Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.
Zijn seksistische grappen onschuldig? Ben je een seksist als je erom lacht en zuur als je dat niet doet? Kan seksistische humor ingezet worden om bestaande genderongelijkheid aan te klagen of loop je daarbij het risico dat je die ongelijkheid juist kracht bij zet?
Op 6 maart 2018 organiseerden deBuren en het Kaaitheater in het kader van festival WoWmen! een debat over seksistische humor.
"In de laatste reeks van De Slimste Mens zaten er op een bepaald moment drie vrouwen in de uitzending. Hoera! Na eeuwen feministische strijd, een vrouwelijk panel in een spelprogramma. Uit de hemel vallen sufragettetranen van geluk. De drie vrouwen kregen meteen de volle lading.
Voor wie het programma niet kent: om onduidelijke redenen zijn er niet alleen kandidaten en een quizmaster, maar ook een jury. Die doet niet wat een jury hoort te doen: feiten checken. Nee, die kakt vooral gescripte moppen.
Zo grapte jurylid Jeroom, dat de drie dames daar zaten "omdat de makkelijkere vragen hun vruchten beginnen af te werpen." Wanneer hem gevraagd werd of hij problemen verwachtte, antwoordde hij: "Nee, behalve als ze straks allemaal de parking uit moeten manoeuvreren." Over Goedele Wachters zei hij; “Goedele, woorden kunnen niet beschrijven hoe mooi jij bent. Cijfers wel, zes op tien.”
Ook Wim Helsen deed flink zijn best. Hij rijmde: "Wie worsten koopt of met blondjes trouwt, weet nooit wat men daarin heeft gedouwd."
Oh, en dan was er nog die keer dat Jeroom in hetzelfde programma die mop over groepsverkrachtingen in India maakte. “Ik ging onlangs voor een week naar India, tot dat ik dat las van groepsverkrachtingen. Toen heb ik er drie weken van gemaakt.”
Dit zijn niet de woorden van mijn bezopen nonkel Jos op een uit de hand gelopen familiediner, maar grappen van drie gewaardeerde komieken, op een van de best bekeken televisieprogramma’s in Vlaanderen.
De laatste tijd wordt er al eens kwaad geprutteld over die moppen – die overigens niet alleen in De Slimste Mens zitten, maar ook in het tot in der treure herhaalde FC De Kampioenen, in spelletjeshows, in praatprogramma’s waar beroemdheden van gisteren grote sier willen maken en in stand-up-shows in viezige zaaltjes overal te lande.
Annemie Struyf, ooit zelf nog jurylid van De Slimste Mens, bond de kat de bel aan, waarschijnlijk aangemoedigd door de vele #metoo-berichten in het nieuws. Ze was jaren eerder gestopt als jurylid omdat ze de ‘seksistische moppen’ beu was, gaf ze nu toe. Grappen over haar leeftijd, haar stem en haar uiterlijk.
“Plots, tijdens een opname, besefte ik: ik lach hier gewoon mee omdat ik anders de seut ben, en niet omdat ik dit leuk vind. Die dag ben ik ermee gestopt."
De komieken kropen razendsnel in het defensief. “Het uitgangspunt van De Slimste Mens is dat er met alles en iedereen kan worden gelachen”, reageert Kristof Demasure, de woordvoerder van televisiezender Vier.
Philippe Geubels, Vlaandrens meest gevraagde comedian, zei: ‘De Slimste Mens is een quiz na halftien waar vooral grote mensen naar kijken. Bovendien is een seksistische mop toch al veel minder seksistisch omdat het een mop is? Er zijn nog tien andere shows om halfnegen - waar kinderen naar kijken - waarin de klassieke rollenpatronen honderd keer meer worden bevestigd. Ik vind het spijtig dat De Slimste Mens ter Wereld zo geviseerd wordt.’
Bon. Tot zover het debat.
Laten we nu dieper ingaan op waar het over gaat. Wat humor is, of zou kunnen zijn, hoorde u daarnet al. Maar wat maakt een grap ‘seksistisch’? Wat is seksisme eigenlijk?
Het woordenboek zegt:
Een helder voorbeeld van sekisme: een vrouw die een baan niet krijgt hoewel ze de beste kandidaat is, omdat het bedrijf vreest dat ze binnenkort een kind zal baren. Of, een vrouw die niet mag gaan werken van haar echtgenoot, want vrouwen horen aan de haard. Een vrouw die besneden wordt. Dat soort ellende.
In vergelijking daarmee lijken grappen over vrouwen die wat dommig zijn en slecht kunnen parkeren, behoorlijk onschuldig.
Je botst niet elke dag op grove discriminatie, zoals ik net beschreef. Maar je geslacht speelt wél een grote rol in het dagelijkse sociale verkeer – er is geen ontkomen aan.
Je wordt nagefloten op straat, je krijgt het woord niet op een vergadering vol mannen, of, bij het koffie- apparaat moet je de zoveelste flauwe grap over vrouwen en seks glimlachend aanhoren.
Die mopppen vertrekken veelal van clichés, die wel degelijk een ‘ongeoorloofd onderscheid’ maken. Neem nu het oudste cliché uit het moppenboekje op het toilet: Vrouwen zijn dom, mannen zijn slim. Dat is duidelijk een ongeoorloofd onderscheid: het is pertinent onwaar.
Een andere klassieker: mannen zijn emotioneel lomp, vrouwen zijn emotioneel overgevoelig. Is dat een ongeoorloofd onderscheid? Zelfs als je meent dit objectief te kunnen vaststellen bij àl je vrienden? Ja.
Als er een man voor je staat, is de kans best groot dat hij emotioneel wel erg intelligent is. Door er meteen van uit te gaan dat dat niét zo is, doe je dat individu te kort. Moet die persoon wérken om te bewijzen dat het tegendeel van het cliché waar is.
Nu is een mop maken nog iets anders dan het een op een reproduceren van een cliché. Humor werkt omdat het verschillende lagen van betekenis bespeelt. Zo spelen komieken net graag met die clichés, omdat ze weten dat het niet kan, omdat ze zichzelf dan een beetje stout vinden.
Ik citeer nog even de Grote Geubels:
“Het zijn ook bijna altijd moppen waar ge mee moet lachen omdát ze fout zijn, en niet omdat ge akkoord gaat met wat er gezegd wordt. Als het publiek met die grappen lacht, zegt het eigenlijk: ‘Dit is eigenlijk niet oké.’”
Dat komt vaak terug in de verdediging van humor vol clichés: het is ironie, het is maar om te lachen, het publiek wéét dat toch.
Dat de komieken zelf heus niet geloven dat vrouwen dom zijn, allez, ik neem ze op hun woord. Dat ze zo goed in de hoofden van hun publiek kunnen kruipen: ik durf dat te betwijfelen.
Weet Geubels wel zo zeker dat mijn nonkel Jos zijn ironie ten volle vat en dus lacht met het seksistische stereotype dat Geubels belichaamt en dus, naar eigen zeggen, bekritiseert?
Of lacht nonkel Jos met de moppen waar hij veertig jaar geleden ook al mee in een deuk lag, en laat hij zich ondertussen nog een pintje serveren door zijn vrouw? De dingen zijn al jaren goed zoals ze zijn, voor nonkel Jos.
Johan Verberckmoes, humorkenner aan de KUL, zegt daarover:
“We moeten humor beschouwen als een aparte vorm van denken, die losstaat van onze dagelijkse gedachten.’
Maar hoe weten we dat nonkel Jos die moppen ook als een aparte vorm van denken ziet? En niet als een verlangstuk van zijn gedachten, gebracht door een charismatische komiek?
Lacht nonkel Jos met andere woorden omdat hij seksisme belachelijk vindt, of omdat hij zijn wereldbeeld herként?
Sommige onderzoeken lijken het laatste te bewijzen. Ik ben voorzichtig, want heel veel studies zijn er niet. En hoe meet je zoiets ook? Met welke steekproef? Met welke moppen? Maar er blijkt wel minstens een correlatie te bestaan tussen het lachen om platte seksistische moppen, en hoe weinig vooruitstrevend je bent op het vlak van verhoudingen tussen mannen en vrouwen.
Het feit dat er nu, eindelijk, een beetje reuring komt over die moppen van De Slimste Mens, wijst er volgens mij op dat er een culturele omslag aan de gang is. Dankzij de inspanningen van feministen en activisten is wettelijke gelijkheid tussen mannen en vrouwen al een tijd bereikt, maar de cultuur hinkt vaak een beetje achterop – en dus ook de humor.
Opiniemakers horen die aanzwellende kritiek op die grappen ook. Zij doen zich graag voor als slim en redelijk en stellen bezorgd vast dat tegenwoordig niets meer mag, dat ons plezier wordt verzwolgen door een nieuwe golf van puritanisme, dat de politiek correcte gedachtenpolitie ons allemaal uit ons bed komt lichten als we niet oppassen.
Ik zou iemand eens een telling willen laten doen: ik heb zo’n vermoeden dat er meer gerept wordt over dat nieuwe puritanisme, dan dat ‘nieuwe puriteinen’ oproepen tot het op de brandstapel gooien van Geubels en co. Bij deze: kent iemand een student media en communicatie met te veel tijd?
Wie aan een komiek denkt, denkt aan een man. Die voelen zich misschien op de vingers getikt door de groepen die ze beschimpen. Die voelen de voorzichtige culturele omslag gebeuren, vrezen misschien voor hun eerder altijd vanzelfsprekende positie. Misschien zullen ze, God beware hen, de humortechnische trucjes die ze al jaren gebruiken zelfs moeten herdenken.
Voorlasnog hoor ik niemand pleiten voor een verbod op platte grappen vol clichés over mannen en vrouwen. En terecht – humor staat vrij.
Maar, en dit is maar een vraag hoor: moet er steeds met dezelfden gelachen worden? Horen komieken niet creatief te zijn? Is humor niet potentieel revolutionair?
Verdienen wij allemaal geen betere grappen? Ja, ook jij, nonkel Jos."
Heleen Debruyne,
6 maart 2018, Brussel
Deze tekst maakte veel los bij het pannel. Benieuwd naar de reacties? Herbekijk de avond via ons Magazine.
Meer weten over het debat? Klik hier voor meer informatie over het programma.