Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Klimaatverandering in de media

Besteden de media genoeg aandacht aan klimaatverandering? Moeten klimaatsceptici meer ruimte krijgen? Wat is de rol van de journalist? En hoe bereik je het publiek met verhalen over klimaatverandering?
Door Wayra Kowsoleea (OneWorld) op 25 sep 2017
Tekst
Media
Mediacafé

Klimaatverandering in de media stond afgelopen maandagavond centraal in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Onder leiding van moderator Bahram Sadeghi bogen chef Wetenschap Barbara Debusschere, atmosferisch wetenschapper Bart Verheggen, opiniemaker Marianne Zwagerman en socioloog Manu Busschots zich over dit onderwerp. Wat waren de belangrijkste punten die naar boven kwamen en waarover waren panelleden het eens en oneens?

Houd klimaatverandering nieuwswaardig

 

OneWorld redacteur Ellen de Lange bijt het spits af met een gesproken column en snijdt direct een heikel punt in de berichtgeving over klimaatverandering aan.

“Klimaat is de trend op de lange termijn, niet het weer van de dag”

De media brengen dagelijks nieuws, maar dat het klimaat verandert is geen nieuws meer. Als we neutraal spreken van voor- en nadelen van klimaatverandering, dan zijn media wat De Lange betreft niet meer bezig met serieuze journalistiek. “Laten we over de oplossingen vooral discussiëren.

 

Klimaatverandering gaat iedereen aan, niet alleen mensen die het een cool statement vinden om in een elektrische auto te rijden en te eten van de biologisch-dynamische foodtruck”. De Lange roept op om om het onderwerp op een vernieuwende manier te brengen. Zo vermijd je ook dat de lezer klimaatmoe wordt.

Wetenschapper Bart Verheggen begon negen jaar geleden zijn blog om ‘klimaatonzin tegen te gaan’. “Er is een grote kenniskloof tussen wetenschappers en de rest van de mensen. Ik snap dat journalisten op zoek zijn naar nieuws, maar de burger moet ook weten wat de robuuste wetenschappelijke kennis is over het klimaat”.

 

Verheggen roept daarom journalisten op om niet alleen een nieuwsfeit te brengen, maar het ook proberen te duiden. Busschots sluit zich hierbij aan maar waarschuwt voor teveel duiding: het geven van veel informatie kan de lezer lam kan slaan.

 

Volgens Barbara Debusschere kan je ook te veel schrijven over klimaatverandering. “Het is niet automatisch goed omdat het veel is. Je kunt je lezer er ook moe mee maken. Je kunt dan beter minder vaak een verhaal brengen, maar er dan voor zorgen dat het een heel goed gestoffeerd verhaal is.

 

Het zit ‘m ook in de aanpak. Vlaamse media zoeken naar woorden die beter omschrijven wat er aan de hand is. Klimaatverandering klinkt heel neutraal. Klimaatontwrichting of klimaatdisruptie dekt beter de lading.”

Ga voorbij aan het klimaatdebat


97% van de wetenschappers is het erover eens dat klimaatverandering wordt veroorzaakt door menselijk handelen. 3% van de wetenschappers is het hier niet mee eens. Hoewel Verheggen meent dat deze minderheid van de wetenschappers vaker (dan statisch verantwoord) in de media komt, spreekt Debusschere dit tegen.

 

“Als er in die 3% mensen zijn die (..) in peer reviewed onderzoek alles onderuit kunnen halen wat de 97% stelt, dan gaan we die interviewen, maar die zijn er niet” aldus Debusschere. “Journalisten zoeken toch altijd de rebellen, ze willen juist die tegenstem aan het woord laten”.

 

Daarnaast merkt zij op dat ze in Vlaanderen de vraag over de wetenschappelijke evidentie voor het aandeel van menselijk handelen in klimaatverandering voorbij zijn: ‘dit hebben we nu al wel gehad’. Ook Zwagerman vindt het niet relevant om stil te staan bij de wetenschappelijke verdeling, maar pleit voor een breder debat: “dat we de planeet naar de klote helpen door overbevolking en overconsumptie komt niet aan bod” en voor meer aandacht voor de punten waarop de wetenschappers het niet met elkaar eens zijn.

 

Sidepanellid Marjolein Shiamatey, medeoprichter ReGen Villages, vermeld in de DJ100, voegt daaraan toe dat journalisten juist moeten focussen op oplossingen, innovatie en technologie.

Journalisten moeten kritische luis in de pels zijn


“De wetenschap is inherent onzeker, we zullen nooit dingen 100% zeker hebben, maar dit betekent niet dat we niets weten” aldus Verheggen. Uitgerust met enige wetenschappelijke kennis van zaken, sterke bronnen en een kritische blik zou een journalist voldoende in staat moeten zijn om gedegen verslag te doen over klimaatverandering.

 

Toch slipt er dan soms iets tussendoor. Zo refereren sidepanellid Leo Meyer, klimaatconsultant die meeschreef aan IPCC rapporten, en Zwagerman aan hoe Minister Schultz afgelopen week de mist in ging.

 

Tijdens een bezoek van Kofi Annan haalde de minister aan dat de burgeroorlog in Syrië is veroorzaakt door klimaatverandering. Verschillende media namen dit over, terwijl bij deze uitspraak veel vraagtekens te plaatsen zijn. Zwagerman: “Nu vertellen ministers elke dag dingen die niet kloppen, aan de journalist is het dan te zeggen: ‘goh minister Schultz, dat zegt u nu wel maar bent u wel op de hoogte dat…’ maar dit wordt kritiekloos afgedrukt.”

Wees positief en bied handelingsperspectief

 

Binnen de klimaatpsychologie is het een bekend gegeven dat doemscenario’s averechts werken als je attitudes en gedrag wil veranderen. Maar wat kunnen de media dan wel doen? Volgens gedragspsycholoog Busschots moet je slecht nieuws voorzichtig brengen: “wetenschap en media smijten het publiek zomaar al het slechte klimaatnieuws in het gezicht”.

 

Sidepanellid en documentairemaker Bernice Notenboom beaamt de positieve focus: “het is niet handig te blijven zenden hoe slecht het is, zoek naar pareltjes”. Notenboom nam onlangs topmensen van onder andere Schiphol, ING en Gasunie mee op expeditie naar de Noordpool.

 

De deelnemers meldden na afloop dat zij zich ‘nog meer zorgen maakten over het milieu’. Binnenkort zit Notenboom weer met deze mensen aan tafel om te horen wat zij voor maatregelen hebben genomen binnen hun bedrijf om klimaatsverandering tegen te gaan.

 

Debusschere legt uit dat ze wel degelijk regelmatig over klimaatverandering bericht in het kader van innovatie, transitie en oplossingen en mensen die goed doen. Shiamatey wijst vervolgens op het risico te positief te zijn waardoor er sprake kan zijn van greenwashing.

Het publiek geeft ook meerdere malen aan meer handelingsperspectieven terug te willen zien in de media. Busschots onderschrijft het belang hiervan en  vult aan dat het belangrijk is de handelingsperspectieven zo concreet mogelijk te maken. “Concrete oplossingen dicht bij de mens, daar zijn mensen in geïnteresseerd” aldus Busschots.

 

De duurzaamheidsbeweging moet bovendien inclusiever worden, voegt sidepanellid Thiëmo Heilbron van Fawaka Nederland toe: “Als ik hier in de zaal rondkijk, zie ik niet een heel divers publiek, terwijl klimaat een probleem is van iedereen.”

"Breng de klimaatproblematiek dichter bij de belevingswereld van het hier en nu"

En daarmee zijn we weer bij het begin van de avond, bij de column van Ellen de Lange, waarin ze stelde dat als je arm bent, het een haast onmogelijke opgave is om te beginnen met niks, als een orkaan je huis heeft verwoest.

 

Dat benadrukt ook OneWorld hoofdredacteur Lonneke van Genugten, in haar afsluitende woorden op verzoek van moderator Sadeghi: “Klimaat is ook een ongelijkheidsprobleem. Arme mensen zijn niet de grootste vervuilers, maar zij worden er wel het hardste door getroffen.

 

Dat geldt zowel in landen in Afrika en Azië, als in Nederland, in onze steden. Van Genugten stelt voor om de klimaatproblematiek dichter bij de belevingswereld van het hier en nu te brengen.

 

Het probleem van klimaatverandering is dat het een probleem lijkt van de lange termijn, terwijl milieuproblematiek in ons dagelijks leven speelt. Geluidsoverlast van vliegtuig, uitlaatgassen van scooters, fijnstof op het schoolplein waar mijn kind speelt: dat zijn problemen waar ik als burger elke dag mee te maken heb, en waar ik een oplossing voor wil”.

 

HERBELEEF DE AVOND

 

Vertel het verder: