Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Rusland in de ban van een mythisch verleden

Op dinsdag 23 april bogen drie Rusland-experten zich over de grondwet van dat land en vroegen zich af of wat op papier staat zich ook vertaalt naar de reële situatie. De avond was uitverkocht, maar hier kun je de bijdrage lezen van Marc Jansen, onderzoeker Oost-Europakunde aan de Universiteit van Amsterdam.
Door Marc Jansen op 25 apr 2019
Tekst
Politiek & samenleving

Voor de een betekent de USSR het streven om het paradijs op aarde te vestigen, een bastion van de vriendschap der volkeren, de elektrificatie van het land, de collectivisatie van de landbouw en de industrialisatie, de waterkrachtcentrale in de Dnepr en de industriestad Magnitogorsk, de overwinning op het fascisme en de verovering van de kosmos. Voor de ander is de geschiedenis van de USSR de vernietiging van de boerenstand, de hongersnood, de Stalincultus, de repressies en de Goelag, het IJzeren Gordijn, privileges van partijleden, rijen voor de winkels en schaarste aan alles, met als resultaat het uiteenvallen van het land. (Sergej Gogin, journalist uit Oeljanovsk, 2013.)

In de twintigste eeuw keek de Sovjetunie nog reikhalzend uit naar de lichtende toekomst, ook al werd die in de loop der decennia wel steeds meer een illusie. In de eenentwintigste eeuw raakte Rusland in de ban van een mythisch verleden. In één moeite door verlangt men er terug naar de voorbije Sovjetjaren én dweept men met de tsarentijd van meer dan een eeuw terug. ‘Een gecompliceerde vorm van nostalgie is onder Poetin de drijvende kracht,’ constateerde een Britse journalist een klein jaar geleden, ‘een poging de beste aspecten terug te roepen van het Russische Rijk (kracht, macht en eenheid) en van de Sovjetunie (sociale zekerheid, eenvoud en de goedkope Sovjetchampagne uit de tijd na Stalin).’

 

De ideologie van het Rusland van vandaag steunt op de nationalistische, patriottische en imperialistische ingrediënten van zowel de tsaristische als de communistische tijd. Gevormd als ze zijn door het geboden onderwijs en de van de overheid afkomstige propaganda, zal het de Russen die zo redeneren kennelijk een zorg zijn dat de twee tijdperken moeilijk te combineren vallen. De Sovjets maakten immers aan de tsarenmacht welbewust een uiterst radicaal einde. De Russische regering wekt ondertussen liever de schijn dat de revolutie die de twee perioden scheidde, nooit heeft plaatsgevonden.

'In de twintigste eeuw keek de Sovjetunie nog reikhalzend uit naar de lichtende toekomst. In de eenentwintigste eeuw raakte Rusland in de ban van een mythisch verleden'

Rond het eeuwfeest daarvan anderhalf jaar geleden hield zij zich muisstil. Na de onvermijdelijke viering gedurende de Sovjetjaren, is revolutie in Rusland een vies woord geworden. Het brein achter de Oktoberrevolutie van 1917, Vladimir Lenin, was eigenlijk een landverrader, tot die slotsom kwam president Vladimir Poetin een paar jaar geleden vanuit zijn patriottische, vaderlandslievende overtuiging. Ondertussen laat Poetin de revolutieleider wel ongestoord in zijn mausoleum in het hart van Moskou liggen. Ook de zogenaamde ‘kleurenrevoluties’ van 2003 en daarna in de voormalige Sovjetrepublieken Georgië en Oekraïne die er schoon schip wilden maken met het Sovjetverleden, ziet Rusland als een nagel aan zijn doodskist. Het Kremlin stelt alles in het werk om iets dergelijks in eigen land te verhinderen.

 

Na in november 2017 het eeuwfeest van de Oktoberrevolutie te hebben genegeerd, bezocht de Russische president een maand later wel de honderdste verjaardag van een van de meest essentiële zogeheten ‘organen’ van de door de revolutie in het leven geroepen Sovjetstaat, de staatsveiligheidsdienst Tsjeka. ‘Ex-tsjekisten’ bestaan niet volgens Poetin, die zijn carrière begon in de KGB. De Tsjeka was immers de voorloper van zowel de KGB als de huidige staatsveiligheidsdienst FSB, die erop moet toezien dat er niet weer een revolutie uitbreekt. FSB-chef Alexander Bortnikov gaf ter gelegenheid van het jubileum een interview waarin hij tegen alle bewijs van het tegendeel in volhield dat Stalins beruchte showprocessen een ‘objectieve kant’ hebben gehad. Daarmee trok hij het hele idee van de ‘repressies’, zoals de Stalinterreur officieel heet, in twijfel.

‘Het grootste land ter wereld lijdt tot op de dag van vandaag aan een ‘omsingelingscomplex’, het wordt gezien als een belegerde vesting’

Als ze aan het verleden denken, gaan de gedachten van hedendaagse Russische officials en ook veel burgers opmerkelijk genoeg niet in de eerste plaats uit naar de rampen die Rusland in de twintigste eeuw hebben bezocht. Twee wereldoorlogen, twee revoluties, een burgeroorlog en een vernietigende communistische terreur hebben bij elkaar wel zo’n vijftig miljoen mensen het leven gekost. Niettegenstaande alle trauma’s die de oorlogen, hongersnoden en terreur hebben veroorzaakt, denken ze dan liever aan de Overwinning of zelfs Grote Overwinning (met hoofdletters) in de Grote Vaderlandse Oorlog (eveneens voorzien van hoofdletters), zoals het Sovjetaandeel in de Tweede Wereldoorlog er bekend staat. 87 procent van de Russen is trots op de Overwinning, zo wees een peiling van enkele maanden geleden uit. En ze hebben in gedachte het opkrikken van de Sovjetunie tot een grote mogendheid waarmee de wereld rekening te houden had. Dat geeft Russen een gevoel van eigenwaarde. Daarentegen voelt slechts 21 procent verantwoordelijkheid voor de repressies.

 

Dat is ook de reden waarom Jozef Stalin, ondanks al zijn terreur, nu zo’n grote populariteit geniet in Rusland. Bij sommige gelegenheden wil Poetin nog wel aandacht besteden aan de ‘repressies’. Die stelt hij dan voor als een soort natuurramp die veel slachtoffers eiste maar waarvoor niemand verantwoordelijk gehouden kan worden.

Naar veler mening in Rusland werden de successen bereikt, ondanks grootscheepse tegenwerking door buitenlandse vijanden en hun binnenlandse ‘vijfde colonne’, die ze het land misgunden. Hoe moeilijk voorstelbaar ook, juist het grootste land ter wereld lijdt tot op de dag van vandaag aan een ‘omsingelingscomplex’, het wordt gezien als een ‘belegerde vesting’.

‘Poetin is er niet in geslaagd ons een grote toekomst te bouwen, dus heeft hij ons een groot verleden gebouwd’

De macht, kracht en overwinningen uit de tsarentijd vormen eveneens een bron van trots. Zoals Poetin in 2012 in zijn jaarrede voor het parlement zei, is de Russische geschiedenis niet eerst in 1917 begonnen: ‘We hebben een gemeenschappelijke, doorlopende geschiedenis die zich over duizend jaar uitstrekt, en we moeten daarop steunen om innerlijke kracht en doelgerichtheid in onze nationale ontwikkeling te vinden.’ Men vergeet dan liever dat het land onder de tsaren een autocratie was, een hiërarchische standenstaat met een moeilijk doordringbare bureaucratie, een gigantische kloof tussen arm en rijk en scherpe uitbuiting. Dit waren nu juist de misstanden die naar het oordeel van veel historici de revolutie veroorzaakten. Volgens de thans heersende visie in Rusland echter was de revolutie veeleer import uit het Westen en had zij met de gebreken van het oude Rusland niets te maken.

 

Het ‘Rusland dat wij zijn kwijtgeraakt’ noemde filmregisseur Stanislav Govoroechin begin jaren ’90 het rijk van de tsaren nostalgisch in een documentaire. Dat vult men nu in met een cultus rondom de laatste tsaar Nicolaas II en zijn gezin en hun martelaarschap. Met hen werd in de zomer van 1918 in opdracht van de bolsjewistische regering op bloedige wijze afgerekend. Na  decennialang in een mijnschacht verborgen te zijn gehouden, zijn hun restanten na de val van het communisme opgegraven en is het tsarengezin door de Russisch-orthodoxe kerk heilig verklaard.

Op de honderdste verjaardag van de moord in de zomer van 2018 begaf de met Poetin op zeer goede voet verkerende patriarch Kirill van Moskou zich naar de kathedraal die inmiddels op de plaats van de moord in Jekaterinboerg in de Oeral is verrezen en ging er samen met de leden van de Heilige Synode voor in een Russisch-orthodoxe dienst. Daarna leidde hij een processie waaraan volgens de politie liefst honderdduizend pelgrims deelnamen. Het Russische Openbaar Ministerie onderzoekt zelfs of er geen sprake is geweest van een ‘rituele moord’ op de tsaar en zijn gezin. Dat past bij met name in de kerk levende antisemitische sentimenten, die de indruk moeten wekken dat de bolsjewistische regering in de eerste jaren na de revolutie niet uit Russen maar meer uit Joden bestond. Uiteraard spreken de kerk en het Russische OM een dergelijke strekking van het onderzoek tegen.

Maar in een recent gemaakte dramaserie in acht afleveringen van bij elkaar zes uur over Lev Trotski, gemaakt voor het Eerste Kanaal van de Russische staatstelevisie, wordt de hoofdpersoon (zelf van Joodse origine) ruimschoots gefinancierd door de Joodse koopman Israël Gelfand alias Alexander Parvus met vooral Duits geld, met het oogmerk om ‘Rusland te destabiliseren’. Trotski wordt voorgesteld als een antichristelijke seksmaniak en krijgt de miljoenen doden van de burgeroorlog in de schoenen geschoven, inclusief de moord op de tsarenfamilie. Hoewel Trotski in werkelijkheid een showproces tegen de laatste tsaar wilde (dat waarschijnlijk ook op een doodvonnis voor de keizer en zijn gemalin zou zijn uitgelopen) en de opdracht tot de moord eerder van Lenin in hoogsteigen persoon kwam. De serie wekt de indruk dat het onder de tsaren in Rusland zo slecht nog niet was gesteld en dat de revolutie het land feitelijk vreemd was.

 

‘Poetin is er niet in geslaagd ons een grote toekomst te bouwen, dus heeft hij ons een groot verleden gebouwd’, is een anekdote die heden ten dage de ronde in Rusland doet. Een peiling onder de Russen over wat hen in hun eigen ogen bindt, waarvan de uitslag begin 2019 bekend werd gemaakt, wees uit dat 53 procent van hen vindt dat dit in de eerste plaats het verleden, de geschiedenis van hun land is. Dat lijkt dan het mythische verleden van iemand als Govoroechin te zijn. Zolang Rusland in de ban van zo een verleden verkeert, zal de geschiedenis er blijven rondspoken. Alleen een verbreking van die ban kan de weg vrijmaken naar een genuanceerder en realistischer kijk op wat echt is gebeurd en daarmee hopelijk ook naar een misschien bescheidener, maar democratischer en leefbaarder toekomst.

Marc Jansen

Marc Jansen is gastonderzoeker Oost-Europakunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij woonde in Moskou en maakte tal van reizen doorheen Rusland en Oost-Europa. Hij was als verkiezingswaarnemer van de OESO aanwezig bij verkiezingen in Rusland, Oekraïne, Georgië en Kazakhstan. Zijn onderzoeksinteresse gaat uit naar zowel de geschiedenis van de Sovjet-Unie als naar actuele politieke ontwikkelingen. Hij verschijnt daarover vaak in de media. 

Vertel het verder: