Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Nat gedicht | Isabelle Wéry

Naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Fernand Léger. Schoonheid alom’ nodigden deBuren en BOZAR vijf auteurs uit om in gesprek te gaan met de werken van de kunstenaar. Isabelle Wéry schreef het verhaal bij 'De grote zwarte duikers'.
Door Isabelle Wéry op 29 mei 2018
Tekst
Literatuur & taal

Liefste, ik schrijf je in water.
Ik heb mijn slijmvliezen, aders, vocht geslingerd in de grote superblauwe.
Ik ben plankton, aal, ster.
Mijn botten worden graten, mijn longen kieuwen.
Ik ben snel als de makohaai.
Ik ben lenig als de blauwe octopus.
Ik eet algen.
Ik snuif jodium.


Liefste, ik schrijf je in water.
Ik grif je profiel in oranje koraal.
Ik fluit stil de omtrek van je karkas.
De dikte van je huid trek ik met een fijn penseel in de diepte van de diepte van nukkige zeeën.
Onder hectoliters ben ik verliefd op je.
Spet! Spat! En nog ‘ns spééééééééééét!!!
Met mijn vissenvrienden dansen we je als bezeten.
We zijn niet bang van decibels of roddelpraat.
We rocken je naar hartenlust op de dansvloer der tsunami’s.
We dragen onze rode, blauwe, groene schubben, ons schreeuwerig pak, we zijn het vaandel van de gele dolle vreugde.


‘Ritme is al wat een geheel dynamisch maakt’, zei iemand.


Mijn echte leven is onder water. Het water is mijn echte leven.


Kom!

Kom in mijn wereld.
Hier is alles bizar.
Vervormd.
Kringels.
Bellen.
Kijk, de zee zwelt als een zeppelin.
Ze loopt.
Ze houdt niet op zich te haasten.
O, de geniepige schone!
Ik ben haar bevende fles.
Haar gespierde schelp.
Haar grillige sirene. H
aar mensvis.
Ze begluurt me.
Zo genííííííííííííepig!

Liefste, ik schrijf je in water.
Ik grif je profiel in oranje koraal.
Ik fluit stil de omtrek van je karkas.
De dikte van je huid trek ik met een fijn penseel in de diepte van de diepte van nukkige zeeën.

Ik schrijf je in water, liefste.
Ik crawl je, ik schoolslag je, ik vlinderslag je.
Niets houdt mijn inkt bij je vandaan.
Ik ben je grote bonte duikster.
De natte gekkin.
De besprenkelde Circassische.
De klamme die haar armen uitslaat.
De waterige tegenoplossing.


‘Zelfportret van de schrijfster als diepzeezwemster’, lachte een ander.


En, Liefste, als je op een dag, een verdomde dag, doodgaat, zal ik mijn woede uitschreeuwen tegen de golven, vlak ertegen. Ik zal mijn borst hoger scheuren dan het schuim. En de daarop volgende stilte zal me omhullen. Als een grote schubbentrui. Als een lange algenneus naar de dood.

 

Zeewater is mijn Xanax-pil.


Schrijven. Water. Liefste.

En, Liefste, als je op een dag, een verdomde dag, doodgaat, zal ik mijn woede uitschreeuwen tegen de golven, vlak ertegen. Ik zal mijn borst hoger scheuren dan het schuim.


Beeld Fernand Léger, De grote zwarte duikers, 1944. Centre Pompidou, Paris – Musée national d’art moderne/Centre de création industrielle © Centre Pompidou, MNAM-CCI/Jacques Faujour/Dist. RMN-GP © SABAM Belgium 2018

 

Deze tekst is ook te lezen in Proza voor Fernand Léger, dat opgenomen is in de bezoekersgids van de tentoonstelling. Tijdens de nocturne op dinsdag 29 mei leiden de vijf auteurs bezoekers rond langs hun favoriete werk van de tentoonstelling en stellen ze hun teksten voor.

 

Deze literaire nocturne is een coproductie van Vlaams-Nederlands huis deBuren en BOZAR.

Vertel het verder: