Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Het moet geklonken hebben als de stem van de engel van Allah op het moment dat hij Mohammad de soera Al-Iqra openbaarde: Mohammad! Iqra! Mohammad! Lees!
Moeder! Lees! Ik kwam de kamer binnen met in mijn hoofd een missie, maar in mijn hart twijfels over het welslagen ervan. Moeder! Lees dit boek! In haar handen legde ik De vliegeraar van Kaboel van de Afghaans-Amerikaanse bestsellerauteur Khaled Hosseini.
Sinds ik het plezier van het lezen kende, en vooral sinds ik de schoonheid van de literatuur had ontdekt, liet ik thuis zogenaamd achteloos boeken rondslingeren in de hoop dat mijn vader en moeder erdoor verleid zouden worden. Maar het was zinloos. Thuis werd er niet gelezen. Mijn ouders stuurden mijn zus en mij wekelijks naar de bibliotheek, maar zelf bleven ze doof voor de lokroep van de letteren.
Groot was dan ook mijn verbazing toen mijn moeder me opbelde met de mededeling dat ze het boek van Hosseini prachtig vond. Of er nog meer van die auteur te lezen viel? Ik werd terstond officieel benoemd tot haar gids in letterenland, en die functie oefen ik nu al twee maanden met trots en blijdschap uit.
Wie de geneugten van het lezen kent, zal mijn vreugde begrijpen. Weinig dingen zo mooi als het verlangen naar verhalen te zien ontstaan en groeien. Iemand tot de literatuur bekeren, is zijn gedachten met goud bekleden. Lezen maakt immers gelukkig. Lezen doet de mens groeien. Meer nog: hoe meer mensen fictie lezen, hoe mooier en beter de wereld wordt. Ik zal u vertellen waarom ik dat vind. Ik zal u vertellen wat lezen zo bijzonder maakt, en waarom iedereen het voorbeeld van mijn moeder zou moeten volgen.
U houdt van reizen? Dan bent u niet alleen. Aan het begin van de eenentwintigste eeuw nemen meer mensen dan ooit het vliegtuig op zoek naar plekken en ervaringen die hun alledaagse beleving overstijgen. Geen manier van reizen echter die het lezen van boeken overtreft. Lezen brengt je naar oorden waar je nooit eerder was en misschien nooit zal zijn. Fictie neemt je mee naar plekken die ooit bestonden maar nu verdwenen zijn, en naar plekken die alleen op de landkaart van de verbeelding terug te vinden zijn. Reizen die mensen in contact brengen met de plaatselijke bevolking van een gebied zijn vandaag erg in trek, maar niets kan ons dichter bij de mens kan brengen dan de literatuur. Wie naar Afghanistan reist, kan er met de mensen praten en zo een beeld proberen te krijgen van het land. Wie echter De vliegeraar van Kaboel van Hosseini leest, leert het land van binnenuit kennen en voelt de vreugde en de pijn van een jongen die man wordt, van een familie, van een volk. Afghanistan bezoeken is eventjes het gordijn opzij schuiven en in het huis naar binnen gluren, maar De vliegeraar lezen is het huis binnengaan en er voorgoed blijven. Wie reist, is een deel van het landschap, maar wie leest, cirkelt als een adelaar boven het landschap en ziet daarom meer.
Als lezen de overtreffende trap van reizen is, dan geldt daarvoor bij uitstek dat het je horizon verbreedt. Literatuur is zuurstof voor onze geest, brandstof voor onze gedachten en stikstof voor onze vooroordelen. Wie leest, leert de mens dieper kennen en de wereld beter begrijpen. Lezen leidt tot meer begrip, en hoe groter het begrip, hoe toleranter en dus hoe beter de mens. Wie leest, denkt de gedachten van iemand anders, en verruimt daardoor zijn geest. Hoe meer je leest, hoe meer je weet, en hoe meer je weet, hoe meer je wil weten. Ik geloof dat nieuwsgierigheid een morele deugd is, en dat lezen die kan aanwakkeren.
Boeken zetten aan tot denken, en net daarom is in een dictatoriaal regime de angst ervoor zo groot: de pen van de romanschrijver is gevaarlijker dan een wapen. Fictie stimuleert de verbeelding, en het is van het grootste belang voor het voortbestaan van de dictatuur dat die stevig in het gareel wordt gehouden. Literatuur heeft niet de directe slagkracht van kanongekletter en geweerschoten om veranderingen tot stand te brengen of ze een halt toe te roepen. Literaire invloed verloopt subtieler en gelijkmatiger, maar juist daardoor kan ze diepgaander zijn.
Zelf heb ik, om één voorbeeld te noemen, de mens en een deel van deze wereld beter leren kennen met de romans van Philip Roth. Met American Pastoral, The Human Stain en The Plot against America leerde hij me de Amerikaanse tijdsgeest in verschillende fases van de geschiedenis beter begrijpen dan een stapel non-fictieboeken ooit zal kunnen doen. Bovenal vergrootte Roth mijn inzicht in de mens ? in zijn obsessies, zijn angsten, zijn driften en zijn verlangens. Toen ik Exit Ghost las, voelde ik wat het betekent om een man van zeventig te zijn met erectieproblemen maar met een verzengend verlangen naar een beeldschone jonge vrouw.
Of nee, meer nog, ik voelde het niet zomaar, ik was die man van zeventig. Ook dát is de kracht van lezen: het geeft je het vermogen om je in iemand anders in te leven of zelfs iemand anders te worden. Niet alleen word je dus van lezen een beter mens; je wordt ook méér mens. Ondraaglijk licht is het bestaan, zegt de Tsjechische schrijver Milan Kundera: we leven maar één keer en dat maakt onze aanwezigheid op aarde licht, maar die lichtheid is ondraaglijk - geen van onze daden kunnen we uitwissen en overschrijven. Fictie echter is de gom die dat mogelijk maakt: wanneer we een roman lezen, kunnen we onszelf overstijgen. Ieder van ons loopt wel eens tegen de grenzen van zijn mogelijkheden aan, maar in de literatuur kunnen we iemand anders worden en een andere realiteit beleven dan de ons vertrouwde. Dat maakt de literatuur nauw verwant met dromen: zowel in literatuur als dromen kunnen we méér - het verleden herbeleven, in de toekomst kijken en een andere identiteit aannemen. Lezen is leven op een hoger niveau. Wie leest, vermenigvuldigt zichzelf.
Vladimir Nabokov vond de identificatie van de lezer met een romanpersonage uit den boze ? het is het domste wat je als lezer kan doen, zei hij. Ik durf het met hem oneens te zijn: je met een personage uit een boek identificeren is net een van de grootste geneugten van het lezen. Het is een plezier dat ik voor het eerst mocht ervaren toen ik als kind Nils Holgersson van Selma Lagerlöf las. Zó graag wilde ik met Nils op de rug van de gans Maarten naar de zon vliegen, dat het uiteindelijk ook gebeurde. Ik zat niet meer met opgetrokken knieën op de bank; ik vloog hoog in de lucht boven Zweden en Lapland. Later, een paar jaar geleden nu, werd ik levenslang verliefd op Charlie Citrine uit Saul Bellow's Humboldt's gift. Meteen viel ik als een blok voor deze man die rotsvast gelooft dat verbeelding en poëzie meer vermogen dan alle technologische kennis van de Verenigde Staten op één hoop. Zo vaak praat Charlie met mij en zo vaak ga ik bij hem te rade dat hij een deel van mezelf geworden is.
Dat betekent eigenlijk dat ik nooit alleen ben, en ook is dat een van de redenen waarom lezen de mens wijzer maakt: wie leest, weet dat hij niet alleen is. De confrontatie met gevoelens en gedachten van personages leert ons beter te begrijpen waarom we soms handelen zoals we handelen en denken zoals we denken. Je leert wat je misschien anders nooit in jezelf had ontdekt. Om écht te lezen moet je alleen zijn, maar de ware lezer is nooit eenzaam.
Ik heb het over lezen en reizen gehad, over lezen en een beter mens worden, over lezen en méér mens worden, over verdwijnen in een personage en over lezers die nooit alleen zijn. Er is nog één plezier van het lezen dat ik wil beschrijven, en dat is simpelweg de schoonheid van de literatuur. Ik bedoel de stijl - de pracht, om het met Herman de Coninck te zeggen, van 'woorden die plotseling bij mekaar gaan horen en zeggen: nou hoeft er geen meer bij'. Die schoonheid roept bij mij dezelfde gevoelens op als muziek. Een mooie zin kan me ontroeren zoals een melodie dat kan. Van de sobere stijl van Willem Elsschot krijg ik het koud zelfs als ik het heel erg warm heb ? dat noem ik poëzie, en ook dát kan een roman bereiken.
U hebt het vast gehoord: de brandstofprijzen swingen dezer dagen de pan uit, en zij die het kunnen weten voorspellen dat het er niet zal op verbeteren. Het vliegtuig nemen zou straks wel eens een erg dure onderneming kunnen worden. Maar laat dat geen reden tot treurnis zijn. Thuisblijven hoeft niet. We kunnen immers boeken lezen. Het kost bijna niets, en in tegenstelling tot een échte reis keren we niet armer maar rijker terug. Het is zonde als we het niet doen. Er is, aldus schrijver Joseph Brodsky, immers maar één ding erger dan boeken te verbranden, en dat is ze niet te lezen.