Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
'De gewone teksten van Vlaamse zangers en zangeressen zijn wat te eenvoudig voor mij', liet politicus Herman De Croo zich ontvallen tijdens de muziekquiz Dubbelcheck op Radio 1. 'Onze taal is zo mooi. Waarom doen zangers er niet meer mee? Is het zo moeilijk om die schlagerteksten wat meer inhoud te geven?'
De Croo heeft het ook niet begrepen op de schlagerliederen en hun zeemzoet 'ik hou van jou en de hemel is blauw'. Hoe naïef is het evenwel om te denken dat het schlagergenre zijn succesformule zal veranderen. Als je een tjokvol Antwerps Sportpaleis kunt doen polonaisedansen op 'Heb je even voor mij?' en enthousiast laat zwaaien op 'Je hebt me duizendmaal belogen', heeft het genre zijn doelpubliek gevonden: een publiek dat soelaas vindt in strak geproducete meezingers, in eenvoudige, herkenbare liedjes over liefde, leven en dood.
Maar de zanger of zangeres die wat meer wil dan cliché's en goedkope gevoelens, raad ik één ding aan: misbruik de Nederlandstalige poëzie (van de tiende eeuw tot nu). Ze biedt een schat aan tekstmateriaal. Ze ligt voor het grijpen. Ze is voor 99,9 procent onontgonnen terrein. Ze is ongehoord. Ze is heel divers (u vindt er ongetwijfeld uw gading). Ze blijft altijd weer verrassen en ze betekent een upgrade voor uw song. En ja, in ruil krijgt poëzie, die ondanks Wim Helsens 'Vrienden van de poëzie' niet uit de niche geraakt, een breder publiek. Mooie win-winsituatie.
Op 14 juli brengt Spinvis Ritmebox uit, een hommage aan de 80-jarige Nederlandse dichter Simon Vinkenoog. Het album bevat muziek die is geïnspireerd door het werk van Vinkenoog, aangevuld met een boek met diens gedichten. Erik de Jong, de bezieler van de groep, is een man naar mijn hart. De koning van knip-en-plak knutselde zes jaar geleden met wat muziekinstrumenten en een goede computer een spannende wereld bijeen met samples en flarden poëtische zinnen. Iedereen kent wel nog 'Voor ik vergeet' uit zijn debuut-cd: voor ik vergeet dat ik jarig was en een tic-tac in mijn neusgat had toen we naar Zeeland zijn gegaan. Op zijn tweede album 'Dagen van gras, dagen van stro' staat een prachtige bewerking van het gedicht 'At the borders of time' van de Antwerpse, muzikale dichter Gust Gils. Aan de oevers van de tijd/ keek ik om me heen/ ik wachtte aan de kant/ aan de oevers van de tijd/ en alles ging voorbij/ verloor zijn naam/ en spoelde aan// aan de oevers van de tijd/ hing ik maar wat rond. Voor ik dat liedje hoorde, kende ik Gils alleen van naam. Als Spinvis bij het brede publiek hetzelfde effect kan bereiken met de poëzie en de persoon van Simon Vinkenoog, het podiumbeest van de zogenoemde Vijftigers, doet hij meer voor de dichterij dan welke poëzieavond ook.
MISSIONARIS
Men zegt van poëzie dat ze eeuwigheidswaarde kan bereiken. Daar zou ik niet te veel op vertrouwen. Een gedicht is pas goed op weg naar eeuwigheid als het in je iPod kan. Poëzie kan best alle technische middelen gebruiken om in het collectieve geheugen van jan en alleman te blijven hangen. Ze moet uit die dunne, onverkoopbare boeken treden. Dichters moeten meer out of the box denken: gedichten schrijven voor een bundel, een literair tijdschrift, een poëziesite, jawel, maar evengoed voor een performance, een song, een low-budget video. De technologische middelen zijn voor handen: muzieksoftware, handcamera, micro, YouTube, Facebook, MySpace. Alle dichters zouden missionarissen moeten worden in een bekeringsmissie via het internet.
In tijden zonder breedbandaansluiting wisten ze het al: poëzie hoort op een podium. De rederijkers verenigden zich in kamers om gedichten voor te dragen en te zingen. Vandaag zijn er trouwens nog een paar van die rederijkerskamers, onder meer in Groningen, Friesland en Gent. In de jaren twintig van de vorige eeuw pakte de jonge Bertolt Brecht zijn gitaar om zijn gedichten in kroegen te zingen. Naar verluidt met succes. Later ontmoette hij componisten Kurt Weill en Hans Eisler die muzikale composities maakten van bijvoorbeeld 'Die Morität von Mackie Messer' (onder meer gecoverd door The Doors en Sting). Brecht heeft het altijd betreurd dat de kunst om de verzen te zingen verloren was gegaan. We moeten dus terug naar de middeleeuwen, toen een dichter ook componist en zanger was. 'Egidius, waer bestu bleven?'
Met de opkomst van poetryslams ? wedstrijden in poëzieperformance ? is er vandaag weer dynamiek in poëzieland. De gedichten zijn niet altijd even goed op papier, maar in de micro klinken ze fris en vinden ze vooral een nieuw, jong publiek. Die performers zoeken nu ook vaker de weg naar muziek, omdat de technologieën goedkoper worden. Met een beatbox zet je in een paar uur een gedicht on the beat en lardeer je dat met wat instrumenten. Diezelfde dag nog staat het op je MySpace.
'Eén plus één blijkt drie', lees ik in een essay van musicoloog Jelle Dierickx, die de relatie tussen muziek en poëzie onderzocht in de tweede helft van de 20ste eeuw. 'Het muzikale en het poëtische samen verleggen de focus naar een derde stem: die voorbij de noten en voorbij de woorden. (...) Het woord mag dan al een crisis beleven (wellicht omdat het teveel op zichzelf gefocust was/is), uitgangswegen zijn er genoeg.' Dierickx citeert daarvoor een parabel van Franz Kafka: 'De muis klaagt dat de gangen smaller worden en dat ze uiteindelijk in de laatste kamer aankomt waar de kat zit. De kat zegt dat de muis dan maar van richting had moeten veranderen en vreet het beest op.'
Als dit alles klinkt als een lamento voor onverkoopbare poëzie, dan zij het zo. Als poëzieavonden met de grootste moeite honderd toeschouwers lokken, denk ik dat het zin heeft met poëzie 21ste-eeuwse pistes te bewandelen. Pistes die aangepast zijn aan de volgende generaties lezers en luisteraars, die niet meer in papier denken maar digitaal, in .pdf, .jpg, .ppt, .mp3, .mpg of .mov.
Mijn poetrypop-podcast van Nederlandse en Vlaamse dichters (+ 1 Fries en 1 Zuid-Afrikaan) zou er zo uitzien:
1. Spinvis ? Aan de oevers van de tijd ? uit: Dagen van gras, dagen van stro
2. Vinkenoog / Spinvis Combo ? JA! ? uit: JA!
3. Dichters Dansen Niet (met Serge van Duijnhoven) ? Verbeten de Credo's ? uit: Klipdrift
4. Schmoll (met Elvis Peeters) ? De regen en ik ? uit: Spleen pour rire
5. Gert Vlok Nel ? Timotei Sjampoo ? uit: Beaufort-Wes se beautiful woorde
6. Tsead Bruinja ? De man dy't rinne moat ? uit: Zingo (het beste van drie jaar Zingo Poetry Slam in Nederland)
7. Mark Boog ? Lust ? uit: Men verheuge zich op de muziek (in samenwerking met Poetry in Motion)
8. Jelle Meander ? Knitter BA! ? uit: synthetic poems
9. De Legende (met Elvis Peeters) ? Polonaise #2 ? uit: Bijt!Bijt!Bijt!
10. De Drie Boeddha's (Bart FM Droog, Diana Ozon, Wim Schmal) ? Bedorven ? uit: Voorbindbuik
Reinout Verbeke is nieuwscoördinator van het wetenschapsblad Eos en publiceerde poëzie in literaire tijdschriften (DWB, Gierik, De Brakke Hond) en in de bloemlezing Op het oog. 21 dichters voor de 21ste eeuw (Uitgeverij P). Ook hij maakt poetrypop van zijn gedichten onder de noemer Reinout met Nevenwerking. Drie nummers zijn vrij te downloaden op www.myspace.com/reinoutverbeke