Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Poppers in Parijs

'De muziek staat zo luid dat de bassen uit Mila's binnenste lijken te komen. Ze hapt naar adem; de lucht smaakt naar roze bubbelgum.'
Door Jana Antonissen op 3 apr 2017
Tekst
Schrijfresidentie Parijs
© Marianne Hommersom

Jana Antonissen schreef tijdens de schrijfresidentie van deBuren in Parijs het verhaal Poppers in Parijs, over Generatie Y in het wilde nachtleven van de stad.

Jana dook samen met fotografe Sanne De Wilde ook op een hele andere manier het nachtelijke Parijs in voor de reportage Minuit, Paris s'éveille - nachtwandelingen.

Poppers in Parijs

‘De hitte heeft opnieuw slachtoffers gemaakt. Zesentwintig mensen, waarvan tweeëntwintig ouder dan zestig jaar, kwamen vandaag om het leven door de extreme temperaturen. Dat brengt het totale dodenaantal sinds het begin van deze hittegolf op...’
Het mute-knopje voelt plakkerig aan. Mila likt haar vinger schoon; een zoutzoete smaaksensatie van zweet en de éclaire van vanochtend.
De wekkerradio geeft zes uur 's avonds aan. Vier uur geleden was ze even gaan liggen om haar opties voor die dag te overdenken. Haar stramme spieren tintelen beschuldigend in al hun naaktheid.
Ze kijkt op haar telefoon. Nog steeds blinken de blauwe vinkjes venijnig, nog steeds geen antwoord. Met een onderdrukte grom mikt ze het zwijgzame ding in de papiermand, waar hij zacht landt op de berg verfrommelde kladjes. Ze heeft geen geld voor een nieuwe iPhone.

**

‘Ik ga je missen.’ Die woorden sprak Mila's nieuwe vriendje en lievelingsobsessie pas uit
toen hij al met één voet in het vliegtuig stond. Ze kwamen te laat, zoals altijd. Jonatan zijn gevoelens konden de hare maar niet bijbenen. Zij miste hem al toen ze nog bij hem was, net zoals ze al van hem hield nog voor ze samen waren. Haar vooruitstrevende liefdesverklaringen werden ontvangen op een schaapachtige glimlach. Wanneer hij die woorden eindelijk uitsprak hadden de hare hun glans al verloren.
Pas toen ze de volgende ochtend veel te veel koffie voor één persoon had gezet, drong die tweeduizend-en-nog-wat kilometer tot haar door. Vanaf nu zouden Facebook en Whatsapp haar vertellen hoeveel ze voor hem betekende. Ze liet het toegangsscherm van haar telefoon zo vaak oplichten dat de homeknop het begaf.

‘Parijs zal je goed doen, je doet er vast veel inspiratie op,’ had Jonatan vanaf het computerscherm gesproken terwijl Mila voor haar kleerkast twijfelde hoeveel bikini's ze zou meenemen.
In zijn Hoge Noorden schommelden de temperaturen 's nachts nog rond het vriespunt. Hoe zuidelijker zij ging, hoe duidelijker de barsten in hun langeafstandsbegoocheling.

**

‘Als die hittegolf niet gaat liggen, gaat straks al ons werk over mentale verlamming en lichaamsvocht,’ zei één van de andere geselecteerde kunstenaars toen ze de eerste avond van hun gesponsorde verblijf in de historische villa's van het Centre Internationale des Récollets samen aten. De jonge vrouw had een naam zo avontuurlijk dat Mila hem geen vijf minuten kon onthouden, maar zag er met haar ronde brilmontuur en saaie cardigan eerder uit alsof een zwoele nacht haar deugd zou doen.

 

'Kauwend op een stukje lauwe salami nam Mila zich toen voor dat haar werk het beste van iedereen zou worden.'

 

Kauwend op een stukje lauwe salami nam Mila zich toen voor dat haar werk het beste van iedereen zou worden. Ze zou iets onverwachts simpel, maar geniaal maken dat het pretentieuze geknutsel van haar deprimerende generatiegenoten ver zou overstijgen.
Wat wist ze nog niet, maar die ingeving zou wel komen. Eerst moest ze nog maar eens meedogenloos leven; leven tot er niets meer overbleef behalve de leegte. In de leegte is alles altijd overzichtelijker. Een gat in jezelf graven geeft ruimte voor vooruitgang; vallen wordt moeilijk wanneer er niets overblijft om over te struikelen.

Op de derde dag in Parijs kwam Edward onverwachts de kamer van zijn mederesidente binnenvallen. Mila probeerde net een kleurtje te krijgen op de vensterbank terwijl ze van een fles ijskoude Ricard lurkte. Betrapt gebaarde ze naar de berg kladpapier op haar bureau en haalde haar schouders op, alsof ze ook niet begreep waarom die daar lag en zij op de vensterbank in de zon zat.
Samen lieten ze zich door de regionale trein wegvoeren van hun gesubsidieerde villa in het tiende arrondissement naar Strasbourg-Saint-Denis. Daar koos Edward het terras van Chez Jeannette uit om een overdaad aan stinkkaas en witte wijn naar binnen te werken.
Edward noemt zichzelf een lichamelijk kunstenaar. ‘Externe hulpmiddelen vervagen enkel de boodschap. Het lichaam in zijn puurste vorm: dat is de enige, echte kunst,’ legt hij keer op keer geduldig uit aan onwetenden. Met zijn blonde haren netjes naar achteren gekamd en zijn broze borstkas in dat veel te grote, witte hemd heeft hij wat weg van een ondeugende jongetje wiens huiswerk altijd op mysterieuze wijze in de maag van zijn hond belandt.
‘Morgen is er een feest van een meisje dat ik op de metro ontmoette. Axelle, geloof ik, maar ik herinner me vooral haar knappe vrienden,’ vertelde Edward terwijl hij op zijn servetje een erg vleselijk portret van Mila tekende.

Wanneer ze even later op de Boulevard de Strasbourg voorbij een kleurrijke zee van Afrikaanse kapperszaken wandelden overviel Mila plots de drang deel uit te maken van deze gemeenschap.
‘Beauté Lindsay’ beloofde ‘Whitney Afros’ en ‘Beyoncé Volumes’. Binnen vroeg een kleine vrouw met een indrukwekkende boezem, rood kroezelhaar en fronsende wenkbrauwen naar Mila's wensen. ‘Ik wil graag twee vlechten tot op mijn billen. Strak ingevlochten, alsjeblieft.’
De vrouw nam Mila en Edward van kop tot teen op. ‘Goed,’ zei ze. ‘Ik ben Gisèle. Heb je zestig euro?’
Mila schudde haar hoofd. ‘Jij bent blank,’ zei Gisèle terwijl ze haar wijsvinger beschuldigend op Mila's platte borstkas plantte. ‘Jij bent rijk. Kijk naar je vriend zijn kleren; die zijn niet goedkoop, hoor.’
Edward trok zijn hemd uit, eronder droeg hij een smoezelig onderlijfje vol gaten. ‘Dat is enkel camouflage,’ legde hij Gisèle uit.
Hij zag hoe de vrouw even twijfelde en haalde samen met een briefje van twintig een verfrommeld visitekaartje uit zijn broekzak. ‘Wij zijn bekende artiesten uit België. Uw kapsalon zal voorkomen in mijn volgende werk; rekent u maar op veel kapseltoerisme en extra inkomsten voor Lindsay Beauté.’
Gisèle mompelde dat het altijd hetzelfde is, maar duwde Mila toch neer in een stoel. Hardhandig verwerkte de kapster anderhalve meter ros nephaar in de donkerblonde lokken van het spichtige meisje. Vanuit de kappersstoel voelde Mila hoe Edwards bewonderende blik over haar uitdijende schedel gleed; dit had hij niet van haar verwacht.
Het resultaat was angstaanjagend prachtig. Alle vrouwen uit het salon verzamelden zich rond Mila om haar eindeloze vlechten te vereren, als was ze een neergedaalde ruimteprinses.

**

‘Hey, met mij. Stoor ik?’
‘Nee hoor, wat scheelt er?’
‘Niets. Ik wou gewoon even je stem horen, voor ik vergeet hoe die klinkt.’
‘...’

Wanneer de woorden op zijn, overtuigen Jonatan en Mila elkaar van hun toewijding met gepixelde plaatjes.
Mila stuurde haar vriendje een foto van haar gekneusde knieën; ze had klem gezeten tussen de deuren van de metro. Hij antwoordde met een foto van zijn veel te klein geworden onderbroek. Haar blauwe plekken moesten hem herinnerd hebben aan die keer dat ze heel stille seks hadden in de logeerkamer van zijn opa. Net op het moment dat Jonatan zijn hoogtepunt bereikte begon de oude man in de kamer ernaast onbedaarlijk te hoesten. In paniek liet Jonatan Mila los; ze tuimelde van het bed en haalde haar knieën open aan de kille, stenen vloer. Mila kreeg een pleister met pinguïns op en veel kusjes op haar knie; de rest van de nacht liet ze Jonatan niet meer los. Ze had nog nooit zo'n mooie blauwe plekken gehad.
Ondertussen weet ze dat een strategische close-up van haar ontblote borsten altijd werkt. Als ze op haar zij ligt en haar rechterarm in een hoek van vijfenzestig graden naar voren duwt terwijl ze haar onderlichaam zo ver mogelijk naar achteren plooi kunnen die doorgaan voor een volle B-cup. Hij wordt paalhard, zij krijgt een stijve nek.

**

Het is bijna acht uur. Eindelijk is Mila in staat haar kamer te verlaten. De stapel notities verhuist ze haastig uit haar gezichtsveld. Ze grijnst naar haar spiegelbeeld: een fluogroen, veel te diep uitgesneden badpak op een strakke jeans, afgewerkt met een paar glimmend roze sandalen en twee adembenemend lange, rosse vlechten.

 

'Af en toe haalt één van hen zijn smartphone boven. Dan trekken ze allemaal een mondhoek op en heffen hun doorzichtige drankjes de lucht in. Zo is de virtuele gemeenschap ook weer even gerust gesteld.'

 

‘Jongvolwassenen van Generatie Y – de zogenoemde millennials, geboren in de jaren '80 en '90 – hebben een ironische levenshouding. Hun ironie functioneert als een schild: niemand kan ze raken, omdat alles een grap is.’ Gisteren hoorde Mila op de radio een Hollander met een rare naam zijn nieuwste radio-documentaire inleiden. YOLO, de zelfbewuste leegte, heette die. Ze draaide de volumeknop naar links.

De metrovriendin van Edward heeft hen bij haar thuis uitgenodigd voor een glas. ‘Om elkaar wat beter te leren kennen’, had ze erbij gezegd. Edward en Mila kochten een fles vodka die zichzelf absoluut noemt; van half werk hielden ze niet.
Op de dorpel van een niets aan de verbeelding overlatend appartementencomplex in het elfde arrondissement omhelst Axelle hen alsof ze weken heeft uitgekeken naar dit moment. Haar gouden neusring schraapt langs Mila's wang wanneer ze haar paars gestifte lippen net onder haar linker mondhoek plant.
In haar woonkamer hebben vier lange jongens hun magere lijven over het krappe bankstel gedrapeerd; hun eindeloze ledematen in elkaar verstrengeld, knappe gezichtjes in een geoefende plooi van verveling die Mila uit de Vogue herkent.
Af en toe haalt één van hen zijn smartphone boven. Dan trekken ze allemaal een mondhoek op en heffen hun doorzichtige drankjes de lucht in. Zo is de virtuele gemeenschap ook weer even gerust gesteld. Omdat de jongens er niet veel voor voelen hun zorgvuldig samengestelde tableau vivant op te geven troont Axelle haar gasten mee naar de keuken. Terwijl zij een komkommer tot kleine kubusjes versnijdt en het kennismakingscadeau over grote glazen verdeelt, legen Edward en Mila een fles nepchampagne.
Het halve meter brede keukenbalkon kijkt uit over de achterkant van de Franse hoofdstad.
Satellietschotels sieren de horizon als paddestoelen in een donker bos. In de verte torent het Centre Pompidou hoog boven de grauwe daken uit. De kinderlijke kleuren van de museummastodont voelen misplaatst.

**

Naarmate de dag van Jonatans vertrek naderde verkreeg zijn relatie met Mila een zekere urgentie.
Wanneer zij zoals gewoonlijk al wakker was terwijl hij nog diep lag te slapen, probeerde ze de moedervlekjes op zijn bovenlichaam te tellen. Zodat ze ten minste zeker kon zijn van de details wanneer het geheel begon te vervagen.
Toen Jonatan zich plots omdraaide kon ze een kwade kreet niet onderdrukken; nu was ze de tel kwijt. ‘Waarom maak je toch zoveel lawaai?,’ kreunde hij terwijl hij zijn gezicht in het kussen begroef. Terwijl zij zich toespitste op zintuiglijk memoriseren, vatte hij het ambitieuze plan op om alles wat ze altijd al samen wouden doen nog af te vinken voor hij vertrok. De toekomst was te onzeker om aan het toeval over te laten.
Op een grijze maandag stuurde hij haar een dwingend berichtje: ‘Laat alles vallen en kom nu naar mij. Vandaag wordt bijzonder.’

**

‘Vertel eens, waarom zijn jullie naar de open riool van Europa afgezakt?’ vraagt Axelle terwijl ze een zwarte sigaret met gouden randje opsteekt. Black devils, herinnert Mila zich haar puberteit aan het begin van dit millennium. Axelle spreekt wel vaker onbekenden op de metro aan, vertelt ze, in de hoop dat het buitenlanders zijn die haar Parijs even doen vergeten. ‘Willen we dat niet allemaal, even bevrijd worden van ons bestaan?’ vraagt Mila half ironisch, half gemeend.
Omdat de cocktail van vodka en nepchampagne de druk heeft opgevoerd er een onvergetelijke avond van te maken besluiten ze het nooit op gang gekomen huisfeest te laten voor wat het is. Axelle heeft een beter idee. ‘Een uit de hand gelopen dansles voor homo's en ruimdenkende hetero's, zo zou je de zaterdagavonden in La Java kunnen omschrijven’.

 

'De muziek staat zo luid dat de bassen uit Mila's binnenste lijken te komen. Ze hapt naar adem; de lucht smaakt naar roze bubbelgum.'

 

De club blijkt verder wandelen dan gedacht. Axelle en Edward lopen voorop, hun armen in elkaar gehaakt en hun stemmen net iets te luid. Ze praten over pijptechnieken.
Mila's hoofd tolt. Ze heeft geen zin meer om te wandelen. In plaats van Jonatan te sturen hoe graag ze nu in zijn Noorden zou zijn houdt ze haar blik strak op de straat gericht.
Iets verderop verspreidt zich een neonblauwe gloed uit een openstaand raam. Op een bed dat de categorie kingsize overschrijdt ligt een dikke vrouw op leeftijd in het donker televisie te kijken. Ze draagt enkel een paarse kamerjas, haar grijsblonde haar in vette plakken tegen haar schedel. Boven haar hoofd zweeft een tijger in de vorm van een heliumballon.
Mila blijft iets te lang staan. De vrouw draait haar hoofd opzij en kijkt haar vragend aan. Of ze een foto mag nemen van haar tijger? Dat mag.

La Java blijkt een veredelde garagepoort te zijn waar veel mensen graag twintig euro voor neerleggen. Pas wanneer ze het smalle trapje naar de kelder zijn afgedaald begrijpt Mila waarom.
In een mistige zee van rook en flatterend gedempt roze licht kronkelen zweterige lijven door elkaar op het springerige ritme van italodisco. De DJ draagt enkel een glittermasker en wordt door de uitzinnige menigte vereerd alsof zijn opgepoetste beats eigenhandig de opwarming van de aarde, overbevolking, en obesitas de wereld uit zouden helpen.
De muziek staat zo luid dat de bassen uit Mila's binnenste lijken te komen. Ze hapt naar adem; de lucht smaakt naar roze bubbelgum. Een glinsterend gevoel van onoverwinnelijkheid overmeestert haar, alsof iemand net een luchtverfrisser vloeibare ecstasy over deze verzengend hete dansgrot verspreidde.
Edward en Axelle willen eerst nog een drankje bestellen, maar Mila heeft geen geduld meer. Ze heeft al veel te veel steelse blikken over haar spannende badpak zien glijden.
Haar telefoon gaat uit. Vanavond bestaat zij niet, hij niet, wij niet.

**

‘Niet spieken,’ maande Jonatan zijn vriendin aan terwijl ze met een handdoek om het hoofd geknoopt op zijn bed zat. Hij kuste haar beide slapen, een beloning voor haar gehoorzaamheid.
‘Tadaa!’ Op zijn handpalm balanceerde een gouden dienblad met een klein schaaltje. Op het schaaltje twee dikke witte lijnen; keurig symmetrisch, zoals alleen hij dat kon.
Met een zekere plechtigheid joegen ze samen het naar rattenvergif smakende poeder door de neus. Om zeker te zijn van hun zaak werkten ze deze toast op de liefde af met een theekopje rum.
Terwijl Beethovens Vijfde Symfonie de goedkope geluidsinstallatie molesteerde walsten ze langzaam door de keuken. Mila klampte zich aan hem vast alsof ze elk moment in twee konden breken.
Dan gooide Jonatan haar over zijn schouder en rende richting badkamer. ‘Ik hou zoveel van jou,’ hijgde hij terwijl hij haar voorzichtig in bad neerlegde. Hij had nog nooit zo zeker geklonken.
Wanneer ze vijf uur later neerlagen op bed, bestond Mila niet meer. Ze was een omhulsel; leeg en luchtig. Omdat ze niet reageerde op Jonatans goed bedoelde gemompel, kroop hij bovenop haar.
‘Je ziet er zo mooi uit,’ fluisterde hij terwijl hij haar vlekkerige, bleke gelaat streelde.
Door het dunne laken voelde ze hoe zijn piemel dubbel zo groot was geworden. Terwijl hij haar vanonder aaide, sloop een lichte waanzin zijn blik binnen. Even dacht Mila dat hij zijn tanden in haar hals zou zetten, maar dan gleed hij gretig bij haar naar binnen. Ze probeerde iets te voelen, maar er schoot haar niets te binnen.

**

Over de draaitafel kruipt een jongen die op Paris Hilton lijkt. Op de maat van de muziek schudt hij zijn platinablonde lokken los terwijl hij zijn soepele lijf in allerlei uitdagende poses plooit. Af en toe lijkt hij zich plots weer bewust te worden van een buitenwereld; dan richt hij zich tot iemand uit het publiek die hij met een speels vingertje naar zich toe lokt. Hapt zijn prooi toe, dan trakteert Paris hem op een uitgebreide tongzoen.
Nadat zowel Axelle als Edward speeksel met hem hebben uitgewisseld, krijgt hij Mila in het vizier. Zonder aarzelen beantwoordt ze zijn passionele kus. ‘T'es mignonne,’ fluistert Paris in haar oor. ‘Kom naar de backstage.’

 

'Achterin zien alle jongens eruit alsof ze door de eerste fase van hun geslachtsverandering gaan; moeiteloos glamoureus.'

 

Samen met Edward wurmt Mila zich door de halfnaakte massa naar de stalen deur rechtsachter. Achterin zien alle jongens eruit alsof ze door de eerste fase van hun geslachtsverandering gaan; moeiteloos glamoureus.
Omdat Paris ondertussen al verstrengeld is in een innige omhelzing met een kleine, gezette jongen voegen ze zich bij het dansende groepje achter de deejay. Een zwarte jongen met een petje waarop ‘Rainbow Warriors’ staat reikt een bruin flesje aan dat op neusdruppels lijkt.
Les poppers sont de retour,’ lispelt Edward in Mila's oor terwijl hij de onzichtbare drug opsnuift.
Ze volgt zijn voorbeeld. De regenboogjongen buigt zich naar Edward toe, maar die wendt zijn gezicht af naar Mila. ‘Laten we wat verwarring strooien,’ fluistert hij terwijl hij zijn vingers van op haar billen langzaam omhoog laat dansen. Hij legt zijn hoofd in haar nek. Zijn haar ruikt naar citrusvruchten; die van Garnier Fructis, Mila ziet de groene shampoobus zo voor zich.

‘High all the time
To keep you off my mind
Can't go home alone again, need someone to numb the pain’

Naarmate de ochtend steeds moeilijker te ontkennen werd, ging de deejay ultratophitjes draaien. Hij gelooft daarmee koppige dansers weg te jagen, maar zijn methode blijkt niet erg succesvol.
Mila's badpak plakt, ze heeft één vlecht verloren en al haar vrienden. De overgebleven onbekenden grijnzen naar haar als hongerige wolven.
Buiten in de brandende ochtendzon telt ze haar overgebleven geld; niet eens genoeg voor een metro-ticket. Mila gaat op de stoep zitten, in de hoop dat een vaste ondergrond raad zal brengen.
Coucou mignonne!’ Plots hangt Paris rond haar schouders. ‘Toch nog niet moe? Kom mee met mij, ik zal je opnieuw energie geven.’
‘Deze trieste generatie weet niet wanneer het feest ophoudt,’ klinkt de ervaren radiostem van de Hollander met rare naam in haar achterhoofd. Dit is niet het moment, denkt ze.

De boulevard die ze aflopen is zo lang dat ze een eervolle vermelding tussen de Guinness World Records verdient. Mila voelt hoe voorbijgangers vragend van hun verstrengelde handen naar Paris' uitgelopen oogschaduw kijken.
Ze steken een parkje door. Een dakloze vouwt zijn kartonnen bed op en breekt een blikje bier aan, een blonde vrouw in een elegant mantelpakje haast zich verder op hoge hakken; de dag begint.
‘Nog niet,’ verzekert Paris. Hij houdt Mila een bruin flesje voor dat ze herkent van bij de regenboogjongen.
In een klein achterafstraatje houden ze halt voor een smal Hausmann-huis dat in de negentiende eeuw indrukwekkend moet zijn geweest, maar nu de charme van een kraakpand uitstraalt.
Ze bestijgen de vervaarlijk smalle trap, het vage gedreun van techno achterna.
In een ruim salon dansen enkele meisjes in hun ondergoed terwijl drie grote, gespierde mannen op de maat van de muziek rode verf over een wit tapijt uitgieten. Op een grote matras in de hoek ligt Edward samen met een van Axelle's modellenvrienden te roken. Wanneer hij Mila ziet, springt hij enthousiast recht. Hij neemt haar gezicht in zijn handen. ‘Jij bent mijn nieuwe muze, weet je dat?’ Dan schuift hij de bandjes van haar badpak naar beneden en streelt voorzichtig haar harde tepels, alsof het bloemknopjes zijn die nog moeten uitkomen.
‘Laten we een foto nemen,’ stelt de modellenvriend voor terwijl hij zijn T-shirt uittrekt. Plots herinnert Mila zich weer de smartphone in haar broekzak. Ze zet hem aan. Een bericht van Jonatan rolt het scherm binnen. ‘Dag liefje, hoe gaat het daar? Al veel inspiratie opgedaan? Ik mis je erg, kus.’
Als een vallende ster suist de telefoon door de kamer, zijn flikkerende scherm de laatste kans op een wens voor de dure luchtsteen uiteen spat op de vloer.
Mila hoefde geen nieuwe iPhone.

 


 

Portret Jana © Marianne Hommersom

Deze tekst ontstond op basis van een residentieproject van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in samenwerking met de Stichting Biermans-Lapôtre.

Meer weten over het residentieproject van deBuren? Klik hier.
Benieuwd wat de medereizigers van Jana schreven in Parijs? Klik hier.

Vertel het verder: