Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

'Geschiedenis schrijven doe je op dezelfde manier als een roman'

Waren de studentenprotesten van mei '68 nu echt de belangrijkste gebeurtenis in Parijs tijdens die periode? Hoe verbind je de geschiedenis met het heden? Een gesprek met Geert Buelens.
Door Ellen Van Tichelt op 6 jul 2018
Tekst
Literatuur & taal
Schrijfresidentie Parijs

Wie het programma van deBuren dit voorjaar heeft gevolgd, weet intussen wie Geert Buelens is. Zijn magnum opus De jaren 60. Een cultuurgeschiedenis vormde het uitgangspunt voor ons seizoensthema ‘De erfenis van de jaren 60’. In een broeierig heet Parijs beet hij de spits af van de reeks gespreksavonden waarop onze Parijsresidenten dit jaar worden getrakteerd.

'Geschiedenis schrijven doe je op dezelfde manier als een roman: het perspectief dat je kiest is allesbepalend'

'Geschiedenis - het collectieve geheugen - is beperkt tot de gebeurtenissen die we aan elkaar doorvertellen. De Parijse studentenrevolte van mei '68 is daar een goed voorbeeld van. Uitgebreid herdacht dit voorjaar, maar er zijn andere zaken gebeurd tijdens de jaren '60 in Parijs die niet tot het collectieve geheugen zijn gaan behoren. Omdat ze door het establishment uit de geschiedenis zijn geschreven. In die zin kan je geschiedenis ook bestuderen aan de hand van de verhalen die niet worden verteld. 

 

Wat weten jullie van de Algerijnse afhankelijkheidsstrijd?'

Parijs tijdens de jaren 60

 

Dekolonisatie is één van de leidende thema's in De jaren zestig. Een cultuurgeschiedenis. Zeventien Afrikaanse landen worden in 1960 onafhankelijk. Dit proces verliep relatief geweldloos, met uitzondering van één land: de Franse kolonie Algerije.

 

De Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog is nog steeds een traumatische gebeurtenis in de Franse geschiedenis, een zwarte vlek in het collectieve geheugen. Terrorisme tegen burgers door Algerijnse guerillastrijders in Frankrijk werd beantwoord met martelingen en counterterrorisme van het Franse leger. Over deze gebeurtenissen werd lang niet gesproken. 'En als er over gesproken werd, was het vanuit het perspectief van de macht. We zijn het er intussen over eens dat dit perspectief onvolledig is.'

 

Begin jaren zestig werden de Franse militairen in Algiers steeds gewelddadiger. De Algerijnen in Parijs, veelal gastarbeiders, woonden in sloppenwijken aan de rand van de stad. Voor hen gold een avondklok. De segregatie en het racisme tegen deze minderheidsgroep in het Parijs van toen was diep.

 

Op de avond van 17 oktober 1961 trokken tienduizenden Franse Algerijnen vanuit de banlieus naar de binnenstad om vreedzaam te protesteren tegen de behandeling door de Franse autoriteiten. Aan de randen van de stad wachtte de politie de demonstranten op om de optocht hardhandig de kop in te drukken. Vele Algerijnen stierven die nacht in de straten van Parijs. 'Hoeveel? We weten het niet, omdat de lijken die nacht nog door de politie en Parijzenaars die toevallig passeerden in de Seine werden gegooid. Dit verhaal is echter van geen enkele betekenis in het collectieve geheugen van Frankrijk.'

'Omdat dit soort gebeurtenissen niet tot het Franse collectieve geheugen behoren, staat het hedendaagse Frankrijk nog nergens met het besef van de impact van de dekolonisatie van Algerije en het diepe trauma dat dit aan beide kanten heeft nagelaten. Er wordt steeds gepraat over de getallen na de komma, maar het is het getal vóór de komma waar het werkelijk om draait. Dat moeten we adresseren. Hoe? Literatuur is de katalysator waarmee je het collectieve geheugen kan beïnvloeden. Dat is haar grote kracht.' 

 

Over de passage van de hardhandige onderdrukking van het Algerijnse protest in Parijs kreeg Geert geen enkele vraag tijdens de promotour van zijn boek. 'Zelfs journalisten die werken voor de kwaliteitskranten blijven voorzichtig, omdat ze vragen stellen in functie van de verwachtingen van de lezer. Ze willen weten of ik nu eindelijk een definitief antwoord heb gevonden op de vraag of The Beatles dan wel The Rolling Stones de meest legendarische muziekgroep van dat decennium was. Wat uiteraard grotesk is in het licht van waar het boek écht over gaat.' 

 

Uiteraard behoren de gebeurtenissen in Parijs - en bij uitbreiding heel de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog - wel tot het collectieve geheugen van de Noord-Afrikaanse gemeenschap. Het gros van de jongelingen die vanuit Parijs aanslagen plegen heeft Algerijnse roots. 'Dit kan toeval zijn, maar waarschijnlijk niet.'

'Literatuur is de katalysator waarmee je het collectieve geheugen kan beïnvloeden. Dat is haar grote kracht.'

Als mens, maar zeker als schrijver, ben je verplicht om je telkens opnieuw af te vragen: waarom vertellen we deze geschiedenis en niet een andere.

 

Aya Sabi: 'Ik ervaar dat vele Noord-Afrikanen worstelen met een soort van minderwaardigheidscomplex. Ook binnen families wordt er vaak bewust voor gekozen om de geschiedenis niet door te vertellen. Trauma stoppen we weg.' 

 

Geert legt de link met het Vlaamse collaboratieverleden. 'Vele families gaan nog steeds gebukt onder het juk van een grootvader die collaboreerde tijdens de Tweede Wereldoorlog. Pijnlijk voor de Vlaming, maar een groot geluk voor jullie als schrijver. Al schrijvende kan je pijnlijke verhalen exploreren.'

 

Hoe schrijf je een boek van duizend pagina's?
 

De vraag die onvermijdelijk is tijdens een gespreksavond met Geert Buelens: hoe pak je dat nu aan, een boek schrijven van duizend pagina's over wellicht een van de meest bepalende decennia in de moderne geschiedenis?

 

Geert wilde een wereldgeschiedenis van de jaren zestig schrijven aan de hand van objecten: films, boeken, muziek, aangevuld met een studie van de media van toen. 'Twee procent wist ik, de rest was een blinde vlek.'

Canonieke kennis vormde het fundament waarop Geert steeds meer puzzelstukken samenbracht. Hij bracht uren in de bibliotheek door waar hij stapels en stapels oude kranten en tijdschriften doorploegde: waar hadden ze het over in de jaren zestig? Het nadeel van de Europese media van toen is dat ze extreem wit en extreem mannelijk waren. Via black studies en gender studies ging hij actief op zoek naar andere stemmen. Hij bestudeerde de artistieke productie van toen, beluisterde de muziek die werd gemaakt, de boeken die tijdens en over de jaren zestig werden geschreven. Hij bekeek meer dan achthonderd films, vaak films die helemaal in de vergetelheid zijn beland. Meer dan acht jaar van zijn leven stak hij in het boek. 

 

Joost Oomen stelt de vraag van één miljoen die op ieders lippen brandt: hoe regel je zo veel tijd voor jezelf?

 

Het spreekt voor zich dat dit soort boeken niet uit een 9 to 5 ritme ontspruit, maar het was een uiteindelijk een combinatie van veel factoren die Geert toestond dit boek te schrijven. Een korte sabbatical bijvoorbeeld, maar helaas ook een gezondheidsprobleem waardoor Geert een lange periode niet kon schrijven. Geert begon maniakaal films te kijken, die hij telkens analyseerde. 

 

Vanwaar zijn keuze voor de panoramische aanpak, wil Uschi Cop weten? Is het geen contradictio in terminis om al de perspectieven te willen brengen als je zelf een witte, blanke man bent? 'Uiteraard kan ik niet alle perspectieven kennen. Maar dat is geen reden om het niet te doen. Hoe ver kom ik als ik het gewoon probeer?' 

Uiteraard kan ik niet alle perspectieven kennen. Maar dat is geen reden om het niet te doen. Hoe ver kom ik als ik het gewoon probeer?

Tot slot nog drie filmtips als uitsmijter, die de zwoele, maar uiterst interessante avond met Geert Buelens mooi samenvatten: Le bonheur van Agnes Varda, de koningin van de Nouvelle Vague, en The battle of Algiers van Gillo Pontecorvo, een meesterwerk over de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd. Enn The sound of music, de meest bekeken en verkochte film én soundtrack van de jaren zestig.

 

The hills were alive met Geert Buelens in Parijs.

© Marianne Hommersom

Foto's © Marianne Hommersom

 

Geert Buelens is hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Utrecht en gasthoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Stellenbosch (Zuid-Afrika). Daarnaast is hij is bekroond dichter, essayist en columnist. Voor Europa Europa! Over de dichters van de Grote Oorlog ontving hij de ABN AMRO Bank Prijs voor het beste non-fictieboek. Zijn huidige wetenschappelijk onderzoek gaat over de cultuur van de jaren zestig, het schrijven van nationale en internationale literatuurgeschiedenissen, neutraliteit in de Eerste Wereldoorlog en de dynamiek tussen de poëzie en de liedkunst sinds de Romantiek. Voorjaar 2018 verscheen zijn overrompelende cultuurgeschiedenis De jaren zestig, waarin hij het bestaande beeld van dit decennium kantelt.

 

Vertel het verder: