen. "Jan Leyers heeft dat veranderd. Hij maakte een mooie exploratietocht door de islamwereld, met als einddoel Mekka. Maar Mekka mocht hij als ongelovige niet binnen. Daar begint het boek De islam in Europa, bij de gesloten poorten van Mekka: wat krijgen we allemaal níet te zien van de islam? Wat krijgen zelfs moslims niet te zien?"
De Ka'aba, bijvoorbeeld, zegt Sanctorum, was ooit een pluralistisch monument; een symbool voor de verzoening van alle religies. "Maar toen kwam Mohammed en hij vernietigde de beelden van de verschillende goden. De islamitische kalender begon dus met een oorlogsdaad."
Moslima's
Centraal in het debat over de islam staat volgens Sanctorum de hoofddoek. "De moslima staat in het midden van het sociaal-psychologisch drama van de multiculturele samenleving. De hoofddoek verwart ons; we weten niet wat we er moeten over denken. Het zijn de moslima's die het discours opentrekken en ook de doorbraak zullen forceren."
Benno Barnard mocht de eerste vraag van de avond beantwoorden: is de hoofddoek echt zoveel discussie waard?
"Als je kiest voor een zo goed mogelijke benadering van de lekenstaat, dan mag er in openbare functies geen sprake zijn van de hoofddoek. En ja, de lekenstaat kan en mag een verbod afdwingen."
Jan De Pauw deelt Barnards mening. "In de openbare ruimte mogen vrouwen van mij gerust een hoofddoek dragen. Daar heb ik niets mee te maken. Maar in openbare diensten: nee, dat moet verboden worden."
Aan de vrouw in het gezelschap die er zelf ervaring mee heeft, vroeg Sanctorum of zij gelooft in een feministische input van moslima's, waardoor de problemen van de islam gedeblokkeerd kunnen raken.
"Ja, ik geloof daarin", antwoordde Bousakla. "Moslimvrouwen kunnen dingen veranderen. Het is verkeerd dat de vrouwen in de islam onderdrukt worden. De huidige moslimgemeenschap moet echt het verhaal van Khadija opnieuw lezen. Zij was de eerste vrouw van Mohammed; vijftien jaar ouder dan hij; heel rijk en heel zelfstandig."
Vaders en zonen
Is de islam een religie als alle andere? wilde Sanctorum van Barnard weten.
"Absoluut niet! Het is onzin dat de drie monotheïstische religies ongeveer gelijk zijn. Moslims zijn anders; ze zijn van porselein en je mag absoluut geen kritiek op hen hebben."
Dat er over porseleinen moslimjongeren zo vergoelijkend wordt gedaan; dat ze in een slachtofferrol worden geduwd terwijl ze ook agressor zijn, daar is Sanctorum niet over te spreken.
Bousakla treedt hem bij: "De problemen die moslimjongeren veroorzaken hebben niets met de samenleving te maken, maar wel met hun opvoeding. De vaders zouden beter wat meer hun zonen in de gaten houden in plaats van hun dochters." Een uitspraak van de politica die op applaus van een groot deel van het publiek kon rekenen.
"Precies, aldus Barnard, "dat armoede de oorzaak zou zijn van het wangedrag, dat is allemaal kletspraat van neo-marxisten. Anders zouden er al lang duizenden Afrikane terrorist geworden zijn."
Van applaus gaat het plots naar verontwaardiging: na deze woorden van Barnard staat een vrouw uit het publiek recht om vervolgens gedecideerd de zaal uit te stappen. "Al die vooroordelen hier!", zegt ze stilletjes maar kwaad.
Over de islam is het laatste woord duidelijk nog niet gezegd.